maandag 6 juni 2016

23 opvoeden

Een vaag zonnetje. De rook van de afval die ik zojuist verbrand heb maakt het er niet echt beter op. Om van de ramen maar niet te spreken. Die zijn er vorig jaar met siliconenpasta ingezet. Daartoe is het glas meegenomen met als gevolg dat het een soort vlekkerig matglas is. Met scheermesjes ben ik begonnen het eraf te halen, maar ben na twee ruitjes gestopt. Monnikkenwerk. En ik ben geen monnik, en ook geen non. Dat bleek vanochtend weer eens toen ik tegen Malang uitviel omdat hij op niets antwoord gaf.
Stokstijf stond hij in de kamer. Er is dan wat. Vragen "wat is er?" lijkt zijn gedrag  alleen maar te stimuleren.
"Speak please Malang!"  verzoek ik hem dringend. "Praat! Als je niet praat weet ik niet wat er is.."
Goed dat werkt dus niet. Dan maar over tot actie.
"Pak je stoel en eet je broodje op. Pindakaas met banaan, lekker! En drink je thee.."
 Nors kijkt hij voor zich uit en reageert totaal niet. Ik voel boosheid opkomen, terecht of onterecht, en zeg hem dat als hij niets zegt zonder eten naar school kan gaan. Nog geen knippering van de ogen. Bij mij: frustratie. Dat ik niet in staat ben dit kind te ontdooien. Het is vreselijk Afrikaans om zo te reageren maar ik kan er niets mee. Dan komt het moment dat het genoeg is.

"Ok..Geen brood? geen thee? Naar school dan. Pak je fiets." En ik flikker woedend zijn thee met melk over de compound. Dat ziet hij. Wat nu? Ik wil best lief en aardig doen maar vaak werkt dat alleen maar omgekeerd. Nieuwe actie dan.
"Kom even bij me zitten" en klop op mijn been. Langzaam schuifelt hij naar me toe, neemt plaats op mijn schoot en legt zijn koppie tegen me aan. Weer leg ik hem uit dat als er iets is hij moet praten.
"Al zeg je maar Yes! Of Ha! of Ja!" Hij knikt slechts.

Ik hou mijn oor voor zijn mond en test: "wil je je broodje opeten?"
Heel zacht piept hij Yes! in mijn oor.
Ik geef hem een reuzen compliment.
"Goed zo! Zie je wel? Wil je ook thee?"  

"Ha!" fluistert hij weer en wrijft over zijn knie. Ik kijk en zie een zoveelste dikke bobbel waaronder ongetwijfeld weer pus schuilt.
" Doet je knie pijn?" 
"Yes!"
Opgelucht dat hij het begrepen lijkt te hebben haal ik een pleister met jodium en plak hem erop. Tevreden kijkt hij naar me op. Dat been was waarschijnlijk de boosdoener. Hij maakt zich denk ik terecht zorgen dat hij zulke pijnlijke diepe gaten heeft die maar ontsteken en lekken. Al een week verbind ik het. Maar als hij een paar dagen bij zijn moeder is kan ik daarna overnieuw beginnen. Misschien durft hij het daarom niet aan te kaarten en blijft liever stil.
Het zij zo. Ik ga door tot de jodium en de pleisters op zijn. Van opgeven heb ik nog nooit gehoord.
Als hij zijn broodje opgepeuzeld heeft en zijn thee gedronken lopen we samen naar de poort. Malang met de fiets aan de hand. Ik lach. Hij lacht terug.
Zeg maar "I go to school." Lachend herhaalt hij het.
En nu: "Ik ga naar school."  Ook dat zegt hij na. Tevreden aai ik hem over zijn koppie.
"Goed hoor! nou.. kus!" En ik geef hem een extra dikke op zijn wang. Spontaan kust hij terug. Eenmaal op zijn fietsje draait hij zich nog even om. Hij ziet er blij uit en zwaait. "Dag schat!"

Zucht. Opvoeden is een challenge..    

Geen opmerkingen:

Een reactie posten