woensdag 26 oktober 2016

39 Dag allemaal!

In het vliegtuig, inmiddels boven Parijs. Van schrijven kwam het niet meer. Veertig emmers water tappen en rondsjouwen . Nog even snel wat onkruid rond de bananen uittrekken en het droge gras bij elkaar harken. Rond mijn verhitte hoofd - ondanks hoedje - fladderen honingzuigertjes en vinkjes in de mooiste kleuren af en aan. Een koppeltje is al dagen bezig een mooi plekje voor hun nest te vinden. Geestig hoe ze soms op de tralies van het keukenraam zitten en de palo in ogenschouw nemen. Met schokkerige beweginkjes draaien ze hun kopje van tegelvloer naar mattenplafond. Nee jongens, ga maar lekker buiten een nestje maken. De  een wat bruinig van kleur ( vrouwtje?) en de ander felrood ( mannetje?). Verder hebben we een enorme kikker in het hoekje van de veranda wonen en onlangs een slang in de garage. “A cobra?!”  vroeg ik angstig aan Omar, die me dat zojuist medegedeeld had. En dan te bedenken dat ik nietsvermoedend wel drie keer in de garage ben wezen rommelen op zoek naar iets.” I put chemicals, he cannot resist that.” Als ik even later sta te rillen in de garageopening verzekert hij me dat hij hem er persoonlijk uit heeft zien glijden. Dat en de chemicals kan ik niet met elkaar rijmen, maar goed. Ik  wil graag geloven dat hij weg is. En dan 's avonds Miauw! de buurpoes. Omdat we  nogal eens eten halen  krijgt hij restjes spaghetti en kip. En dan natuurlijk de kleine mugjes, de enorme kevers, de nachtvlinders en wat al niet. Genoeg om je nooit alleen te voelen.

Amsterdam, 24 uur na aankomst
Het wordt een kwestie van concentreren om de beelden van de laatste dagen vast te houden. De Albert Heijn met zijn honderd soorten yoghurt, kaas, brood en fruit is altijd weer een shock en verdringt de Gambiabeelden. Verdwaasd staar ik naar de schappen zonder te bedenken wat ik nodig zou kunnen hebben. Verder dan melk, kaas,  appels en peren kom ik niet. Of ik nou vier maanden weggeweest ben of twee weken, het lijkt geen verschil te maken. “Hier zijn je sleutels” zei Rob toen hij me van Schiphol in de vroege ochtend ophaalde. Verbaasd keek ik naar de bos totaal onherkenbare sleutels. “Van mij? Hoe bedoel je?” Een voor een bekeek ik ze en er ging maar geen bel rinkelen. “Van je huis!” probeerde Rob nog een keer. Heel langzaam, kwam mijn huis naar boven. Die had een voordeur, met de lift omhoog en dan weer twee deuren. Absurd zo traag als het boven kwam drijven en ik eindelijk een van de sleutels herkende als die van de voordeur.
De laatste dagen had ik me stoer voorgenomen niets verplicht te zijn qua bezoek of afscheid. Maar ik heb het nog niet bedacht of ik stap in de jeep op weg naar Wim in Soforol Lodge en Arrogi en de kids in Kartong. En daar kreeg ik geen spijt van. Bij Wim even rustig bijpraten en een sigaretje roken aan een flesje lurkend en de tuin bewonderen voor die straks weer helemaal dor is. En bij Arrogi de omhoog geschoten kids knuffelen en bijpraten.  En dan natuurlijk net als de vorige keer “Wie gaat ermee naar de zee??!”
Dat is niet tegen dovemans oren gezegd. Met een jeep vol juichende en zingende kinderen van 2-13 jaar passeerden we de militaire checkpoints in Kartong op weg naar het strand van de Senegalese vissers met hun lage hutjes om de netten te boeten. In ganzenpas langs het randje  van de kreek naar de open zee. Direct stortten de kids zich in het warme water, met Mama en mij als coastguards staand in zee. Ze hun knieën aan laten wijzen om duidelijk te maken hoe ver ze mogen is leuk bedoeld, maar als je voornamelijk liggend ronddweilt heeft dat totaal geen zin.  Spetterend en spartelend werd het een gigafeest in zee. Afgewisseld door ‘training’ onder leiding van sponsordochter Mama. Rennen over het hete zand en dan kijken wie het eerst over de streep is. Omar van twee vond de zee te groot en wist zeker dat hij door een krab gebeten zou worden. Met zijn armpjes kruislings over zijn buikje sloeg hij ons hoog op het strand gade en dat was hem meer dan genoeg. Nog even probeerde ik hem op mijn arm de zee in te dragen, maar een spartelend varkentje was er niets bij.
Moe en voldaan keerden we terug naar het militaire checkpoint. Bij het zien en horen van de vrolijke kids kon de soldaat zijn gezicht niet verder in de plooi houden. Hij liet zowaar zijn gun zakken en vertelde hoe blij ik hem had gemaakt met mijn conversatie op de heen weg.
Terug op de compound kwam vader Salieu terug van zijn landje dat hij aan het schoonmaken is. Trots vertelde hij dat hij in Casamance gewerkt had en dat hij gezegd had dat hij liever in natura betaald wilde worden: Land! En zo gebeurde. Op de compound waar ik drie jaargeleden alweer met deze familie woonde is het een en ander voor gevallen waardoor de familie genoodzaakt is te vertrekken. Waarheen? Arrogi zet grote ogen op en trekt een vragend gezicht. Voor hun huis je staan de zware crapauds op gestapeld om in het kleine huisje ruimte te maken voor het inmiddels flink uitgebreide gezin. Binnen is het dan ook een en al bed. “Zorg nou dat je niet weer zwanger wordt” waarschuw ik haar. Ze schudt haar borst op als teken dat ze op de borstvoeding vertrouwt. “Forget it!” fluister ik in haar oor, “is not safe!” Ze vertelt dat ze geen keus heeft. Er is geen geld voor ‘family planning’. De oudste loopt bovendien op blote voeten en is al een week niet naar school geweest omdat ze geweigerd wordt zonder schoenen. Het slotje gaat van mijn tas, schoenen moet ze hebben. Ik had al flink wat suiker voor Arrogi gekocht en haar wat briefjes in de hand gedrukt. Maar ik weet net zo goed dat het dweilen met de kraan open is. Ze gaan het redden, zoals altijd. Maar hoe is me een raadsel. “I need a coolingbox” zegt Arrogi alsof ze mijn gedachten kan lezen. Ze verkoopt ijs, Maar in de mayonaise emmer smelt dat natuurlijk. Waarschijnlijk heb ik een koelbox verstuurd en ik beloof hem haar. Tot half januari zal ze een andere oplossing moeten zoeken. Want eerder dan dat kom ik niet naar Gambia.  Ook hier is werk aan de winkel. De club Eritreeërs die ik les gegeven heb komt druppelsgewijs terug naar Amsterdam. Ze kijken al lange tijd uit naar het weer oppakken van de lessen.

Gambia zit er er weer even op. Het was fijn. Ik heb hard gewerkt en de boel redelijk netjes achter kunnen laten. Sponsordochter Mama heeft als bij toeval op het laatste moment een baantje gevonden in de lodge die we zondag bezochten. Carlijn van de Abca Creek Lodge is de reddende engel geweest. Al maanden zat Mama zonder werk omdat toeristen wegblijven tot na de verkiezingen in december.  En nu mag ze deze donderdag komen om direct vrijdag te laten zien wat ze kan als er een grote groep arriveert. Ik vertrouw op haar en haar ervaring en heb haar serieus zittend aan tafel nog even snel wat hoognodige regels ingeprent. Tot tien tellen als je boos wordt en desnoods tot twintig. En je geld altijd op de bank zetten. De Chipcard is aangevraagd en voor het eerst gaat ze ‘modern’ meedraaien in de Gambiaanse maatschappij.
Mijn mannetje Malang gaat naar school en schrijft en tekent elke dag alsof het zijn huiswerk is. Met zijn beer in de arm lopen we wel tien keer op het vliegveld heen en weer om te kijken of het sterk vertraagde vliegtuig er al aankomt. En dan plots is hij er. Kus kus kus lieve schat! Dag moeder Matou,knuffel voor Mama en Djanko die me weggebracht heeft. Allemaal tot over dik twee maanden!!! Ik denk aan jullie!
 AL Imbarra!! Zet hem op!

zondag 23 oktober 2016

38 Oleanders

38

De zon kruipt snel omhoog. Sinds half acht stamp ik op zware bergschoenen over de compound met hark en emmers. Werken kan tot hooguit elf uur. Daarna leg je het af. En ik wil de compound in orde hebben voor ik wegga.  De planten op de juiste plaats bijvoorbeeld. Toen ik de vorige keer in het wilde weg de sticks  uit Marijke's mooie tuin rond de veranda plantte, kon ik niet bevroeden wat een chaos dat zou kunnen worden. De sticks onder het keukenraam hadden zich ontpopt tot een enorme struik met zachtroze kelkbloemen die het hele keukenraam bedekten. Rond de veranda tierde het zo welig dat ik nauwelijks de mijn geliefde oleandersticks terug kon vinden. Een liefde die ik heb sinds mijn verblijf in Portugal 1985.
Ik bewaterde de oleander en werd door senor Rocha vriendelijk uitgelachen dat ik dat deed. Hij stond daar juist omdat hij zo goed zonder water kon! Eigenwijs als ik was ging ik stug door met iedere dag water geven en de struik bloeide op als waarschijnlijk nooit tevoren. Kleine hardroze kelkjes kwamen tevoorschijn en ik kon mijn geluk niet op toen ze vol in bloei stond. Niks geen kale struik, een wonder van een groen met roze natuurmonumentje!
En nu hadden die oleandersticks totaal geen kans gekregen door haar brothers en sisters! Aan het eind van de  zondagavond - ik was al te moe en had de dag erop zitten - stak ik toch nog 'even' de schop in de nu nog redelijk zachte grond en mieterde de groen muur voor mijn keukenraam eruit. De oleanders zouden hun eigen plaatsje krijgen. Maar wat  te doen met de inmiddels een flink kopje kleiner gemaakte struiken? Normaal kuil je zoiets even op tot de volgende dag. Maar als je hier een kuil graaft ben je een uur verder. De zon begon al hard te zakken  en het zou zo donker zijn. Snel! Eentje de grond in, de andere kon wel in een emmer water, hoopte ik tegen beter weten in. De wortels waren groot en dik  en met tegenzin liet hij zich uiteindelijk in de emmer proppen . Maar de twee oleanders had ik op hun plaats, dat was het belangrijkste.
Binnen plofte ik op de bank, nog te moe om mezelf naar de badkamer te slepen. Mijn keel zat dicht en deed zeer. Ik had te weinig gedronken zeker. De volgende ochtend wist ik dat het raak was: ik was ziek. Zware keelontsteking, tweede keer dit jaar. Gelukkig had ik  antibiotica mee genomen. Twee dagen heb ik totaal versuft in een soms droomloze slaap op bed gelegen. Ik had besloten dat het geen malaria kon zijn - ik slik pillen en slaap onder een net - en dat ik dus niet naar de kliniek voor een test hoefde. Na twee dagen begon de anti-biotica te werken en kwam ik voor het eerst weer op de veranda. Malang had ik terug naar zijn moeder gestuurd. Daar stond de reuzenstruik in zijn  veel te kleine emmer zielig tewezen. Met hangende bladeren en wat al niet. Na een kop thee voelde ik me redelijk en begon te rommelen. Van het een kwam het ander en aan het eind van de dag had ik de struik er weer in. Deze keer pront voor de opening van de veranda. In de hoop daarmee in de toekomst als de familie tegenover me komt wonen wat minder inkijk te hebben.

En zo hark, schep en veeg ik de ochtend door tot het zowaar op een net plaatsje gaat lijken omringd door wildernis. 's Avonds steek ik de fik in de met kleine hoeveelheden tegelijk  uit de enorme hoop met gevelde mintstruiken en metershoge grassen getrokken droog onkruid. Met een oververhitte rode kop verplaats ik de brandplek steeds een beetje om twee vliegen in een klap te slaan: het nieuw opkomende gras een kopje kleiner maken voor de komende maanden. De klus is te groot. De twee enorme bergen krijg ik waarschijnlijk niet weggewerkt voor ik vertrek. Het zij zo. "Als je straatje maar netjes is" .En dat is het!

37 Stille alias De Engerd


Roe-koe-koeeee..het is nog donker. Het zal zo'n zes uur zijn. Ik ben wakker geworden van een zacht gehuil. Malang! schiet me te binnen, gauw naar hem toe voor hij niet meer te kalmeren is. Slaapdronken wurm ik me onder het muskietennet uit en slof naar de andere slaapkamer. Daar ligt het mannetje poedelnaakt nog ver in dromenland. Ik probeer het laken dat als een dikke prop onder hem ligt los te trekken en dek hem toe. De ochtendkilte doet ook mij 's ochtends vroeg naar een laken ergens op bed grissen. Het gehuil is overgegaan in vals gezang. De muezzin. Als hij nu voor vandaag zijn preek even laat voor wat het is kan ik nog een uurtje verder slapen. Hoewel.. schrijven misschien? Als ik het nu niet doe weet ik niet wanneer wel. En dus zit ik met de WakaWaka onder het net en probeer me al wakker wordend te herinneren hoe ik gisteravond in gedachten dit stukje begon.

Die enge gek. Die idiote politieman in burger bij het laatste roadblock. De afgelopen dagen is het een vrolijk weerzien met al die mannen in zwart blauw uniform. Lachen en handen schudden. Welcome Mama! Welcome! We miss you! How are You? How is your family? Etc etc etc. En toen ik  die laatste zag was ik even helemaal vergeten dat ik die beslist op een afstand moest houden. Hij was de zogenaamde rechercheur bij de inbraken de vorige keer. En destijds verzekerde hij me al dat ik echt niet alleen in de Roundhut kon blijven. Dat hij er zou komen slapen. Toen leek het nog iets van een veiligheidsmaatregel te hebben hoewel ook al erg opdringerig. Maar dit alles vergat ik dus even en boog me lachend zoals altijd naar het geopende raampje en stak mijn arm uit om te begroeten. Ik vertelde hem - dom dom dom blondje- ook nog dat ik maandag zou vertrekken en in januari voor langere tijd terug zou komen. Good good, I have my plan with you! Huh?! Wat zegt ie nou? Ik buig me nog even extra naar buiten en vraag: Plan? Plan? You mean..?Op een of andere manier zag hij dit als een uitnodiging want hij trok de deur open en ging naast me zitten. Ik maakte een gebaar met mijn handen wat de bedoeling was, of hij misschien ergens heen moest. Autoritair wapperde hij wat naar voren en opzij. Alsnog aan de kant van de weg gaan staan? Wat had ik misdaan?Want al is hij in burger, hij blijft een politieman. Ik zette de jeep in de berm en hij ging er eens goed voor zitten. Zijn plan. Nou heel duidelijk. In januari kom ik bij je wonen.. yes yes.. you and me. Mijn ogen had ik niet groter op kunnen zetten, ze rolden zowat uit mijn kop. De engerd! Hij had een priveplan, niks politie gedoe. Dat ik protesteerde met Ik ben nog steeds getrouwd! leek hem geen zier te interesseren. Ik was echter te verbouwereerd om zijn uitleg van het plan nog verder te volgen. Had hij nou nog maar ergens een glimlachje of wat dan getoond, dan had ik het nog als een domme grap kunnen zien. Maar hij deed zijn plan nog eens dunnetjes uit de doeken en eindigde met een dreigend You still have my number yeah?!!  Ik moet geknikt hebben of wat dan ook, wat hem uiteindelijk deed besluiten weer uit te stappen. Totaal overdonderd en vol verbazing en ongeloof over zoveel autoritaire dommigheid startte ik de jeep onder een luid: Wat een enge man! Wat een creep! Wat een godvergeten klootzak om me onder het mom van zijn beroep zo te imponeren! De stilte werd verbroken door mijn gierende banden  en  het keihard opkomen van de motor om zo snel mogelijk thuis te zijn.
Bij het zijweggetje van Kawsu's lokale benzine'stationnetje' - hij loopt met jerrycans in en uit -  stond Malang op zijn te kleine roze meisjesfietje op me te wachten. Hij had geluk. Uit woede en frustratie bestelde ik bij Kawsus's vrouw een portie spaggetti met kip en slappe koude patatjes, geflankeerd door veel ketchup en mayonaise. Het moest maar. Thuis verdeelde ik de hele handel over twee halve tapalapa's  (stokbroodjes) en we peuzelden de bijna onhandelbare  hap met twee handen op. Is goed hoor! knikte ik, eet maar lekker met je handen! Buiten zat de poes al om het restje te miauwen.
Als even later Malang met een volle buik en fris gewassen koppie al op een oor ligt ben ik er allerminst gerust op omdat de poort niet dicht kan. Zo direct staat die gek voor mijn neus. Van lekker buiten zitten kwam het niet. Ik wilde ramen en deuren dicht en uiteindelijk bleef er niet veel anders over dan binnen nog even een boek in het donker te lezen. Met een lampje plat op de bladzijden. Pfht! Dat ik me toch door zo'n kerel zo van de leg laat halen. In gedachten zag ik hem al rond het huis sluipen en door het open slaapkamerraam gluren hoe ik straks  naakt onder het muskiettennet zou kruipen.
Eenmaal daaronder viel ik bijna boven De Stamhouder in slaap. Een schitterend boek   dat me al avonden wakker gehouden heeft. Maar derze keer viel ik in een diepe slaap. De Waka Waka kon ik ternauwernood uitdoen en opzij schuiven.

zaterdag 15 oktober 2016

36 BatWoman

Het is donker. In een half uur heeft de zon plaats gemaakt voor de maan, die overigens vol over de compound schijnt. Tevreden constateer ik dat ik weer door de banana garden kan kijken. Tot gisteren was dat een soort dichte  groene muur. Vol met metershoge slingerplanten die de bananenbomen bijna met elkaar verbonden. Het citroen gras dat ik in pollen als afzetting had gebruikt waren zo hoog opgegroeid dat ze niet eens meer als zodanig herkenbaar waren. Het was een ondoordringbare woestenij van wilde planten die om voorrang leken te vechten. Eergisteren was ik begonnen met hakken en knippen. Om meteen al bevangen van de hitte neer te storten. Dat betekende dus in het vervolg om zes uur op om de hitte voor te zijn. Nog geen achtste had ik er na een vroege ochtend van zes tot negen op zitten. Dus om vijf uur in de namiddag wederom aan de slag met de snoeischaar en blote handen. Dom. De ene na de andere plant bleek taaier en  sterker dan mijn huid en  al bloedend probeerde ik het karwei te klaren.  Onzin, realiseerde ik me opeens. Als ik niet met een kapmes overweg kan moet ik niet met een snoeischaar de wildernis proberen te beheersen, maar iemand bellen die dat wel kan.
Intermezzo.
Malang zit te tekenen en ik aan tafel te tikken. Opeens staat hij naast  me en wijst met grote ogen naar de mat op de grond. Wat er is. Ik sta op en schijn met de WakaWaka op de tegelvloer. Ik zie een onduidelijke hoop zwart waar ik waarschijnlijk niet op zit te wachten. Maar ik ben Malangs oma en Oma's durven in ieder geval meer dan hun kleinkind. Ik haal diep adem en bekijk het nader. Een enorme 'bat', een vleermuis. Wat te doen? Ik flikker er een handdoek op en kreukel de boel zachtjes bij elkaar. Het zo ver mogelijk van me afhoudend slof ik door het donker naarbuiten en deponeer  het ergens in de planten voor de veranda. Was Malang daarvoor nog zeer zwijgzaam vanwege de hele dag onderweg van hot naar her, nu is hij opeens aan het zingen en praten. Alsof hij opgelucht is dat de situatie weer onder controle is. Hij komt kijken bij me en ik vertel dat ik opschrijf wat er gebeurd is. Dat ik trots ben dat ik het durfde. I am a BatWoman. Ik heb een kikker gevangen, zegt hij met een grote grijns.  Dan mag je ook trots zijn! zeg ik, FrogBoy!
Terug naar vanochtend vroeg. Om half zeven stond Omar Giba  zoals afgesproken voor mijn neus. Ik troonde hem mee naar het oerwoud dat ooit mijn babanagarden was. Oh, just a smal job. En Hop! Met het kapmes kapte hij letterlijk de metershoge mintplanten om. Ondertussen was de zon opgekomen en voor het eerst viel er weer licht door de garden. Het rapen van de enorme bossen had hij mij toebedeeld En zo lag tegen negenen het hele oerbos op haar kant  en waren mijn armen knalrood van de soms jeukende planten.
Wie denkt dat je dan wel verder mag relaxen die dag heeft het mis. Eeen van mijn jonge hondjes, inmiddels alweer twee jaar, was weer zwanger. De eerste keer kreeg ze elf mormels die geen van allen overleefden. Mijn man was destijds zo lief geweest om het geld voor de sterilisatie in zijn zak te steken. Ik besprak het met de dierenarts die vond dat ik haar meteen moest brengen. Saynee, haar huidige baasje, vond dat niet echt fijn. Nooit meer babies krijgen? Nee, nooit meer. Ik nodigde hem uit mee te gaan zodat hij er toch nog een beetje bij betrokken zou zijn. Gezellig met zijn allen in de jeep, Malang en Mama gingen ook mee, togen we naar 60 km verderop. Naar de dierenarts. Geen punt als je gewoon over de hoofdweg met af en toe een kuil kan racen. Helaas. De weg werd gerepareerd en of we maar even via Ghanatown wilden rijden. 'We' betreft niet alleen jeeps en personenauto's, maar ook enorme hoog opgeladen zandtrucks. Ga die door een ' dorp' leiden dat alleen uit zandpaden bestaat. Plus dat de straten zo smal zijn dat je slechts een voor een er door kan. En niemand geeft natuurlijk voorrang. Allemaal rijden ze tegelijk op en daar staan ze dan op een kluitje naar elkaar te vloeken en te tieren. Met de 4wheel drive aan zeilden we  van links naar rechts  en back again uiteindelijk via een verborgen omweg weer op de hoofdweg af. Hond afgeleverd en nu de tijd tot vier uur zoet brengen om hem weer op te halen. Naar het strand dan maar. Ik hou er niet van om in een zee te springen op een plek die ik niet ken, maar het was gewoon te heet en ik was er echt aantoe. Enorme hoge golven knalden op het strand af. Als je je er op mee wilde laten zeilen verzoop je bijna vanwege adem tekort. Plus een waanzinnige stroming. Dat er dan nog altijd mensen zijn die het gevaar er niet van inzien blijft me een raadsel.  Malang pootje badend  in een heuse zwembroek, Mama in haar ondergoed zittend in het ondiepe en ik topless omdat ik mijn bovenstukje laatst op het strand had laten liggen, we waren een raar stel in de ogen van de Engelse breiende dames die keurig op bedjes in de schaduw  met hun kopjes thee zaten.
Eenmaal weer droog werd het tijd om snel even lokaal te lunchen bij KaddyKaddy met een bord rijst en om  daarna de verstuurde bananendoos op te halen in Serekunda. Op vrijdag middag door de hitte tussen de auto's door laveren, het lijkt bijna een hobby. Mama ligt regelmatig in een deuk omdat ik de bij de roadblocks de agenten met een smile te woord sta in  mijn zeer beperkte Mandinka, waarbij ik hun vraag ook nog eens totaal verkeerd begrijp gezien mijn antwoord.
Agent:Waar ik vandaan kom.
ik: Ja hoor, dit is mijn dochter.
Agent: Waar ik naar toe ga
Ik: we zijn naar de dierenarts geweest
etc etc
De jeep  met voorop een stevige bullbar is zo lelijk dat een blind paard er geen kwaad mee kan doen. Hagelwitte glanzende  personenwagens kijken dus wel uit om met mij in botsing te komen. Altijd weer dikke pret.
Iets minder pret is het feit dat er twee jongens mijn huis in geslopen zijn toen ik in de tuin werkte.  Elf briefjes van vijftig waren gereduceerd tot vijf.. In een klap driehonderd euro armer. Ik dacht even dat ik gek werd. Totaal verslagen over weer zoveel dreiging, want opeens voel ik me niet meer veilig. Van narigheid moest ik om vier uur 's ochtends het raam dan toch maar sluiten omdat ik  er totaal op gefixeerd was. Hier zijn dan weliswaar geen leeuwen en beren op de weg, maar een paar boys doen er qua veiligheidsgevoel niet voor onder. Gadverdamme. Uiteindelijk ging ik met een sigaret aan de borrel in de hoop mijn angsten onder controle te krijgen. Dat kost gewoon tijd, en niet eens zo lang. Want nu zit ik alweer in de palo met de deur naar de veranda open.  Met een gevoel alsof ik ze rauw lust. Helaas continue met een sleutelbos om mijn nek want die deur gaat bij elke meter die ik van huis ben op slot. Lekker handig allemaal.
Internet is er bijna niet meer. Marijke heeft het nog wel en dus poist ik dit morgen hopelijk bij haar. Whatsapp en messenger zijn voorbije zaken.  Op een of andere manier heeft het met de verkiezingen te maken. Mogen de mensen geen informatie krijgen misschien?  Er hangt in ieder geval wel iets raars in de lucht met zoveel militairen op straat en om de vijftig meter een of andere controle. Ben blij dat ik eruit zie als een vrolijk dom blondje. Niets is wat het lijkt hahaha..

woensdag 12 oktober 2016

35 een leuk begin

Groen groen groen. En hoog hoog hoog het gras. Niet het gras wat wij bedoelen, maar metershoge mintplanten. Je ruikt het overal. Het brede zandpad naar de Roundhut is  gereduceerd tot een smal karrespoor, nog net niet geitenpaadje en omgetoverd tot een groene tunnel. We knallen met de jeep van links naar rechts in slakkentempo.  De kuilen en gleuven zijn onvoorstelbaar diep, soms nog gevuld met modderwater.  Onherkenbaar na drie maanden afwezigheid. Uiteindelijk bereiken we de compound. Twee van de drie scharnieren van de oude ijzeren deuren zijn afgebroken. Dat wordt tillen. Niet echt iets waar ik op zit te wachten. Tot mijn grote schrik zie ik  de ramen van de palo openstaan. Achter de ruitjes in de toegangsdeur glinstert wat vaag licht. Een kaars, een zaklamp? Wie is er binnen? Ik verwacht een dicht en leeg huis.

"Sibou I think"  zegt Omar zacht. De buurvrouw. Ok, we zullen het zien, maar het geeft me een ongerust gevoel. De week voorafgaand in Nederland was direct al vol stress. Mama, die op mijn huis paste de afgelopen maanden, was door Omar van de compound gestuurd omdat ze een jongen toegelaten had en bovendien zelf naar de stad was gegaan om boodschappen te doen. Omar raakte buiten zichzelf, stuurde me een bericht dat hij de huissleutels van de jongen afgepakt had en de poppen waren aan het dansen. De politie zou erbij komen en ze mocht nooit meer een stap op de compound zetten. "Laat je niet verlokken tot ruzie Tien"  was mijn eerste gedachte en probeerde in een simpel berichtje terug hem duidelijk te maken dat ik 'peace no war'  wilde. En dat hij gewoon de sleutel aan de buurvrouw kon geven. Dan kon Mama haar spullen weghalen. Om wat betreft Omar, de grondeigenaar en daarmee de 'all-over-boss' , nooit meer terug te komen. Leuk begin. Wat Rutten en Poetin doen kan ik ook. Diplomatie, niet schreeuwen of huilen of wat dan ook dat alleen maar tot hysterie bij Omar kan leiden. En dus bleef ik aan de buitenkant rustig en stapte de Roundhut in. Daar lag Mama in de palo te slapen op het bedje. Dit gaat fout dacht ik al meteen. En ja hoor. Omar zei geen woord meer, ik bleef het over koetjes en kalfjes hebben en Mama zweeg als het graf. Na een half uur denk denk denk hoe het verder moest zei ik Mama dat ze haar excuus kon aanbieden. Een kwartier later deed ze dat uiteindelijk. Vervolgens was wat gemompel het antwoord van Omar. Wat hij nou toch zei.. "Not accepted". Duidelijk, de oorlog kon wat hem betreft beginnen. Mama vroeg nog even keurig het woord en maakte ons duidelijk dat ze hier alleen maar gewoond had om het huis te beschermen en mij te helpen. Dat ze totaal geen interesse had om de Roundhut toe te eigenen in de toekomst. En tot overmaat van ramp besloot ze met een " I did nothing wrong".

Omar stond op van zijn stoel en liep op haar af. Of ze maar meteen de compound wou verlaten. Twee uur in de donkere nacht. Niets zeggen Tien, wacht af wat hij gaat doen. Ook Mama reageerde niet. Hij herhaalde dreigend etc etc. En besloot , machteloos en woedend, dat hij nu de politie erbij ging halen. Nog steeds zeiden we niets. Het is moeilijk ruzie maken dan voor hem. En dus stapte hij op hoge poten de compound af en verdween in het donker. Ongetwijfeld naar de politie, minstens een half uur lopen verderop. Ik ging vertwijfeld op de veranda zitten. Mama binnen achterlatend en zei verder niets meer. Na ruim een uur wachten buiten besloot ik dat het genoeg geweest was. Me zo laten ringeloren door hem. Mijn nachtrust af te laten pakken na een afmattende reis met nog eens twee uur tijdsverschil.

Ik was no g geen minuut binnen of ik hoorde geschuifel bij de voordeur. Ok, hij had tenminste het fatsoen om niet zomaar binnen te komen. Ik was ook allerminst van plan hem binnen te laten en liep naar hem toe op de veranda. Een plotselinge ingeving deed me het roer totaal omgooien. Ik legde een arm om hem heen en fluisterde "Omar Omar, this is not good. Does this make you happy?" Het voelde alsof ik zijn moeder was, dat zou ook makkelijk kunnen qua leeftijd, en aaide hem zachtjes over zijn rug. Van politie was trouwens geen spoor. Hij mompelde iets van "i give you three days". Nu had ik me voorgenomen  thuis al dat ik een hoop dingen domweg niet zou begrijpen of desnoods niet zou horen, om oorlog uit de weg te gaan. De favoriet in Afrika. En dus fluisterde ik dat ik ik hem niet snapte. Weer een hoop gemompel. Uiteindelijk begreep ik dat hij naar de politie was gegaan om zijn verhaal te doen om zo ' violence' te vermijden. Pffht. Gewoon doorgaan met hem als een domme zoon te behandelen besloot ik. Het werkte. Ik voelde hem zacht worden. Het gemompel werd gepiep en uiteindelijk kwamen we tot een soort oplossing. Stap 1 Mama eruit. Stap 2 wij praten en stap 3 wat mij betreft Mama er weer in laten. Wanneer het gesprek plaats moest vinden was nog even een klein probleem want op de dreiging van "i give you three days" weigerde ik in te gaan. Ik had het er gewoon niet over. Inmiddels was het half vier geworden. Ik bood hem mijn jeep aan om naar huis te rijden. De dag erop kon hij terug komen en dan konden we stap 2 uitvoeren. Ik zou zorgen dat Mama weg was. Mijn houding werkte geweldig. De auto hoefde hij niet, hij ging wel lopen. Plus dat hij eindelijk dank je wel kon zeggen voor de spullen die ik voor hem en zijn kinderen gekocht had. Met een plastic tasje aan zijn  arm bungelend sjokte hij de compound af.

Zucht, wat een vreselijk welkom. Maar trots op mezelf dat ik de situatie beheerst had ging ik naakt op mijn bed liggen., Bloedje heet en zeiknat. Met een whisky achter de kiezen viel ik vrijwel direct in slaap. Mama in de palo achterlatend op haar bedje. Morgen gaan we verder. Alsof de duvel ermee speelt is het dan ook nog eens moslim Nieuwjaar.

Het is nu de tweede  ochtend hier. Om zes uur opgestaan om koffie te zetten en Malang staks naar school te helpen. Het gesprek met Omar is niet doorgegaan. Olijk belde ik hem op om Gelukkig Nieuwjaar te wensen. Even zo vrolijk reageerde hij en we besloten dat dat gesprek nog wel zou komen. "No problem" hoorde ik hem zeggen. Of de cadeautjes en de nieuwe veiligheidsschoenen daar aan mee gewerkt hebben.. ongetwijfeld. Mama is gistermiddag weggegaan om bij een vriendin verder te gaan wonen. Net zo onbegrijpelijk. En Malang diende zich direct al aan in de middag. Voor hem was het buiten kijf: hij zou de komende veertien dagen niet van mijn zijde wijken.  Zijn moeder zocht zijn  kleren bij elkaar toen ik daar was, gaf me een jerrycan drinkwater mee en daarmee waren we weer terug op de situatie toen ik het hier drie maanden geleden verliet. We gingen kip met spaghetti halen op de hoek en aten het gezellig aan tafel op. Nog even een bad voor hem, koppen water over zijn stoffige lijfje en naar bed. Met de nieuwe beer naast zich lag hij stilletjes naar het verhaaltje te luisteren. Nog even zijn liedje zingen  en dan zou hij eigenlijk al weggedommeld zijn. En zo geb eurde.

Vierentwintig uur na aankomst leek ik de boel weer redelijk onder controle te hebben enkon ik op de veranda een borrel nemen en me verwonderen over het maanlicht en de  omhoog geschoten planten en bloemen op de compound. Met alleen maar het geluid van krekels om me heen en een zacht vals gezang in de verte.    

woensdag 28 september 2016

34 Scheepsrecht

Drie keer is Scheepsrecht

Als alles mee zit wordt het de derde keer dit jaar dat ik op het vliegtuig richting Gambia stap. Wachten tot januari is me te lang. En  om nu al voor een langere tijd te gaan is me te vroeg.
Vakantie houden - lees: rust-  is niet mijn sterkste punt. Maar gedurende twee weken kan ik die dicipline wel opbrengen denk ik. Bovendien zou ik me niet zo 123 grote werkzaamheden voor de geest kunnen halen.
Als ik Malangs schorre stemmetje via Whatsapp hoor wil ik het liefst drect naar hem toe. "Mama I miss you.."  Zijn moeder verduidelijkt: "Malang zegt dat hij bij jou altijd spagghetti krijgt . En kip. "
Klopt, en pap 's ochtends en thee. Hij wordt verwend, ook dat klopt. Ik ben niet voor niets zijn oma 'Mama Tin'.
En daar is sponsordochter Mama ( Mariama). Totaal ongepland hebben we besloten dat ze in de Roundhut gaat wonen als ik er niet ben. Via Whatsapp sturen we elkaar voice messages en zodoende ben ik van haar wel en wee als zelfstandig wonende jonge vrouw op de hoogte. Het is namelijk nogal ongewoon om als ongetrouwde meid zonder relatie in je eentje op een grote compound te gaan zitten. De adviezen dat vooral niet toe te staan gooide ik na 'rijp beraad'  in de warme wind. Vertrouwen werkt zo is al eerder gebleken. Ze doet het goed en is er gelukkig. Geen inbrekers of verkrachters, alles loopt normaal. Natuurlijk krijgt ze geld om van te leven van mij, want ze is ondertussen een soort 'watch woman' geworden. En die betaal je.
Ondertussen kijkt zowel zij als ik rond voor een baantje. Ik heb contact gelegd voor haar met een Engelse die een huishoudelijke hulp zoekt.  Mooi dat ik er straks ben om persoonlijk eventueel kennis te maken.
Het aftellen is begonnen. De tiende van de tiende maand vertrekt Tien.

vrijdag 24 juni 2016

33 Weg!

Alles gedaan om mn kinderen goed achter te laten: emmer na emmer, kruiwagen na kruiwagen vol met water.. zakken vol koeienpoep.. Omar de bananen fluisteraar neemt het stokje over tot de regen komt. Aan de wolken zal het niet liggen.. Kanaale Kanaale..het komt  Insjallah!
Daaaag!!!! I am leaving The Gambia!! Leaving my family.. leaving my friends ..

woensdag 22 juni 2016

32 Aftellen

Het grote aftellen is begonnen. Bij 4x slapen zijn we begonnen. Vandaag dus noch twee keer het avond ritueel: aan tafel eten, in bad en daarna een boekje lezen in bed. Afgesloten met het slaapliedje dat ik al sinds zijn babytijd voor hem zong: "Malang heeft op zijn wiege-gordijntje.."
We zijn een klein jaartje verder, maar wat een verschil. Toen Tapha er nog was liep de conversatie grotendeels via hem in het  Mandinka. Nu we met ons tweetjes zijn praten we samen in een combi van Mandinka-Engels-Nederlands. Het is me zelfs gelukt hem over te halen te praten als er een probleem is ipv stokstijf niets meer zeggen. "My shoes.. niet goed" of "I am hungry.. ik wil brood.." Ik prijs hem de hemel in.
En dan de pret die we hebben in de teil, terwijl de kinderen hier krijsen als ze keihard schoon geboend worden met prik-zeep.. "Suloo! Aapje!"en 123 mag hij met een handdoek om op mijn nek springen. Met 66 jaar strompel ik met het natte mormel naar zijn bedje.
Vanavond zei ik dat ik hem ga missen. Dat ik een foto wil zodat ik met hem kan praten. "En Sally! En Sibou! En de (zwerf)kat!" Ja..ik ga ze allemaal missen.
Maar wat verlang ik naar rust want de laatste dagen sleep ik me voort..

dinsdag 21 juni 2016

31 Miauw!

Kwart over twaalf 's nachts. "Miau! Miau!". Hoor ik nou nog steeds mijn poesjes? Het moet niet gekker worden.. Het zal wel de zwartwitte kat zijn die de laatste weken mijn restjes krijgt. "Miauauau!" klinkt het hoog en klagelijk. Normaal lig ik in coma na een lange dag werken, maar dit zielige geluid houdt me verder uit de slaap. Ik wurm me onder het muskietennet vandaan en schijn met de WakaWaka door de tralies. Ik schrik. Zitten er nou twee grijze ratten onder mijn raam? "Miau" klinkt het nogmaals. Nee! Niet twee kleine katjes alstublieft!!!
Bij de voordeur heb ik viswater voor Sally neer gezet. Ja hoor.. daar zitten ze  piepklein te wezen naast de grote pan. Sally komt direct aanlopen maar doet ze niets. Zucht. "Niet jouw pakkie an Tien!" praat ik stoer in mezelf en schenk een beker vol Bayleys in. Pfht! Ook nog maar een sigaretje erbij. Het geluid sterft weg achter de Roundhut. Ik weet er een metalen plaat te staan. Daarachter 'wonen' ze waarschijnlijk. Pal onder het wc raampje. Malang attendeerde me al eerder op het gemiauw maar echt serieus nam ik het niet. Nu wel dan? Vier dagen voor vertrek?
Verder slapen maar en proberen te vergeten dat we een poezenkraamkamer hebben ;-)

maandag 20 juni 2016

30 Blauw blauw hemelsblauw


Als gekken verven Mama en ik de veranda blauw. Nadat Malang en ik de poesjes weggebracht hadden zongen we: "..blauw blauw hemelsblauw.. Malang is die kat van jou..?" Opeens wist ik wat we als troost gingen kopen: Hemelsblauwe verf! Malang wees aan welke hij mooi vond en sponsordochter Mama vloog ermee tegen de pilaren op. Geweldig!

zondag 19 juni 2016

29 Sally

Over trouw gesproken.. in 2013 zette Tapha een hondje op mijn schoot toen we langs een jongen reden die op het punt stond hem te droppen in de bush. We noemden haar Sally, naar mijn overleden poes. Een klein jaar later bleek ze zwanger.. te laat dus om te steriliseren. Een complete hondenfamilie  kwam erbij: 4 puppies. Met liefde groeiden ze op. Echter, de een na de ander verdween.  Ik was nog niet in Holland of mij bereikte het bericht dat Sally een hele lelijke wond had aan haar kop. Gebeten door haar eigen zoon..
Om een lang verhaal kort te maken: toen ik dit jaar in februari terug kwam was alleen Sally nog over en haar dochter, inmiddels ook zwanger. Het geld dat ik voor sterilisatie had achter gelaten bleek voor iets anders (?!?) gebruikt door mijn lieftallige husband. Elf jonkies stierven -gelukkig-  achter mekaar want veel te klein. Sally was ondertussen een oog verloren. Het was teveel voor mij om dit alles nog recht te zetten na alles wat er inmiddels gepasseerd was en ik besloot het  in godsnaam dan maar 'los te laten'. Ze woonden inmiddels op Taphas vroegere compound en waren Gambiaanse honden geworden, levend van rijst en graten terwijl ze van mij altijd hondenvoer en een liefdevolle verzorging kregen. Sally springt nog altijd hysterisch tegen me op als ik haar compound oprijd en wordt pas rustig als ik tegen haar praat en haar knuffel.
En toen eergisteren: opeens stond ze voor de Roundhut, niet van plan om te vertrekken. Dat er twee poesjes waren deerde haar niet. Ze ging languit op de vloer van de huiskamer liggen en viel voor uren in slaap. Ze is niet meer weg gegaan. Zo trouw.. zo lief.. goed om te zien na de trouweloosheid van voorheen mijn geliefde ;-)

vrijdag 17 juni 2016

28 Au! Afscheid!

Het grote afscheid is begonnen: morgen brengen Malang en ik de poesjes naar de dierenarts (terug). "We feel it" zoals ze hier zeggen bij ernstige emoties. Ik probeer er al dagen voorzichtig op aan te sturen maar vanavond moest het maar eens concreet worden. Na troetelen op schoot en een fotosessie was het tijd voor Malang om in bad te gaan. Als een geslagen hondje liet hij het gebeuren en droge snikken in bed waren het vervolg.
Het is niet anders. Afscheid nemen is moeilijk. En dan is dit nog maar een voorproefje voor over een week als ik vertrek :-(
I feel it..

maandag 13 juni 2016

27 Kartong kids

Zondagmiddag. Tijd vrij gemaakt om familie in Kartong te bezoeken. Treurig. Moeder al 2 maanden afwezig. Vader nergens meer toe gemotiveerd om diverse redenen. En dochter van 12 die naast school het hele huishouden incl. 4 kinderen draaiende probeert te houden. Pfht..
Tijd om ze aan de ellende te ontrukken: in de jeep en op! Naar zee! Wat een top idee. Ze hebben even genoten.. Even kind zijn..

zaterdag 11 juni 2016

26 Ramadan

1
"Ram-ma-dan
Jam-mer-dan"
Iets te lang de telefoon opgelaad in de jeep en dus... geen krimp meer.
"Waarschuw me als je iemand ziet die kan helpen duwen" zeg ik tegen Malang en geef mezelf de opdracht rustig te blijven. Na een tydje roept hij me. Een donkeycar komt voorbij met een volwassen man en een puber.
"Can you help pushing the car please?"
Zijn  hoofd schudt nee.. zijn handen maken een hulpeloos gebaar. "Vasting. I am vasting". Dank u wel. "Abarrakaa bake!" En verder is er geen kerel te bekennen. Ik weet hoe ze liggen. Languit over drie stoelen binnen in huis. Bijkans bewusteloos.
Opeens heb ik een hekel aan ramadan :-(
Geen jeep maar ook geen oplaad mogelijkheid meer. Dat wordt kluizenaar spelen..
2
Ik bedacht me ongeveer een jaar geleden: Aan wie zou ik dit constructie speelgoed geven? Malang had de oplossing. Hij haalde het eigenhandig uit de kist en begon samen met Kawsu autootjes te maken. Heel normaal voor Hollandse kids maar hier heel bijzonder. Concentratie is sowieso ver te zoeken en met alles wordt 'gevoetbald'. Dus ben ik nogal trots dat ze zingend - "one..two..three..four.. " - al meer dan een uur op de mat ermee aan het spelen zijn.
3
Harde werkers! Malang en zijn vriend 'pounden'  de keiharde koeienpoep om rond de sticks te verkruimelen als mest. De sticks zijn stukken tak van Marijke Mol haar prachtige bloementuin. Die zijn kaal in de grond gestopt en beginnen al uit te lopen:-) Nog  twee weken te gaan dat we ze water kunnen geven. Daarna is mijn hoop gevestigd op regen. Ik heb weliswaar uitgelegd aan de buurvrouw dat zij ze water mag geven als ik weg ben. Maar of ze dat doet..? Bloemen kun je immers niet eten dus de motivatie daartoe is er waarschijnlijk niet. Dus wordt het vertrouwen op 'overleven'. Wat zowel mensen als natuur gewoon zijn te doen ;-)

woensdag 8 juni 2016

25 Zielig


Toen ik gisteren eindelijk eens tijd vrij maakte om de kussenhoezen van het  toekomstige (?!) bankje met Mama te verven, bleken bij terugkomst op de compound 15 kids de boel op stelten te hebben gezet. 'Als de kat van huis is.." . Helaas.. de katten waren thuis. "Robby is sick!" wist Malang me direct te informeren. Met een half verlamd lijfje sleepte mijn katje zich de roundhut in toen ik eindelijk de deur opende. Hoe kon ik zo stom zijn om de beestjes buiten te sluiten? Wie weet hadden ze hem als voetbal gebruikt of volleybal. Dat kan hier allemaal. En misschien had hij wel een dwarslaisy.. Ik raakte in paniek en schreeuwde dat ze allemaal op moesten rotten. "Bodje! Al banta! Iteriaaa!" Ze stoven alle kanten op en in een mum van een tijd zat ik met Malang bij het hulpeloze diertje treurig te wezen, niet wetend wat te doen. Vragen wat er gebeurd was had weinig zin gezien zijn beperkte engels en nederlands. Wat heen en weer smsen met de dierenarts en vriendin mirte kwam niet verder dan: kom morgen maar langs.
En zo reed ik 50 km heen en 50 km terug door de bloedhitte. Maar het had wel nut gehad. Een injectie en en voedingsadvies: europese kattenvoeding.. zeg maar luxe Sheba. Het werkte. Al direct viel hij aan op de vleespasta en wist niet van ophouden.
Je kunt natuurlijk alles proberen lokaal op te lossen.. maar daar hangt een prijskaartje aan: een bijna verhongerd katje.
De kussenhoezen zijn ondertussen droog geworden en ik zit quasi relaxed aan een biertje. Robby scharrelt wat rond en sleept zijn pootjes achter zich aan. En Malang wil eten.
Aan de slag maar weer !

dinsdag 7 juni 2016

24 Aanpassen

Ondanks dat ze nauwelijks iets eten - probeer van alles waaronder nb broodpap met lokale pindakaas! - zijn ze heel levendig. Te soms. Ik zit onder de krassen van hun scherpe babynageltjes.
De tegelman komt ook vandaag weer eens niet.Pfht. Dus gaan we - Mama en ik - de hoezen van de bank verven. Het heet 'Batik' maar is eigenlijk tie&dye. Afbinden van de stof. Helaas is het bankje zelf niet met de container mee gekomen. Wel schijnt hij 'onderweg' te zijn. In NL zou je niet goed worden van al die niet nagekomen afspraken met werkers en niet aangekomen containerspul. Hier zucht je nog maar eens en verander je je plan..

maandag 6 juni 2016

23 opvoeden

Een vaag zonnetje. De rook van de afval die ik zojuist verbrand heb maakt het er niet echt beter op. Om van de ramen maar niet te spreken. Die zijn er vorig jaar met siliconenpasta ingezet. Daartoe is het glas meegenomen met als gevolg dat het een soort vlekkerig matglas is. Met scheermesjes ben ik begonnen het eraf te halen, maar ben na twee ruitjes gestopt. Monnikkenwerk. En ik ben geen monnik, en ook geen non. Dat bleek vanochtend weer eens toen ik tegen Malang uitviel omdat hij op niets antwoord gaf.
Stokstijf stond hij in de kamer. Er is dan wat. Vragen "wat is er?" lijkt zijn gedrag  alleen maar te stimuleren.
"Speak please Malang!"  verzoek ik hem dringend. "Praat! Als je niet praat weet ik niet wat er is.."
Goed dat werkt dus niet. Dan maar over tot actie.
"Pak je stoel en eet je broodje op. Pindakaas met banaan, lekker! En drink je thee.."
 Nors kijkt hij voor zich uit en reageert totaal niet. Ik voel boosheid opkomen, terecht of onterecht, en zeg hem dat als hij niets zegt zonder eten naar school kan gaan. Nog geen knippering van de ogen. Bij mij: frustratie. Dat ik niet in staat ben dit kind te ontdooien. Het is vreselijk Afrikaans om zo te reageren maar ik kan er niets mee. Dan komt het moment dat het genoeg is.

"Ok..Geen brood? geen thee? Naar school dan. Pak je fiets." En ik flikker woedend zijn thee met melk over de compound. Dat ziet hij. Wat nu? Ik wil best lief en aardig doen maar vaak werkt dat alleen maar omgekeerd. Nieuwe actie dan.
"Kom even bij me zitten" en klop op mijn been. Langzaam schuifelt hij naar me toe, neemt plaats op mijn schoot en legt zijn koppie tegen me aan. Weer leg ik hem uit dat als er iets is hij moet praten.
"Al zeg je maar Yes! Of Ha! of Ja!" Hij knikt slechts.

Ik hou mijn oor voor zijn mond en test: "wil je je broodje opeten?"
Heel zacht piept hij Yes! in mijn oor.
Ik geef hem een reuzen compliment.
"Goed zo! Zie je wel? Wil je ook thee?"  

"Ha!" fluistert hij weer en wrijft over zijn knie. Ik kijk en zie een zoveelste dikke bobbel waaronder ongetwijfeld weer pus schuilt.
" Doet je knie pijn?" 
"Yes!"
Opgelucht dat hij het begrepen lijkt te hebben haal ik een pleister met jodium en plak hem erop. Tevreden kijkt hij naar me op. Dat been was waarschijnlijk de boosdoener. Hij maakt zich denk ik terecht zorgen dat hij zulke pijnlijke diepe gaten heeft die maar ontsteken en lekken. Al een week verbind ik het. Maar als hij een paar dagen bij zijn moeder is kan ik daarna overnieuw beginnen. Misschien durft hij het daarom niet aan te kaarten en blijft liever stil.
Het zij zo. Ik ga door tot de jodium en de pleisters op zijn. Van opgeven heb ik nog nooit gehoord.
Als hij zijn broodje opgepeuzeld heeft en zijn thee gedronken lopen we samen naar de poort. Malang met de fiets aan de hand. Ik lach. Hij lacht terug.
Zeg maar "I go to school." Lachend herhaalt hij het.
En nu: "Ik ga naar school."  Ook dat zegt hij na. Tevreden aai ik hem over zijn koppie.
"Goed hoor! nou.. kus!" En ik geef hem een extra dikke op zijn wang. Spontaan kust hij terug. Eenmaal op zijn fietsje draait hij zich nog even om. Hij ziet er blij uit en zwaait. "Dag schat!"

Zucht. Opvoeden is een challenge..    

zondag 29 mei 2016

22 poespoespoes

De zon laat zichzelf als een lichte vlek aan de hemel zien. Ze is nog niet sterk genoeg om door de bewolking heen te komen. Het is acht uur  in de ochtend. Tegen tienen zal ze het winnen en gaat er op los branden. Op de veranda zucht een koel windje. Een haan kraait bij de buren. "DjoeDjoe" doet de vogel in de mangoboom. Binnen is het stil. Alleen het poesje krabbelt wat in de rondte, tussen hark en bezem, emmers en scheppen. Er is altijd wel ergens een touwtje dat loshangt of een leeg blikje dat hij over de tegelvloer kan rollen. Zijn kleine buikje is rond. Zoveel dikker dan toen ik hem bijna overreed op de hoofdweg. Toen was het een en al bot.

Ik maak me zorgen hoe het moet met kleine Robbie - want zo hebben we hem genoemd, al reageert hij slechts op poes-poes-poes  - als ik over vier weken wegga. De mail van de vliegmaatschappij liet weinig te raden over. Hij moest drie maanden oud zijn, inentingen, paspoort etc etc etc. Dat wordt dus niks. Ik ben aan hem gehecht geraakt en hij aan mij. Kruipt als een baby op mijn schoot en vindt het het fijnst als ik mijn hand stevig om zijn kleine lpoezenlijfje leg. Dan stopt hij eindelijk met spelen en soest hij weg in een diepe slaap. Zal ik hem een pilletje geven en in mijn tshirt rollen als ik op het vliegtuig stap? Ik ben er gek genoeg voor. In Amsterdam hoef je zoiets niet te proberen met die bodyscans. Maar hier geloven ze je op je blauwe ogen. Alleen de tassen worden gescand. Ik heb n og even de tijd om te kijken of hier iemand hem wil nemen. Gambianen zijn niet aan de orde. Die zijn bang voor poezen. De kinderen zullen hem stenigen. Komt tijd komt raad, daar vertrouw ik dan maar op.

Voor schrijven kan ik al tijden de rust niet meer vinden. Teveel heisa hier en problemen die opgelost moeten worden. Van grote tot kleine. Met een diepe zucht zet ik me er aan en hoop op even rust, wetend dat het niet voor lang zal zijn. Desondanks heb ik geloof dat ik op een bepaald moment alles onder controle heb en in eigen hand. Ondertussen pak ik mijn verlies en probeer  tegen de klippen op het verleden achter me te laten. "Rasta! Rasta!" wordt er regelmatig naar de jeep geroepen, de bijnaam van T.  Stoicijns rij ik door en wuif vrolijk naar de mede weggebruikers die me niet lastigvallen met zijn naam. Ooit ben ik alles vergeten, als ik maar geduld heb...

maandag 16 mei 2016

21 dood en begraven

Het is zo stil dat het niet te beschrijven valt. Net even geblaf van een hond in de verte, de ijzeren deur die heen en weer klappert in de wind. Zelfs het ruisen van de bomen is afwezig. Het is tien uur in de avond, laat voor mijn doen. Meestal lig ik dan al schoon geboend  - je wordt hier vreselijk vies altijd - in bed. Vandaag echter was een volle dag.  Na het naar binnen rijden van de jeep  - met 1 cm speling aan weerszijden op straffe van de hele poort in elkaar jensen - eerst alle ramen van sloten ontdaan en wijd tegen elkaar opengezet.  De Roundhut mag dan dikke muren hebben, toch wordt het warm binnen als alles gesloten is.  Met een WakaWaka in mijn hand doorkruis ik de kamers en stap natuurlijk op het nog piepkleine katje. Hij blijft achter me aan rennen en voor de voeten lopen tot hij eten krijgt. Bij gebrek aan een waslijn drapeer ik de door Marijke gewassen lakens en handdoeken over de stoelen binnen. Reuze gezellig. Maar het kan me niet deren. Aanmaak limonade met een reuzenscheut Southern Comfort vertroebelt de blik en maakt in een klap alles aangenaam. Het is zelfs voor het eerst dat ik sinds de inbraken vorige week rustig met de deur open zit. Nu scheelt het wel dat er wat maan is. De compound is daarmee meteen een stuk overzichtelijker in de avond cq nacht.
De veranda is bijna afgepleisterd. Bijna , want vanwege een dode in het naburige dorp  moest Marena er vanochtend na een paar uur weer mee ophouden.  Een dode wordt door alle mannen van het dorp begeleid naar de begraafplaats. De vrouwen blijven thuis met sjaals over het hoofd geknoopt. "He climb in a  mangotree"  legt hij me in zijn beste Engels uit en kijkt veelbetekenend. Als hij daarna dood was zal hij er wel uit gevallen zijn, denk ik.  Ik vertel het onderweg naar de garage aan mijn medepassagier. "He was hungry"  was zijn enige reactie. Je hebt honger,  valt uit een boom en om  twee uur ben je begraven. Sommige dingen gaan snel hier.


Ik heb de jeep naar Sukuta, 10 politieposten verder - gereden, waar Omar tegenwoordig garage houdt. Een enorme mangoboom domineert de vele kapotte busjes en auto's die eronder in het stoffige vuile zand geparkeerd staan. Ik wring mijn autootje ertussen zodat Omar de hoogst persoonlijk ingevlogen onderdelen kan monteren. Zonder 4wheel drive rijden gaat steeds slechter als ik naar zee wil en dus moet het gerepareerd. De enorme zandtrucks hebben de wegen kapot gereden. Kletter ik niet over een bruinrood 'wasbord' dan zeil ik wel als een schip links en rechts  op de electriciteitspalen af. Tot nu toe ontwijk ik ze rakelings, maar een hobby zal dit niet van me worden. Tegen zessen lijkt de klus geklaard. Het '4WD' lampje brandt. Als ik een half uur later het bij Marijke voor in het mulle zand ga uitproberen hoor ik een hoop gekletter en gebonk. Gadverdamme, allerminst geklaard dus. Bovendien krijg ik hem niet meer terug in 2WD. Bellen met Omar levert niet veel meer op dan dat hij morgenochtend even langs komt. Nu moet ik maar in de 4wheel drive naar huis rijden. Niet erg als die het doet. Maar het stuur lijkt wel vast geroest en ik heb moeite om met twee handen de jeep recht op de weg te houden.  Bijna thuis probeer ik nog eenmaal of hij er niet uit te trekken valt. Ja hoor, geen enkel probleem. Rustig zoevend bereik ik de gate van de compound  en friemel hem er met  slechts tien keer voor- en achteruit rijden recht door de poort naarbinnen. Zucht.  Die borrel heb ik verdiend!  

donderdag 12 mei 2016

20 alweer donderdag..

Gevecht met stroom om mijn telefoon, tablet en toetsenbord aan de gang te houden. Gelukkig is daar de zon die de WakaWaka-lampen laadt.Nog 22 % nu, dus even een snelle start maken.
In de verte kukelt een haan er op los. Op de veranda hoor ik Marena de metselaar schep na schep cement tegen de pilaren kwakken  Het is half twaalf en al een flinke werkdag achter de rug. Water halen doe ik als er een kerel in de buurt is. Vandaag was Lamin de klos. Rijden naar de hoofdweg en daar acht enorme jerrycans vullen, alsmede 12 flessen en en vier melk containers van de AH. Jaja, meegenomen uit Holland want handig om water te halen als ik alleen ben. Het is een gegoochel om alles voor elkaar te krijgen maar het lukt.  Zou ik hem kunnen vragen of hij naar de pater wil gaan om bier te halen voor vanavond ? En meteen een ijsblok voor de cooler? Waarom ook niet, hij is op de fiets. Even later fiets hij met de cooler onder een rubber weg. Aan zijn gezicht kan ik nooit zien of hij het vervelend vindt of juist niet. Dus denk ik maar: this is Africa, ze zijn van jongsaf aan gewend om voor kleine boodschapjes gestuurd te worden. 'To sent somebody'  heet het.  De moeder  zendt de oudste broer voor iets weg,  die het vervolgens weer delegeert naar zijn jongere  broer of zus. Ik pas me dus aan en stuur regelmatig iemand voor een brood, sigaretten, lucifers en vandaag dus voor bier en een ijsblok.
Gisteren stuurde Pap een 'brother' naar me toe met vis. Een enorme barracuda grijnsde me aan. Zijn tanden in de spitse bek ontbloot. Zonder veel omhaal sneed ik de kop los en trok de ongewanden naarbuiten. Dat ik vroeger nog niet eens een vis aan durfde te raken lijkt lang geleden. Het verwondert me iedere keer weer dat er in een mum van tijd een hond of kat zich over de visresten ontfermt. En dat terwijl  op de compound ogenschijnlijk  geen beest te bekennen is. Ik snijdt het lijf in drieeen. Een voor de avond en twee voor morgen. Voorzienige blik, want Marena is vandaag hier de hele dag aan het werk. Ik zal hem dus te eten moeten geven.
Als de dag aangebroken is ben ik direct de onrust gedurende de nacht kwijt. De tralies mogen dan gelast zijn, de ramen kunnen nog steeds niet dicht omdat de dief de handels afgebroken heeft. En die kunnen alleen electrisch gelast worden omdat met autogeen lassen - zuurstof- en gasfles -  het glas geheid springt.  Dat dat nog wel eens heel lang kan gaan duren ben ik op voorbereid. Na het debakel van de ene na de andere generator  die niet krachtig genoeg bleek om het lasapparaat van dienst te zijn, heb ik besloten het te accepteren.. Echter, vannacht kon ik angstgevoelens  niet echt onderdrukken. Eerst hing ik kerstverlichting aan het raam om duidelijk te maken dat ik aanwezig was. Toen ik nog de slaap niet kon vatten omdat ik steeds rare geluiden hoorde, heb ik uiteindelijk mijn boek gepakt en heb tot drie uur gelezen. Uiteindelijk de kerstverlichting uit gedaan en daarmee tegen mezelf gezegd: niks aan de hand, slapen nu! Met de telefoon in de aanslag mocht er iets gebeuren. De rechercheur die onderzoek kwam doen had mij zijn twee nummers gegeven. Ik mocht dag en nacht bellen. Hij wilde ook wel komen slapen hier. Waaaaat?! Ik dacht even dat ik het niet goed verstaan had. Maar toen hij nog geen twee uur na zijn bezoek me alweer belde met de vraag hoe het nu met me ging, vreesde ik dat ik hier weer met een dood ordinaire behoeftige Gambiaan te maken had. Toch hou ik hem in gedachten voor als ik besluit iemand in het huis te laten wonen als ik in Nederland ben. Want nog een keer dit gezeik heb ik geen zin in.


Tot mijn grote verbazing is het alweer donderdag. Morgen ga ik met Marijke gekleurde tegels zoeken voor op de veranda. Want het moet een vrolijke boel worden hier!! Komt het niet van mij, dan maar van de tegels op de verandavloer;-)

zaterdag 7 mei 2016

19 lichtgrijs en groen

Lichtgrijs en groen. De zon komt net boven de bomen uit en lijkt op een maan, zo wit. Laaghangende sluierbewolking verhindert de normaal feloranje bol om tevoorschijn te komen.Elf minuten over zeven. Ik heb geen wekker nodig om wakker te worden. Om half tien slapen na een dood vermoeiende dag en een gebroken nacht zijn genoeg. Buiten steek ik de vuilnis van de vorige dag aan. De zwerfhonden hebben  de rijst en visresten die ik apart in een kuiltje gegooid heb al ruimschoots opgegeten. Schichtig sluipen ze nog wat rond op zoek naar meer. Als ze mij zien schieten ze weg. Was ik eerst nog bang dat de etensresten ratten aan zou trekken, no problem.anymore. TikTiktik! tikt het eerste vogeltje alweer tegen het glas van het keukenraam, tiktiktik..
De vrijdag zit er weer op, vandaag een nieuwe dag met hopelijk nieuwe kansen. Op een of andere manier is op de vrijdag mij geen geluk beschoren. Het herinnert me altijd aan betere tijden. Het is een dag om mooi gekleed vrienden te ontmoeten, voor de moslims na het middaggebed in de moskee. Voor mij nu - zonder moslim in de buurt - een gewone werkdag. Lasser Yaya stond in keurig goed om negen uur voor mijn neus. Met electrisch lasapparaat. Waar de generator was. Eerlijk gezegd geen idee, antwoord ik. Omar zou het regelen. Bellen. Ik krijg omstandig te horen dat een oude man overleden is etc etc etc en dat de begrafenis om elf uur is. Ik weet dat hij hier dus niet voor twaalf uur zal zijn met de generator, als hij die al heeft. Yaya heeft er alle begrip voor. Een begrafenis gaat voor alles en besluit vast de nodige voorbereidingen te treffen: tralies afmeten en ogen maken voor de toekomstige hangsloten. Tussendoor drinken we koffie en praten over van alles. Ik probeer het onderwerp Tapha - zijn beste vriend -  te vermijden. Dat lukt redelijk.
Inderdaad staat Omar tegen twaalven op de compound, in nette gestreken pantalon en overhemd. Zonder generator. Ik verbaas me nergens meer over. Ik probeer nog even of ik zelf iets kan regelen via Marijke, maar helaas, zij heeft er ook geen een.. Via via belanden we dan toch uiteindelijk op een compound verderop. Daar zou iemand zo'n ding verhuren. Bij de poort staat een mannetje van Nawec - de electriciteits maatschappij -  met een stapel formulieren. Is dit de man die ons gaat helpen? Ik wacht het af en heb het allang opgegeven om direct de conversatie te volgen. Nawec.. hoe staat het eigenlijk met de meter die ik vijf weken terug op het hoofdkantoor over heb laten schrijven op mijn naam? denk ik opeens. Als de mannen even niets doen waag ik het erop erover te beginnen. tegen Omar. Hij buigt zijn hoofd diep, duidelijk om mij niet in de ogen te hoeven kijken. "There is a problem" begint hij. Het zal niet waar zijn, denk ik. "..The law you know.." Nee ! Ik wil van geen wet meer weten na het gezeik met de politie een paar dagen geleden.  "The law says it cannot be done. Tapha has to give permission to transfer the electricity meter tot he Roundhut." Woede en verdriet maken zich direct van mij meester. Godverdomme. "Hoe kan een vent toestemming geven als hij als illegaal in Duitsland zit?!" vraag ik met een kop die niet mis te verstaan is. Omar haalt zijn schouders op. De Nawec man vraagt wat er aan de hand is. Ondertussen stromen de eerste tranen over mijn wangen. "Dont cry.." zegt Yaya "please Tineke, please!" Als ze ergens niet tegen kunnen is het tegen janken. Maar mij kan het even helemaal niets schelen. Misschien is het juist wel goed dat hij eens ziet wat zijn vriend me aangedaan heeft ' to run away'  en wat voor eindeloze gevolgen dit  heeft. Hij is duidelijk onder de indruk. "I feel it" zegt hij met een bedrukt gezicht. Overigens zijn deze woorden ongeveer het hoogst haalbare aan te tonen emoties. Mooi, hij voelt het. "Als je Tapha spreekt moet je hem dit maar een fijntjes uit gaan leggen!" sis ik.
Omar heeft ondertussen geheimzinnig staan overleggen met de man. Van de generator waar we voor gingen ondertussen nog geen spoor. Er is wat heen en weer gebeld, meer niet. Als Omar mijn tranen ziet probeert hij me gerust te stellen. Dito woorden, niet huilen, stop! Als ik papieren kan overleggen kan dit mannetje het alsnog regelen, belooft hij. Ik geloof het direct. In een corrupt land als dit hoef je van hogerhand dus niks te verwachten is mijn conclusie. De kleine man kan het daarentegen voor elkaar rommelen tegen een kleine vergoeding.

"Lets go!" zegt Omar opeens. Waar naartoe? ik vraag het niet. Zoek het allemaal maar uit met je generator en neem bokkig plaats op de passagiersstoel. Laat hij maar rijden. Ik jank in het zijraampje mijn laatste tranen. Want ik weet dat ik door moet. Zigzaggend door het dorp  houdt de jeep stil voor een winkeltje waar mannen op een bankje zitten. "Tineke Two!" roept eentje even zo vrolijk. Geen idee wie het is maar ik groet maar gewoon terug. Ja alles gaat goed, antwoord ik desgevraagd. Met de familie ook? Welke familie ?! denk ik boos, denkend aan mijn 'familie' in Holland, ouders die overleden zijn  en een nog levende broer die besloten heeft dat hij me niet meer wil zien. Fok! Zo kan ie wel weer. Met een voddig kleenexje droog ik mijn gezicht af. Omar verschijnt aan het zijraam van de jeep. Of ik driehonderd dalasis wil geven voor een kapot onderdeel van de generator. Dan maken ze hem en komen hem morgenochtend met een kruiwagen brengen. Zien is geloven. Ik geef het geld en hoop er het beste van. "Maar niet ook nog eens huur betalen" waarschuw ik. Nee nee nee, zo komt het goed.
En nu is het de volgende dag. Naast me zie ik Malang voor het eerst bidden op de kleurige Afrikaanse mat die altijd was om op te spelen. Hij buigt en staat op, prevelt en buigt en staat op. Soms kijkt hij even opzij naar mij. Zich duidelijk bewust dat hij dat voor het eerst doet in mijn aanwezigheid. Ik knipoog tegen hem, goed hoor schatje! Ik heb een moslim kleinzoon, toch nog familie.  

update 15:00 uur Twee niet werkende generators verder zijn we terug bij af. De klus is uitgesteld tot een nader te bepalen dag..

donderdag 5 mei 2016

18 never a dull moment

Met een gevoel van triomf passeren we het ene na het andere checkpoint op weg naar Marijke in Sanyang, vier dorpen verderop.. Nee heren politie, hier is niets te halen. "Tiliburoo benjadi! Goeiemiddag!" En door maar weer met een dikke smile.  Mama giert het bij elke politiepost uit van het lachen. Met name om de Mandinka conversatie van mij met de agenten. We drinken bij Marijke gezellig - een nederlands woord dat nog vaak langs zal komen als het goed is -  een ijskoud biertje, mijn eerste, en limonade en houden het kort. Haar dochter en kleindochter vertrekken en ze moeten op tijd op het vliegveld zijn. Hoe we er zo opgekomen zijn weet ik niet meer, maar feit is dat Marijke me voor een heel klein prijsje vijf dozen vloertegels geeft. Het plan om de veranda van 'broken tiles' te voorzien komt nu wel heel dichtbij. Nog een paar dozen kleurtjes erbij kopen en da ga ik de metselaar werk geven. Maar zoals altijd, first comes first. De ongezellige klus van ramen en tralies rapareren.
Als ik niet weet hoe ik iets op moet starten komt er vaak vanzelf een oplossing. Zo ook gisteren. Pap kwam langs, de oom van Tapha die ons altijd van vis voorziet. Het leek me goed het probleem eerst maar eens met hem te bespreken. Zuchtend en hoofdschuddend neemt hij de schade op. "Ik moet een lasser zoeken. Moet ik Yaya vragen?"  Zelf heb ik daar nogal wat moeite mee om dat hij de beste vriend van Tapha is. Maar Pap wuift dat weg, niks mee te maken . En kordaat belt hij Yaya, die notabene ook nog zijn broer is. Het moet maar denk ik. Discipline, daar zal het op aan komen. Want ik wil perse niet over Tapha praten. Op elke vraag die ik zou stellen zal ik resoluut een "..I don't know.." krijgen. Het is de standaard leugen die ze hier gebruiken om elkaar te dekken en is alleen maar pijnlijk voor mij. Kort en krachtig deelt hij me mee dat Yaya de volgende ochtend om acht uur voor mijn neus zal staan.
Terug naar gisteren, toen we terug naar huis reden. De zon staat laag en ik moet moeite doen om door de stoffige voorruit iets te zien. Toch zie ik op het asfalt voor me iets wits liggen. Een overreden kip? In mijn ooghoek zie ik een groep wit gesluierde schoolmeisjes  naar het ding wijzen. Hun gezichten staan verschrikt. Ik kijk naar het witte ding en zie het bewegen, gooi soepel het stuur om (dat gaat heel goed met een biertje op ;-) -  en scheur er rakelings langs. Dan zie ik dat het een poesje is. Hoe het mogelijk is dat dit alles zich in een fractie van een seconde afspeelt is een wonder. Ik zet de auto aan de kant en kijk in de achteruitkijkspiegel wat de meisjes ermee gaan doen. Oh... ze rennen met het scharminkel naar de auto.  Even overleggen met Malang. Wil je een kat? Het gaat hem duidelijk te snel. De meisjes duwen het vieze magere mormel door het zijraam naar binnen. Nu hebben we een kat, zeg ik verbaasd tegen Malang.. Ik probeer snel te overzien of dit een goed idee is. Ik blijf twee maanden. Dan kan hij in ieder geval goed opgroeien. Ik start de jeep, zet het poesje bij de volledig verbouwereerde Malang op schoot. Losjes wiebelt het op zijn knieen. Dan moet hij ook maar een naam hebben. Welk geslacht het diertje heeft weet ik niet. Ik roep wat namen en bij Robbie! knikt Malang stilletjes ja. Ok, Robbie. "Robbie!Robbie!Robbie!" zing ik vrolijk en moet denken aan de dames van de Living Jukebox op de Noordermarkt. We geven het beestje wat snel in elkaar gedraaide broodpap. Hij is uitgehongerd. Zijn botjes steken bijna door zijn ooit witte vachtje. De familie wordt wel steeds completer, denk ik. Mama maakt een heerlijke omelet en gedrieen zitten we even later aan tafel  de broodjes op te peuzelen. Malang is dan al in bad geweest en kan na het eten direct naar bed. Mama laat zich ophalen door  mijn ex vriend Djanko die nu taxichauffeur is  en de rust is weergekeerd.
De volgende dag, vanochtend dus, staat Yaya voor mijn neus. Met lasapparaat. Ik steek afstandelijk mijn hand naar hem uit om hem formeel te begroeten maar het weerhoudt hem niet om me over mijn blote rug te aaien. Ay! Precies waar ik bang voor was. Hij had me bij Taphas verdwijnen al te kennen gegeven dat ik een husband nodig had. Of ten minste een boyfriend. Nee! Nooit niet! maakte ik hem duidelijk. Nu dat nog even in de praktijk brengen. "Please dont touch me, is not necesary" hoor ik mezelf zomaar zeggen. Het is eruit voor ik het weet. Hij lacht en zegt dat dat wel moet. Maar mijn gezicht spreekt gelukkig boekdelen en we gaan over tot het bespreken van de klus. Morgen krijgt dit alles een vervolg. Insjallah. Pfht.

woensdag 4 mei 2016

17 Een nieuwe eerste dag

In de omlijsting van het wc-raampje zit de Senegalese koekoek stilletjes op een tak. Niet dat hij koekoekt, maar het is een van de weinige namen van vogels die ik ken. De zon staat nog laag en op de hoofdweg in de verte hoor ik de eerste autos brommen. Dit wordt mijn eerste dag heb ik besloten. Want die van gisteren was zo onaangenaam -lees:vreselijk - dat die maar het best zo snel mogelijk vergeten kan worden. De aankondiging vasn ellende begon al 's nachts toen Omar me van het vliegveld ophaalde. Of ik zijn tekst message niet gelezen had. Of de voice message? Mmm.. mijn hart ging direct harder kloppen. Was de Roundhut afgebrand?  De jeep gestolen?  Vertel!! Er was ingebroken. Alle ramen stuk en een tering bende van opengebroken kisten . Hij liet me de foto's zien. Ik werd er niet blij van. De politie was erebij geweest en had errapport van opgemaakt. Thuis moest ik gaan controleren wat er miste. 
Aangekomen bij de Roundhut was ik op alles voorbereid, behalve op een zaklamp. Waar had ik in godsnaam de vier WakaWaka's gelaten? Anders de hoofdlamp misschien. De laatste vond ik zowaar snel en begon in het donker batterijen erin te priegelen. Licht! Een keurig opgeruimde  Roundhut. Kamer a kamer hat mijn sponsordochter Mama opgeruimd en schoon gemaakt. De opengebroken kisten had ze zo goed mogelijk weer ingeruimd. Opgelucht haalde ik adem.  Wat zou het volgende zijn?! Gelukkig bleef Mama slapen want een en ander voelde toch unheimisch. Er leek niets gestolen. Waarschijnlijk waren ze op zoek geweest naar geld. Overigens is het formaat van de dief een raadsel. Toen hij de raamsluitingen opengebroken had was de tralies aan de beurt. Gezien de barsten in het beton heeft hij geprobeerd die eruit te rammen. Tevergeefs. Dus was hij door de tralies gekropen. Nu is het grootste gat in het traliewerk zo klein dat er net een kinderhoofd doorheen kan.  Om het maar niet over de rest van het lijf te hebben. Was het een kind geweest? Gezien het feit dat de spiksplinternieuwe omvormer onaangeroerd tussen de spullen lag, denken we van wel. "Koddo, koddo, koddo!" moet hij gedacht hebben. Geld,geld, geld van die rijke toubab! Doodmoe viel ik als een blok naast Mama in slaap.
De volgende dag bij daglicht. De bananenplanten hadden veel droge bladeren die treurig naar beneden hingen. Was Omar G. niet gekomen om ze te bewateren? Laat het niet zo zijn want ik heb hem ervoor betaald. Niet dat het geld belangrijk is, maar het zegt wel iets over of je iemand kunt vertrouwen of niet. Ik zette koffie met de spressopot. Nescafe bleek niet aan de irde want de twee achter gelaten nieuwe potten waren verdwenen. Kut.  Maar lang treuren deed ik nbiet. Gewoon geen koffie meer voor bezoekers of werkers. Korte metten. Ze kunnen thee van de citroengrasplant buiten krijgen. Klaar!  Mama keek me meelijwekkend aan. "Really?!"  vraagt ze ongelovig. "Ja natuurlijk! Als ze mijn koffie jatten ga ik echt geen nieuwe kopen!"  We eten tevreden onze opaasbroodjes met roomboter op die in de meegenomen koelbox zaten en dronken tevreden onze koffie.
En dan direct maar even van alles regelen dat belangrijk is. Water, Roadtax ( wegenbelasting) betalen, en zorgen dat de meegenomen band op het wiel van de auto geplaatst wordt.
Kawsu is blij als hij me ziet. Hij runt het lokale benzine winkeltje en  is de 'chef'  van de waterpomp aan de overkant. Met overslaande stem uit hij zijn verontwaardiging als hij hoort dat er ingebroken is. Wij vullen de 6 jerrycans met water en hij gooit 10 liter benzine in mijn auto. Nog even het wiel afleveren bij de bandenman en dan gaan we naar Brikama om de roadtax te betalen.
In Sifou laten ze ons zowaar doorrijden bij het checkpoint maar in Brikama is het raak. Auto parkeren en lopend verder gaan. De agent kijkt naar mijn verschrikte gezicht en vraagt tot mijn verbazing hoe ik dat zie. Hoe ik dat zie?! Heel anders! Ik ga met de jeep naar de instanties en betaal. Maar zo eenvoudig was dat niet. Overleg met de tweede agent. Dan naar een derde. Dan wachten op een vierde en uiteindelijk stapt de eerste naast mij  in de jeep. Ok, geen probleem, als hij zijn tijd wil verdoen met mij, denk ik dan nog lakoniek. Bij het politiestation wordt de sfeer direct een stuk grimmiger. Autosleutels inleveren en betalen. Geen probleem, daar kom ik voor. Nee niet de roadtax, boete! 5000 dalasis. Een dikke honderd euro. Dat gaan we niet doen, denk ik en zeg dat ik Omar ga bellen. De veel te dikke kleine Officer of Police lacht. Hij lacht me eigenlijk uit. Of ik niet weet 'law is law'.. Ja dat weet ik geef ik hem van repliek, maar dit is alleen omdat ik wit ben! Dan gaan de poppen pas echt dansen. Vervolgens ben ik nog zo stom om een foto te willen maken van het gestempelde opschrift boven zijn rommelige kamertje en het is raak. Mobiel inleveren!  Ik wordt gek! En hoop ondertussen dat de foto niet genomen is. Klopt, ik was vergeten hoe dit toestel werkte. Mazzel.  Ik bel Omar die eveneens met overslaande stem roept dat dat helemaal niet kan. Dat ik niets moet doen, alleen even bellen met een hem bevriende Hoge Piet bij de politie. Komt in orde stelt de bewuste man me gerust. Niets doen, alleen wachten. "I speak with my collegue and try to reduce the 5000, give him!"  En zo begint het urenlange wachten en roken en wachten en roken tot ik er hoofdpijn van heb..Het is al tegen lunchtijd als ik binnen geroepen wordt. Ze zijn me zowaar nog niet vergeten. Omstandig gaat de dikke Officer  me uitleggen hoe de wet in elkaar zit. Ik knik slechts op alles, vastbesloten geen bek meer open te doen. Autoritair wijst hij me op alles wat ik tot dan toe fout gedaan heb en begint weer de weet uit te leggen. Nu ook voor te lezen van een vaag beduimeld vodje. Ik blijf knikken. Dan geeft hij het op . &:Go with this man!& beveelt hij me. Ik verhuis naar een hokje verder waar een agent lachend achter zijn bureau zit. "You still don't talk?" lacht hij geniepig. "You are angry?" Halsstarrig knik ik van nee, niet van plan hem de lol van ellende te gunnen. 5000 dalasis zegt hij nog maar eens en houdt een vieze plastic zak om hoog. Of ik denk dat ik mijn autosleutels herken. Dat lijkt me wel, antwoord ik kort. Vervolgens schudt hij de zak van grote hoogte leeg. De bossen sleutels kletteren op zijn bureau. Ik pik mijn sleutels eruit. Lachend schuift hij me de autopapieren toe. Begrijp ik dit goed? Kan ik vertrekken zonder de boete te betalen?! Ik geloof mijn ogen niet. De man zit nog steeds te lkachen achter zijn bureau. Ik ontdooi en houdt mijn vuist voor hem. Box?? "That is nice! You show me respect!" roept hij uit.  Ja dat doe ik, I show respect to the Police of the Gambia, denk ik, echt  niet!
Buiten wordt ik verblind door het schelle zonlicht. Ik bel de Hoge Piet  om hem te bedanken. Ik moest vooral nog eens bellen en hij zou me zeker komen bezoeken etc etc etc. Zucht, die ziet al een vierde echtgenoot voor zich vrees ik. Het is nog even een punt om de jeep tussen de geparkeerde auto's op de politie binnenplaats uit te krijgen. Pesterig wordt mij medegedeeld dat de eigenaar van de auto achter mij pas vanavond terugkomt.  Ik lust iedereen rauw en zet de jeep in zijn achteruit. Dan stormt er een man op de geparkeerde auto af. Als hij zijn motor start rij ik rakelings met mijn oude bak langs zijn chique gelakte wagen. "Joke he? " lach ik vals tegen hem. Ik zal ze krijgen!

We barsten van de honger en gaan lucnchen in een nieuw restaurantje aan de hoofdweg. Mama is er trots op als was het haar eigen business. De Chicken Jassa bestaat uit een bord rijst met een uitgedroogde kippenpoot en wat snippers ui. Het kan me niet verdommen. Ik ben hier toch om af te slanken. Een dag water drinken en een bord rijst. Afrika. Ik ben er weer :-)
Getik tegen het keukenraam. Een klein  vogeltje zit driftig ten het spiegelglas te tikken en lijkt erin te praten. Geelborstje tikt tegen het raam, tiktiktik.. Een nieuwe eerste dag, in vrede en stilte op de compound. Met een zacht zonnetje. Rust. Malang is al naar school op zijn nieuwe schoenen. Dat hij weer bij mij kwam wonen was evident gezien de grote zak met kleren die zijn broertje hem na bracht. Gezellig. Gewoon weer om zeven uur opstaan, pap en koffie maken en hem naar school helpen. En 's avonds een feestje in bad met warm water , eten en een boekje lezen. Ik heb er naar uit gezien!