dinsdag 8 maart 2016

07 yes we can can..


Het is donker. Pikkedonker. Met een biertje op de veranda - heerlijk windje - kijk ik naar de sterren hemel. Ik overdenk wat er allemaal hoognodig moet gebeuren. Au! zegt mijn bil. Klote! schreeuwt mijn been. Verdomme! joelt mijn enkel. Ok, duidelijk, het gesjouw door het zand op het strand heeft de situatie niet echt verbeterd. De autostoel! schiet het door me heen. Het is die fucking doorgezakte autostoel die me nekt. Omar bellen en vragen of hij ten minste de bestuurderskant wil vervangen. "When?"  Ik verzamel moed. " Tomorrow please.." Voel me nogal brutaal maar This Is Africa en dus geldt dat niet. "Eight oclock." antwoordt hij als ik hem vraag hoe laat het hem uitkomt. Ik begin onbeheerst te schateren. Aan de andere kant hoor ik Omar wat gniffelen. " Is really too too early Omar. Nine is possible." Hij gaat akkoord. Het is tien uur en ik heb mijn avondeten nog niet eens achter de kiezen. Wat heet.. de verse vis zwemt  sinds de beach tussen de ongetwijfeld twee kilo gesmolten ijsblokjes in de koelbox. Ik was wat sla en kook twee eieren. Open een potje pesto en meng het met wat halfzachte tomaten door elkaar. Hap brood, hap sla, hap brood, hap sdla. Zo, het avondeten zit erin. Badderen met het lauwe water uit de voorraad bak en naar bed. Na een halve bladzij lezen val ik in slaap. Shit! De poort staat nog open. In het donker schuifel ik over de compound met de WakaWaka in mijn hand. Het is de eerste keer alleen. Is het echt zo veilig als iedereen zegt? De roestige poort laat zich niet 123 sluiten. Ik sjor en ruk en maak vooral veel lawaai in de doodstille avond. Uiteindelijk lukt het me de schuiven erop te krijgen. Ik donder in slaap met een oxazepam.

Om zeven uur word ik wakker. Buiten schemert de hemel licht rose en pimpelpaars. Mijn lijf weigert om de bananenplanten water te geven. Ok, jij je zin, mopper ik hardop. Dan moeten ze maar wachten tot vanavond. Om kwart voor negen heb ik twee koppen koffie op met een half stokbroodje van gisteren. Soppen in de koffie scheelt ingewikkeld doen met beleg. Aan havermout koken moet ik even niet denken. Bijna zou ik de geoogste banaantjes vergeten. Nog net op tijd kan ik het kontje brood samen met het kleine dikke banaantje op peuzelen. Lekker, ze zijn bijna rijp.

Even voor negen rijd ik de compound van T. op. Daar hebben we een 'store' geregeld. Een hok waar in principe alleen wij in kunnen. Helaas is gebleken dat dat theoretisch is. Er ontbreekt van alles en niemand weet van iets. De met de container vervoerde autostoelen staan er nog wel. Maar godbetert zijn ze gebruikt. Ze zijn gebruikt als hondenmand en zitten onder het vuil. Ik vloek. ": Who has taken them outside to use as a chair?!" T. krijgt de schuld. Klootzak, ik word steeds blijer dat ik hem kwijt ben. Alles heeft hij verzaakt en verziekt, alles kwijt gemaakt of misschien wel verkocht. In het beste geval ergens opgeslagen. Maar niemand weet waar, en als ze het weten zeggen ze het niet. " Pick them up and put them in the car" zeg ik tegen Saynee, ooit het hulpje van T. Gedwee doet hij wat ik zeg. " And find out where he stored all the missing things!" kijf ik gevaarlijk.

Op Omars compound is het rustig. Hijzelf is nog niet eens aangekleed. Ik leer het ook nooit. Hij begint vrijwel direct de stoelen eruit te slopen. Even later sjokt hij op me af: "They do not fit."  Ik had het kunnen weten. "They do, but you have to adjust them." Op internet zoek ik binnen twee minuten het artikel op hoe je dat zou moeten doen. De foto's moeten Omar overtuigen dat hij de rail van de oude stoelen moet gebruiken en wat gaten aan moet passen. Na een uur  is hij nog steeds aan het rommelen. "We need to go to the welderman with it". Ok dan doen we dat. Hij kruipt in een bestelbusje en rommelt daar wat aan een waterpomp. Ik zie niet echt het verband maar vraag niet om opheldering.  Als hij uren later nog steeds in het  busje verdwenen lijkt ga ik binnen op zijn bank liggen met een diclofenac. In Nederland had je allang gevraagd wat de bedoeling is. Hier niet.
En dus loopt het inmiddels tegen tweeën en staan de stoelen er nog net zo bij als om negen uur. Alex Boogers nieuwste boek is al een eind opgeschoten. Nu dan maar wat schrijven. En als dit klaar is toch maar eens vragen hoe en wat. Zijn dochtertje is gezellig achterin de jeep gekropen en kijkt wat ik doe. "Tenaka!" roepen de kinderen die uit school komen. Ik ga moed verzamelen en vragen wanneer we met de stoelen verder gaan. Want hij kan dan auto rijden zonder stoelen, ik ben dat niet van plan. Zittend op een jerrycan, mooi niet!

Omar ligt onder het busje. Alleen zijn benen in gescheurde pijpen steken er onderuit.  " Shall we go on with the chairs?" vraag ik zo vriendelijk mogelijk. " You have to do this first?" " Ya ya, the shopkeeper buy a new waterpump and he has to know if it is the right one before he spend his money." Ik begrijp het volkomen. Hij ook gelukkig. "It will be allright. To day you can ride your car" poogt hij me gerust te stellen. Dat ben ik niet, want dat zitten op de jerrycan heb ik eerder moeten doen en dat beviel van geen kant. Hopen maar en doorgaan met eindeloos geduld hebben. "Beh!" roept de geit. Beh!! roep ik terug.
Buiten knalt de zon over de zanderige compound. Binnen in het huisje van Omar is het koel en donker. Verblind door het felle licht buiten struikel ik bijna over het zwarte gevaarte in de huiskamer. Zijn vrouw zit te bidden. De lunch zal zo wel komen dan. Fijn, want ik krijg trek. Honger mocht ik niet zeggen van mijn moeder. Het is hier geen Biaffra!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten