donderdag 5 mei 2016

18 never a dull moment

Met een gevoel van triomf passeren we het ene na het andere checkpoint op weg naar Marijke in Sanyang, vier dorpen verderop.. Nee heren politie, hier is niets te halen. "Tiliburoo benjadi! Goeiemiddag!" En door maar weer met een dikke smile.  Mama giert het bij elke politiepost uit van het lachen. Met name om de Mandinka conversatie van mij met de agenten. We drinken bij Marijke gezellig - een nederlands woord dat nog vaak langs zal komen als het goed is -  een ijskoud biertje, mijn eerste, en limonade en houden het kort. Haar dochter en kleindochter vertrekken en ze moeten op tijd op het vliegveld zijn. Hoe we er zo opgekomen zijn weet ik niet meer, maar feit is dat Marijke me voor een heel klein prijsje vijf dozen vloertegels geeft. Het plan om de veranda van 'broken tiles' te voorzien komt nu wel heel dichtbij. Nog een paar dozen kleurtjes erbij kopen en da ga ik de metselaar werk geven. Maar zoals altijd, first comes first. De ongezellige klus van ramen en tralies rapareren.
Als ik niet weet hoe ik iets op moet starten komt er vaak vanzelf een oplossing. Zo ook gisteren. Pap kwam langs, de oom van Tapha die ons altijd van vis voorziet. Het leek me goed het probleem eerst maar eens met hem te bespreken. Zuchtend en hoofdschuddend neemt hij de schade op. "Ik moet een lasser zoeken. Moet ik Yaya vragen?"  Zelf heb ik daar nogal wat moeite mee om dat hij de beste vriend van Tapha is. Maar Pap wuift dat weg, niks mee te maken . En kordaat belt hij Yaya, die notabene ook nog zijn broer is. Het moet maar denk ik. Discipline, daar zal het op aan komen. Want ik wil perse niet over Tapha praten. Op elke vraag die ik zou stellen zal ik resoluut een "..I don't know.." krijgen. Het is de standaard leugen die ze hier gebruiken om elkaar te dekken en is alleen maar pijnlijk voor mij. Kort en krachtig deelt hij me mee dat Yaya de volgende ochtend om acht uur voor mijn neus zal staan.
Terug naar gisteren, toen we terug naar huis reden. De zon staat laag en ik moet moeite doen om door de stoffige voorruit iets te zien. Toch zie ik op het asfalt voor me iets wits liggen. Een overreden kip? In mijn ooghoek zie ik een groep wit gesluierde schoolmeisjes  naar het ding wijzen. Hun gezichten staan verschrikt. Ik kijk naar het witte ding en zie het bewegen, gooi soepel het stuur om (dat gaat heel goed met een biertje op ;-) -  en scheur er rakelings langs. Dan zie ik dat het een poesje is. Hoe het mogelijk is dat dit alles zich in een fractie van een seconde afspeelt is een wonder. Ik zet de auto aan de kant en kijk in de achteruitkijkspiegel wat de meisjes ermee gaan doen. Oh... ze rennen met het scharminkel naar de auto.  Even overleggen met Malang. Wil je een kat? Het gaat hem duidelijk te snel. De meisjes duwen het vieze magere mormel door het zijraam naar binnen. Nu hebben we een kat, zeg ik verbaasd tegen Malang.. Ik probeer snel te overzien of dit een goed idee is. Ik blijf twee maanden. Dan kan hij in ieder geval goed opgroeien. Ik start de jeep, zet het poesje bij de volledig verbouwereerde Malang op schoot. Losjes wiebelt het op zijn knieen. Dan moet hij ook maar een naam hebben. Welk geslacht het diertje heeft weet ik niet. Ik roep wat namen en bij Robbie! knikt Malang stilletjes ja. Ok, Robbie. "Robbie!Robbie!Robbie!" zing ik vrolijk en moet denken aan de dames van de Living Jukebox op de Noordermarkt. We geven het beestje wat snel in elkaar gedraaide broodpap. Hij is uitgehongerd. Zijn botjes steken bijna door zijn ooit witte vachtje. De familie wordt wel steeds completer, denk ik. Mama maakt een heerlijke omelet en gedrieen zitten we even later aan tafel  de broodjes op te peuzelen. Malang is dan al in bad geweest en kan na het eten direct naar bed. Mama laat zich ophalen door  mijn ex vriend Djanko die nu taxichauffeur is  en de rust is weergekeerd.
De volgende dag, vanochtend dus, staat Yaya voor mijn neus. Met lasapparaat. Ik steek afstandelijk mijn hand naar hem uit om hem formeel te begroeten maar het weerhoudt hem niet om me over mijn blote rug te aaien. Ay! Precies waar ik bang voor was. Hij had me bij Taphas verdwijnen al te kennen gegeven dat ik een husband nodig had. Of ten minste een boyfriend. Nee! Nooit niet! maakte ik hem duidelijk. Nu dat nog even in de praktijk brengen. "Please dont touch me, is not necesary" hoor ik mezelf zomaar zeggen. Het is eruit voor ik het weet. Hij lacht en zegt dat dat wel moet. Maar mijn gezicht spreekt gelukkig boekdelen en we gaan over tot het bespreken van de klus. Morgen krijgt dit alles een vervolg. Insjallah. Pfht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten