dinsdag 22 maart 2016

15 inpakken en wegwezen

Amsterdam 04:21 uur
Het is twee keer vierentwintig uur later. Een zware laptop op het dekbed. Het wachtwoord ben ik vergeten. Het is stil en nog nacht. Buiten is het donker met heel veel lichtjes. Geel en wit en groen in de verte van de boei in het water van het IJ. Rode puntjes boven elkaar verraden een zendmast. Ik word wakker van de schommels. De schommels in de mangoboom..
“Ay,  vergeten ze eraf te halen!” Half dromend repeteer ik een sms naar Omar die de bananen gaat verzorgen. Korter! Niet zo uitgebreid. Geen verleden tijd gebruiken! “..Please, I forget the swingers. Can you take them out of…” Niet goed. Eerst begroeten, altijd begroeten. “Sumulee, ibidjee, korte nante..”. Niet goed, dan is de sms vol voor ik hem verteld heb wat ik wil zeggen. Langzaam word ik echt  wakker en knip het licht aan. In plaats van de sms te schrijven schuifel ik met ‘blote voeten op het koude zeil’ naar de huiskamer  om de laptop te pakken. Geen idee waar ik hem gelaten heb. Zeker weer verstopt voor eventuele dieven.


Om vier uur in de Afrikaanse nacht kan ik niet meer slapen. Ik moet nog zoveel doen en om tien uur zullen Pap en Omar, Matou en Lamin wel voor mijn neus staan. Dan moet ik voor iedereen de laatste Nescafe verzorgen en kom aan pakken niet meer toe. En geld tellen en verdelen doe ik zeker niet in hun aanwezigheid. Daar worden ze maar gek van.  Op slippers schuifel ik achter de WakaWaka aan naar het toilet en overdenk onderwijl waar te beginnen. De bananen, die zitten me niet lekker. De enorme lange trossen hadden Omar en ik  dagen geleden al gekapt en in ‘sinjang leaves’ gelegd om ze snel te laten rijpen zodat ik er wat van mee kon nemen. Als ik ze te lang erin laat worden ze overrijp of zelfs rot. Ben ik niet al te laat nu?  Van terug naar bed komt het niet meer. Ik ruk de zakken open en ontdek dat die goed nat zijn van binnen. De bananen graaf ik onder de takken met bladeren vandaan.  Gelukkig nog op tijd. Niet verrot en zelfs nog niet echt rijp! Maar hoe nu verder? Met die takkenbossen in het vliegtuig? Zelfs mij lijkt dat te absurd. En dus begin ik de bladeren van de takken te ritsen. Geen moeite want ze zijn al aardig aan het verleppen. De tegelvloer van de slaapkamer die ik zo netjes aangeveegd had ligt vol met dunne twijgjes en dikke takken. De bananen, inmiddels in trossen gesneden, leg ik ongerust terug in hun bedje en knoop de zak weer dicht. De volgende zak is aan de beurt. Hierin liggen de 'originals'. Volgens Omar de juweeltjes onder de bananen. Korte dikke gele banaantjes. Vaak als Siamese tweelingen aan elkaar gegroeid. Ze komen van de ‘moeder’. Een knoest in de grond met wat jonge scheuten die pas  veel later dan de andere planten grote bladeren krijgt en vrucht gaat dragen. Ook deze banaantjes zijn nog niet rijp. De takken worden weer verwijderd en de bladeren teruggelegd. Zak dicht en later maar bedenken hoe het vervoer moet.

Ondertussen haal ik het bed af en sorteer de was. Ik vroeg mijn sponsordochter  of zij het kon wassen en bewaren voor als ik terug kom. Ik moest erbij zeggen dat ze de vrolijke Ikea dekbedhoes niet mocht gebruiken. Anders was hij tegen oktober volledig verschoten door de zon en verknald door het ruige wassen-op-de-hand.   “Of course not Mama!” riep ze verbolgen uit, alsof het idioot was dat ik daaraan dacht. Jaja.. Het nu echt te vieze muskietennet  draai ik in een knoet en stop het in de koffer. Op veertig kilo bagage valt dat in het niet. De uitgooi-tent had ik de dag ervoor al klaar gezet, evenals het strandstoeltje en de selfinflatable mat. Wat had ik toch in mijn hoofd gehaald daarmee? Wilde ik gezellig kamperen in die hitte hier met T.?! Volledig absurd, bovendien is T. er helemaal niet meer. Allemaal ballast. Weg ermee, terug naar Nederland. Ik pak mijn koffer verder in. Medicijnen, behoorlijk gehalveerd. Allerhande snoertjes en laders. De kerstverlichting haal ik van de siertralies voor het raam en die van boven het bed. Die van het wc raampje dan ook maar. En opeens is de Roundhut ontsierd. Het is gebeurd, ik ga echt weg. De batterijtjes plak ik netjes af met plakband en stop alles in een van de aluminium kisten die straks op slot gaan.
Na uren pakken voel ik hoe mijn lijf doodmoe is. Ik voel wallen onder mijn ogen. Het is inmiddels zeven uur en de zon komt net boven de mangoboom uit. Ik besluit dat ik alles redelijk onder controle heb en ga nog een uurtje slapen.
Na vijf kwartier schrik ik weer wakker. Die bananen, dat kan echt niet. Deel ze uit Tien! Je lijkt wel gek om die mee te willen nemen op het vliegtuig. Wat als ze je op Schiphol weer eens aanhouden. “Niets om aan te geven mevrouw? Weet u zeker dat u weet wat er op de lijst staat van spullen die niet mogen?!” Ik heb geen idee of bananen mogen. En dan nog vijftien grapefruits.. De zakken gaan weer open. Die bladeren kunnen echt niet, eruit! Tot mijn grote verbazing zijn ze in die paar uur tijd rijper geworden. Het gaat opeens keihard. Ok, volgend probleem. Hoe zorg ik dat ze niet als pap aankomen? In de koffer tussen de tentmat dan maar? Naast de slaapmat? En zo gebeurt. Even later staan er twee koffers klaar voor vervoer naar de airport in Yundum. Een zware en een  verdacht lichte. Wat trossen heb ik eruit gelaten om aan mijn mensen te geven. Om te voorkomen dat ze denken dat ik mijn eerste oogst volledig mee zou nemen. Zo moet het toch kunnen. Waarom ook niet? Ik kom toch uit Afrika? Misschien wel de titel van ‘ooit-mijn-boek’: Een Koffer Vol Bananen..

zondag 20 maart 2016

14 een laatste dag

Zo snel als het donker invalt 's avonds, zo hard doet de zon haar best binnen een half uur weer boven de bomen uit te komen. Het lijkt nu nog mistig, het is kwart voor zeven, en het grijsgroen buiten overheerst. Na een nacht vol dromen wil ik eigenlijk nog slapen. Maar dan komt van schrijven niets meer. Dus dan maar half half: schrijven in bed.
Het is weer eens 'een laatste dag'. Want al zo vaak was het zo'n dag. Was het niet op Vlieland om de tent af te breken dan was het wel hier in Gunjur. In beide gevallen ben ik dagen in de weer met spullen sorteren. Wat mag weg? Wat gaat achter slot en grendel?  En deze keer ook: wat gaat er mee terug naar huis? Naar Afrika breng je alleen spullen. Je neemt het nooit mee terug want dan geef je het weg. In mijn enthousiasme samen met T. terug te gaan, fantaseerde ik dat we een trip zouden maken. Tentje mee. Van een uitdaging is dat nu alleen maar ballast geworden. De luxe selfinflatable mat is aangevreten door de ratten die huis hielden in de store. Gelukkig slechts de randen. In de opwerptent leken ze geen trek te hebben, die is nog heel. Nu fantaseer ik een nieuwe trip. Met de fietsendrager op de jeep in Amsterdam - ja ik heb er twee ;-) - tentje en mat mee, door Frankrijk of weet-ik-wat. Alsof ik daar tijd voor heb. Op 26 april begint het seizoen op Vlieland en kan ik mijn tent opzetten. Terug naar hier, nog alle tijd voor Nederland.
De markt in Brikama gisteren. Kleurrijke stoffen, nieuw: allemaal in plastic verpakt. Je kunt er niet aan voelen en moet maar geloven dat het 'real cotton' is. Met leeuwenletters ORIGINALWAX op alle pakketten. Maar het woord Nederland - Helmond? - komt er niet in voor (wij produceren die beroemde waxes).Dat plastic verbaast me. Sinds de president alle plastic verboden heeft, op straffe van een fikse boete als je het toch gebruikt -loopt iedereen rond met van rijstzakken genaaide tasjes of vage tasjes van vliesmateriaal. In felle kleuren hangen die aan de stalletjes. Tien dalasis per stuk waarschijnlijk. Die beslissing zal ook behoorlijk ingegrepen hebben op de kleine vrouw die per tomaat of ui verkoopt. Alles werd in de zwarte zak met kalenderopdruk geduveld In flarden vond je die terug langs de wegen. Bermen vol met zwart plastic. Wat dat betreft is het een goede beslissing. Pindaatjes worden nu niet langer per kinderhandje in plastic maar in een bruin papieren puntzakje verkocht. De meisjes lopen ermee rond op het strand. In het puntzakje openvouwen is ons meisje nog niet erg gewiekst. Uiteindelijk kan ze de inhoud tonen, een onderste puntje is slechts gevuld. En de prijs is van vijf dalasis verdubbeld naar tien. De prijs van het papieren tuutje? Afrikananen zijn vindingrijk en zo'n beslissing van regeringswege wordt direct omgezet naar de praktijk blijkt wel.
Kleurige plastic emmers en teilen in soorten en maten. Ja dat plastic mag wel, hoewel de houdbaarheidsdatum van dat spul ook flink te betwijfelen is als ik regelmatig de gebroken zooi op de compounds zie. Pannen in diverse groottes van giet-aluminium, opgetast in hoge torens. Strijkbouten op kooltjes van hetzelfde grijs glimmende materiaal. Zo prachtig als het eruit ziet, zo slecht is het voor het eten. Aluminium staat al jaren op de zwarte lijst qua eten in koken. Vloermatten van geweven plastic draden staan in rollen langs de kant. Ook hier weer in alle kleuren van de regenboog. De groentestallen doen er niet voor onder. Bergjes rode tomaten tussen nat gehouden groene sla. Paarse aubergines naast oranje wortelen. Bruine uien naast hoopjes Maggiblokjes. Verrast kijkt de vrouw achter de stal op: daar is ze .. "my customer!" mijn klant.. roept ze blij en steekt twee handen uit. Een paar keer per week deed ik de 'groentenhoek' aan, gammele tafeltjes of zeiltjes op de grond. De dames zittend op een oude emmer of jerrycan. Geen parasol voor de hitte, nathouden en strategisch je plek met schaduw innemen.  Bij die kocht ik sla, bij een ander de tomaten en en bij de derde kool en aubergines. Dat verdween in de koelbox die ik meesjouwde om niet met verlepte zooi thuis te komen. "Sumulee... i bidjee.. jaja... korte nante.." lach ik terug. Ik koop niks sorry, en maak een schuin gebaar met mijn hand de lucht in. "Plano" , vliegtuig, maak ik ze duidelijk. Hun gezichten betrekken. Deze klant kunnen ze schudden zie ik ze denken. "For njato dmanding!" beloof ik, ik kom gauw terug! En zwaai nog even achterom als ik Malang achter me aanzeul de rest van de markt op. De stinkende vissenmarkt, het relatief schone sierradengedeelte, de tweedehands kleren hoek, vol met bergen verwassen Europese hemden, onderbroeken, bh' s en jeans. "Dalasi tang! Dalasi tang!" klinkt het uit een luidspreker. Bij wie het hoort of op welke berg het slaat.. geen idee. Als ik er iets uittrek voor Malang proberen ze vijftig in plaats van de beloofde tien dalasis te krijgen. Nul op het rekest en sleep Malang verder over de onregelmatige keien, stenen, stukken ijzer, door stinkende plassen en droog zand.
 

De markt. De plek waar ik vrolijk van wordt. En doodmoe. Want dat slepen in de hitte, ook al is het tegen vijven, en dat tegen de zon in kijken is dood vermoeiend. Malang sjokt en sjokt op zijn slippers en hangt aan mijn hand. Ik beloof hem dat we drinken gaan kopen in de minimarket. Hij is te suf om enthousiast te doen en knikt slechts. Ik koop bekertjes yoghurtdrank met couscous onderin. Dat vult hopelijk meteen een beetje, want hij zal wel honger krijgen. Als we tegen zevenen in het schemer terugrijden naar Gunjur - de palmbomen steken scherp af tegen de zachtoranje hemel - is Malang in slaap gesukkeld op het kleine achterbankje. Een wonder dat hij er niet afvalt met al dat gehobbel. Thuis draag ik hem uit de jeep en leg hem voorlopig even op het rieten bankje. Eerst zelf even alles regelen. Het roestige ijzeren hek proberen dicht te krijgen - ramramram! sla ik de deur met een end hout. .piep piep doen de ijzeren schuiven - de spullen naarbinnen en zelf snel even een emmer over mijn kop. Eten slaan we maar over vandaag. Met een natgemaakte punt van de handdoek maak ik Malangs slapende toet en handjes schoon. Zo moet het maar voor een keertje. Nog even piesen en dan naar bed.
Op de tafel in de kamer staat een nog koud biertje. Gekregen van Tien1 die mee was naar de markt. Ik kan het niet opbrengen het te openen. Drink een beker melk en plof onder het muskietennet op bed. Genoeg voor vandaag. Morgen weer een dag. De laatste...

vrijdag 18 maart 2016

13 Mozart in de Roundhut

Strelen over zacht fluweel. Aaien door een vette schapenvacht. Mozart piano concert in de Roundhut voelt als Werner Herzogs Fitzgaraldo: klassieke muziek die door het oerwoud schalt. Totaal misplaatst maar daarom juist zo prachtig. Muziek, link als de hel want het maakt zacht, onbeschermd. Herinneringen krijgen een kans. Niet zo moeilijk ook op een dag als deze. Bij de lodge Nemasu begon het. We waren straal verliefd en vrijden op het strand onder de maan. Je kan nog zo boos zijn, herinneringen laten zich niet uitvegen. De bantaba, nu bij daglicht, hoe kon het toch zo mis gaan? Thuis in de Roundhut half liggend in de stoel, na een bad en Malang al op bed. "Where is Tapha Tin?" Hij mist je. Wat had je genoten hier. Van de rust, de maan en de sterren. Van wijdbeens zitten op de veranda met een kop thee. Een knipoog in het donker. En verder niet zoveel tekst. Je was geen prater..
Het is vrijdag. Ben je naar de moskee geweest? Met je vrienden? Heb je eigenlijk vrienden daar? Of ben je alleen? Mis je Gambia niet vreselijk? Je familie? Mij misschien? Hoe kan je zo totaal verdwenen zijn? Ik huil zoute tranen lief. Want heel diep in mijn lijf zit je er nog. Ik zorg dat ik het druk heb, te druk. Geen plek voor jou. Maar even zitten met zachte muziek, hoe zal ik het zeggen, het is of je me zacht over mijn hoofd aait. Ik denk dat je allang spijt hebt. Zo dom om de verhaaltjes van een Gambiaanse 'vriend' in Amsterdam te geloven. Gouden bergen hier in Europa. Niet teruggaan hoor. Ik help je wel! Morgen kom ik je halen. Niks meenemen, dan heeft ze niks door. Alleen je paspoort. Zo moet het gegaan zijn. Je had niet eens een jas aan of je rugzak mee. En dat terwijl het koud was die dag in januari. Dom dom dom.En dit kan nooit meer terug gedraaid. Papieren kun je wel  vergeten en illegaliteit is je toekomst.
Ondanks alles.. ik mis je.. ongelooflijke klootzak! Stupide goedgelovige Gambiaan!

donderdag 17 maart 2016

12 laatste werkdag?

Tien uur, de zon staat al weer hoog aan de hemel. Buiten worden stenen kapot geslagen. Het geluid van scheppen in zand. Binnen in de Roundhut stilte. Slechts het suizen in mijn oren. De eerste drie uur van de deze dag is opgegaan aan opdrachten geven.. "You: fetch water at the well.. Come with me. You! And You! You want work? No problem. i give you breakfast." En dan heb ik het nog niet over Malang op tijd naar school krijgen met een gevulde maag..
Dat ik in Nederland me afvroeg hoe ik het allemaal in mijn eentje moest rooien is bijna absurd. This is Africa. Mensen willen graag werken voor geld.. Als jongens weten dat ze thee en brood krijgen , staan ze te popelen om kleine jobs uit te voeren. En dan vaak na het werk nog schoenen, T-shirts of een lichtgevende stickerpakket. En een beetje geld. De kleine jongens - een jaar of tien schat ik - halen water uit de put op en scheppen later zand in emmers om de vloer van de garage op te hogen voordat Marena het laatste beton stort.  Het water van de tap aan de weg scheurt er doorheen met al die koppen koffie en thee en al dat afwassen. Ik rijd met de grootste jongen- moeilijk te schatten maar hij kan zomaar achttien zijn - naar de hoofdweg om zes enorme jerrycans te vullen. Voor drinkwater en afwas. Het blijft wennen  om toe te kijken hoe hij na het vullen de loodzware cans in de jeep zet. Ik doe dat niet meer sinds het me een jaar gekost heeft om de hemstring blessure te helen.  Daarentegen help ik een klein meisje  de hoofdweg over, dat probeert met een kruiwagen en daarin zo'n zelfde loodzware can op blote voetjes over te steken. Zo'n kruiwagen lukt me nog wel. "Thank you " roept de taxi chauffeur die toevallig net stopt. Ik ben in de consternatie van de vele verschillende  opdrachten vergeten de lege water flessen mee te nemen. Dus  vul  ik de stoffige flessen thuis. Drinkwater voor de werkers, want te weinig drinken levert geheid hoofdpijn op. en dan kan ik weer met paracetamol aan de gang.
Binnen is het een bende. Hoe ik dit voor maandag allemaal aan kant krijg en opgeborgen voor de komende maanden.. voor alsnog een raadsel.  Omar is een ruit aan het inzetten in de logeerkamer. Al een jaar waait de wind er doorheen. Nu moeten alle klussen geklaard. Het glas moest uit 'de stad' komen en een meetlint was niet voor handen. Precies zeven dagen heeft dit klusje in beslag genomen. maar nu hoor ik Omar dan toch de siliconenkit in de sponning smeren.
De gammele ijzeren deur van de poort rammelt. Hopelijk geen bezoek. Ik moet mijn kop georganiseerd krijgen. Vandaag zou de garage klaar zijn. Het 'store' gedeelte krijgt vandaag een betonnen vloer. Of dat nog binnen het contract viel, vroeg Marena voorzichtig. "Ja natuurlijk!" antwoord ik lachend. "And you forget I give you thousand extra?!" Hij doet of hij dat vergeten was en lacht terug. Leuk geprobeerd. Sinds Omar me verteld dat Marena een kei is in smoezen verzinnen, bel ik hem 's ochtends op. "You come today, koddi? Toch?" Ik vertel hem dat de koffie en de havermoutpap op hem wachten. Simpel. Het werkt. 

Ik zal blij zijn als ik hier de komende dagen alleen ben met Malang. Dan kan ik me hopelijk concentreren op de tuin en het huis. In juni begint het regenseizoen. Ik zal pas in oktober hier terugkomen. Hoe het moet met de planten en bananen tot juni.., daar breek ik nog even mijn hoofd over. In Nederland kun je misschien wel iemand vooruit betalen. Hier kan je dat vergeten. Ze steken het geld in hun zak en je ziet ze daarna niet meer terug in het slechtste geval. Zonder controle  wordt er domweg niet gewerkt. Nog drie dagen om daar over na te denken. Maandag brengt Omar me met mijn eigen jeep naar het vliegveld. Sponsordochter Mama en Malang gaan uiteraard mee. Op de terugweg zal Omar de jeep in de spiksplinternieuwe garage zetten en het met een nieuw hangslot afsluiten. Daar blijft hij 'insjallah' tot ik terugkom.
Maar eerst nog even een en ander doen hier.. En iedereen nog even bezoeken en gedag zeggen "in Imbarra Tineke!" zeg ik tegen mezelf. Zet hem op! Ik ben kapot moe. En die ruit ligt nog gewoon op mijn matras :-( Er zal wel weer iets niet zijn waardoor het niet afgemaakt kan worden.  Pffffht!
 De weerapp zegt dat het 26 graden is en dat zal nog flink oplopen.. Koud Europa - die andere planeet - wacht.

maandag 14 maart 2016

11 Opschieten..Iteria!

11 Opschieten.. naar school!
Een-twee-drie-vier , 1-2-3-4  1-2-3-4, Rennen Malang! Iteria! Iteria! Opschieten. Naar school! Malang doet zo waar zijn best om in marstempo buurvrouw Sibou in te halen die al om de hoek verdwenen is. "Sibou-oooo!" riep ik om vijf voor acht, hinkend naar haar compound aan de overkant van ons zandweggetje. "Kanaale Sibou! Domoro!"  Hij komt eraan Sibou, nog even eten..
Geen kind krijgt hier ontbijt 's ochtends. En al helemaal geen havermoutpap met appel en een kop thee. Hooguit zitten ze in alle vroegte op hun hurkjes rond de schaal met overgebleven rijst van de vorige avond. Ze eten met hun handjes en gaan met een smerige toet naar school. Geen oma die hun snoet afveegt, hun neuzen snuit of hun een tandenborstel met tandpasta aanreikt. "Je verwent hem te veel" hoor ik Marijke in gedachten zeggen. Kan zijn, denk ik. Volgens mij kun je kinderen niet verwennen. Ik geef Malang bagage mee voor later. Dat doe ik al van voor zijn geboorte toen hij nog in Matou's buik zat. Ze was vreselijk zwaar en kon op het laatst haast niet meer lopen. En hij wou maar niet komen. Hij zat daar goed, van alles voorzien. En een toekomstige oma die elke ochtend door de buik sprak: "Kom op kleine olifant! Het is tijd!" Toen Matou uiteindelijk op het bed in de delivery room lag van ons plaatselijke kliniekje, vond hij het genoeg om alleen met zijn lijfje eruit te komen. De vroedvrouw wist daar wel wat op en nam hoog op de buik van de moeder plaats en perste het veel te grote koppetje eruit onder luid geschreeuw van de moeder. Daar was ie dan eindelijk. Matou had geen oog voor hem. Ze kreunde en huilde en keerde haar hoofd af van het kindje dat de vroedvrouw haar voor hield. Even later, toen ik mijn camera had weggelegd, lag hij op mijn schoot. Nee, niet in mijn armen. De vroedvrouw legde hem afstandelijk op mijn knieën. Daar was ie dan eindelijk.  Ik mocht hem hebben. "No way!" riep ik uit. "Ik heb nooit kinderen gewild en die ga ik op mijn zestigste dus ook niet nemen. I will be his grandmother,  his MamaMusoo."
Een week later werd hij 'gedoopt' en kreeg de naam van mijn familie achter zijn eigen familie naam. Malang Manneh Kalis. Heel vaak nog zou zijn moeder niet zonder trots roepen: "Dit kind is zo anders dan al mijn andere kinderen,  he is like an old man, so wise.. he is a Kalis.."
Mamamusoo wordt nu alleen nog in het dorp en op de beach geroepen door de vissersvrouwen. Matou, zijn moeder, noemt me MamaTin.
Ik hoor de piepende ijzeren deur van de poort opengaan.  Als ik me omdraai om te kijken wie me gaat storen, zie ik Omar binnenkomen met drie mannen en een kruiwagen achter hem aan. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld is begroet ik het viertal in het uitgebreide Mandinka en schudt ze de hand. Blij verrast om zo welkom te worden geheten door een toubab roepen ze: "Yes, tea! of course!"  als ik vraag of ze thee willen. Omar fluister ik in dat hij koffie krijgt. Dat ik niet genoeg heb voor vier man. Hij lacht. Omar is de eigenaar van de compound en - na mijn dood insjallah - daarmee de eigenaar van de Roundhut. Sinds T.'s verdwijnen zal dat me een worst wezen. Vorig jaar ben ik daar totaal van door het lint gegaan. "Over mijn Lijk!" gilde ik overstuur. "T. moet de Roundhut erven." Volgens Afrikaanse wetten zou hij na mijn dood moeten vertrekken naar elders en de Roundhut verlaten. "Jij leeft nog zeker 25 jaar.." riep Marijke. En daarmee  werd ze door mijn jongens een 'marabou' genoemd.. een waarzegger.  En zo lijkt - you never know..-  het probleem van de 'Roundhut erven' opgelost. Dank je wel T. Dit scheelt me een hoop stress.
Ik zet water op voor thee voor Omars werklui. Pleasen is niet mijn sterkste kant, maar het moet. Omar drinkt met mij binnen de koffie op in tegenstelling tot zijn werklui. Aan tafel met Omar val ik weer eens van de ene  verbazing in de andere. Ik vertel hem dat Marena gisteren pas om vier uur op kwam dagen om beton te storten.Hij had zeven kilometer moeten lopen en was heel moe etc etc. "He tell you stories"  zegt Omar. "He just is doing somewhere else a job."  Verdomme, daar is geen tijd voor. Ik moet van Omar mijn verhaal er tegenover stellen. En hij vertelt me lachend wat ik moet zeggen als ik hem zo direct opbel om te zeggen dat hij nu moet komen. "You have to come now now Marena!" probeer ik en geef de telefoon aan Omar. Laat die het maar uitleggen. Ik lach me dood als ik hoor wat voor verhaal hij bij elkaar gefantaseerd heeft voor mij. Ik zou elk moment opgebeld kunnen worden om te vliegen. Ik werk voor de vluchtelingen en er is niemand die ze les kan geven. Dus de regering (?!?)  gaat zorgen dat ik zo spoedig mogelijk terugkom. "So you have to finish the job of the carhouse immediately!"  Vol verbazing zie ik Omar aan. "He is coming.." lacht hij. Mijn God.. Ze zeggen hier dat ik 'a real Gambian' ben, maar er zo er op los liegen komt nog steeds niet in me op. Morgen ga ik lekker met Omar en Robert in zijn bootje vissen. Alle tijd om een smoes bij elkaar te verzinnen ;-)

zaterdag 12 maart 2016

10 Timmervrouw


Roomser dan de paus, of beter gezegd moslimmer dan Allah wordt ik nog voor het valse gezang van de muezzin wakker. Weliswaar maar drie minuten voor zes, maar toch. Slapen tot zes uur met maar twee onderbrekingen is een hoogstandje. Ik wiegel weg op de  overheerlijke verende lattenbodems in het nieuwe bed. Geen eindeloos matrassen tegen mekaar aan trekken omdat je anders de halve nacht in de spleet ligt. Wat 'even in elkaar zetten' leek werd een heidense klus met het mini schroevendraaiertje uit het Rabobank setje van Marijke. Meer dan niets, dat wel. Toen na uren schroeven en de moeren rond rammen met een dikke spijker om de poten tussen de langsdelen te bevestigen, eindelijk de Super Auronde in elkaar zat, toen moest de echte ellende nog beginnen: de lattenbodems. Hardhout met te nauwe gaten voor de dikke schroeven en nog steeds met dat kleine schroevendraaiertje. Kruipend over de vloer - au! mijn rug! Jezus! mijn knie! - peuterde ik de ronde latten in het frame. Als ze er keurig inliggen, snel vast schroeven voor ze er weer uit donderen. Je kan er op wachten dat dat dus toch gebeurd. En nog een keer de hele actie. Uiteindelijk kon het schroeven beginnen.
Ik zag me als klein meisje naast mijn vader zitten in de keuken. Zaagsel en gereedschap op een zeiltje. "Maak niet zo'n rotzooi Roel!" riep mijn moeder vanuit de kamer waar ze de kachel oppookte. Mijn vader was timmerman geweest en had zich opgewerkt tot de man met de witte boord. "Mijn vader is planner" zei ik opschepperig als iemand vroeg "wat doet je vader?" "Hij maakt tekeningen van boten". Dat wist ik omdat hij vaak met rollen oud blauwig papier thuiskwam waarop schepen in detail uitgetekend waren.
"Geef het vet eens aan" vroeg mijn vader zittend op zijn knieën op het zeiltje, boven een tafeltje dat hij aan het maken was. Hij stak zijn hand naar achteren zonder om te kijken en verwachtte van mij dat ik hem de rubber koker met vet voor de schroeven aanreikte. Ik zag hoe hij de schroeven erin heen en weer haalde en ze vervolgens zonder al te veel kracht in het werkstuk geschroefd werden.
Zittend op mijn eigen kleedje in de Roundhut bestudeer ik mijn project. Zeep. Dat gebruikte mijn vader ook wel als er geen vet in de buurt was. Unicura zeep is er goed genoeg voor. Niet dat de monsters er nu in vlogen, maar het lukte tenminste beetje bij beetje. Ik zou die nacht zeker op een lattenbodem kunnen slapen. Maar mijn ultime droom is wijdbeens over twee matrassen gespreid de nacht doorbrengen. Twee dagen later begin ik aan de volgende lattenbodem. De schroeven moeten er met een inbus-sleuteltje in gedraaid worden. Het is hier geen Ikea en dus heb ik dat niet. Ik rommel in de bak bij Omar en neem tegen beter weten in een te grote mee. Je kan niet weten. Past niet. Dan maar nieuwe kopen als we naar Brikama gaan.
In het auto onderdelen winkeltje wordt ik direct herkend. "MamaAfrica..sumulee! You come to buy something?" Ja, waarom ben ik hier anders? antwoord ik in gedachten, maar zeggen doe ik dat niet. "Ibidjee!" antwoord ik keurig. Vervolgens laat ik het gaatje in de schroef zien en maak met twee vingers een 90 graden hoek. Ik wil graag een... tja.. een .. "elenkie?" probeer ik. De vrouw lacht breeduit en schommelt met haar dikke achterwerk naar een donker hok. Ze rommelt in dozen en steekt triomfantelijk een glimmende set sleutels in de lucht. Chinese troep. "Djelloe?" vraag ik . Honderdvijftig dalasis. Ik ga niet afdingen want daar ben ik te moe en te heet en wat-al-niet voor. Vol verbazing pakt ze de vuile briefjes aan. "For njato!" Tot de volgende keer!
Thuis begin ik met volle moed aan de klus. Ik heb overdag al acht gaten in de keiharde grond gespit om de enorme knollen te verwijderen  die alle andere planten en bomen  het water afnemen.. Ik smeer de schroeven in met ruim zeep en begin te draaien. Bij de tweede is het sleuteltje al rond afgesleten. Shit! Weer schiet mijn vader me te binnen. 'Amerikaans schroeven' noemde hij het als een schroef het niet deed en hij zijn toevlucht nam tot een zware hamer. Die harde klap met de hamer mocht je alleen in het begin geven. Je moest het eind toch met een schroevendraaier doen. Dit is Afrika, geen Amerika. En ik heb ook geen hamer. Wel een zwaar ijzeren pikhouweel  zonder steel. Te moe om het klusje netjes af te maken - onmogelijk  trouwens met geen gereedschap -  ram ik met het houweel de enorme schroeven in de latten bodem. Zo. Klaar. Even passen of hij in het beddenframe kan en dan is de klus geklaard. Al wrikkend met een kapmes tussen de twee lattenbodems pers ik de laatste bodem erin. Afrikaans timmeren..Mijn  vader schudt zijn hoofd. Zo had hij me het toch niet geleerd?!  Nee, maar wat wist hij nou als jongen uit de Staatsliedenbuurt nou van Afrika?! Van Amerika wist hij trouwens ook niet.
"Papa, rust in vrede! De groeten van je dochter in Afrika"

donderdag 10 maart 2016

09 slapen

Het is nog donker als ik voor de zoveelste keer wakker wordt. "Allaaaaah akbarr!" Het moet ongeveer zes uur zijn. Paracetamol nemen en nog een uurtje proberen te slapen? Om zeven uur moet Malang op. Of: opstaan en tevreden zijn met acht uur gebroken slaap, twee uur op, half uur af. Oftewel twee uur slapen en dan een half uur piekeren, nadenken, plannen maken, schaapjes tellen, weer nadenken en uiteindelijk met een beetje geluk in slaap vallen.  "Geen stukkie vandaag? Heb je de fles leeg gedronken?" vraagt Marijke in de chat. "Welnee joh, ben kapot" antwoord ik, "niet geslapen vannacht dus vandaag gelijk met Malang naar bed." Dan vertel ik waarom ik niet kon slapen. Dat huisje, dat ik zo nodig moest bouwen vorig jaar voor een eventuele watchman. Voor als ik er niet was en T. ook in Holland zou zijn. Echt nodig hoor! Degene die dat opperde zag het al helemaal voor zich. Die watchman werd hij natuurlijk. Dan kon hij ook de bananen bijhouden. Hij begon alvast de tuin. En hij hielp de metselaar elke dag met blokken maken , tegen betaling uiteraard.En toen werd bij het maken van het fundament het huisje opeens dubbel zo groot. Er moest een ruimte naast komen. Logisch toch, een slaapkamer en een huiskamer? Wie hem daar opdracht toe had gegeven, ik was het niet. Een watchman ligt hier desnoods op je veranda, maar daar was deze meneer tegoed voor. Er gebeurde nog het een en ander. Ik stuurde hem de compound af. "En nooit meer terugkomen! Ik waarschuw je!"
En daar stond het huisje, keurig met vier buitenmuren waar ramen uitgespaard waren op een stevig fundament. Geen vloer erin of dak erop. Klaar! Ik had het gehad ermee. Niiet meer naar kijken, het eet geen brood. Het onkruid groeide er letterlijk huizenhoog in. Omar ontdekte er een weetplant tussen en toonde mij de foto ervan. Hij had het eruit gehaald en aan T. getoond. Wat dat wel niet was. T. lachte, zoals altijd wanneer het hem beter leek geen antwoord te geven. Omar wist genoeg, geen canabis op zijn compound. Dat T. met alle gevolgen van dien in Amsterdam zijn schade in zou halen kwam toen niet in me op. Nu wel helaas.
Na uren wakker liggen - om half een 's nachts was het gedaan met de pret -  wist ik opeens wat er gebeuren moest. Ik zou het nummer van de metselaar opzoeken en advies vragen. nee, ik zou hem opdracht geven de veranda te pleisteren. Nee, beter nog, ik zou ..ik zou ..ik zou.. Tegen vier uur viel ik eindelijk in slaap.
De volgende ochtend was ik gebroken. De pas om vier uur ingenomen oxacepam was bij lange na niet uitgewerkt en ik moest Malang wekken, ontbijt maken en naar school brengen. het eerste en tweede lukte, maar naar school met de auto, dat ging ik niet doen. Ik bracht hem naar de buurvrouw die op school schoonmaakt. Zij kon hem wel mee nemen. Haar compound is verlaten op een meisje na. "Gone!" gebaart ze me. Sibou is al weg. "Lopen maar Malang! en voorzichtig bij de hoofdweg!" waarschuw ik hem. IJzer kan je niet met handen breken. Ik sjok terug. Nu proberen te slapen, op de veranda. Wat ik nog nooit gedaan heb doe ik nu: ik neem een flinke teug Baileys.in de hoop de slaap te kunnen vatten. Binnen een uur is de temperatuur op gelopen van 25 naar 30 graden. Slapen lukt niet. Opstaan maar weer, misschien een middagslaapje. Ik rommel wat bij de plantjes die in de toekomst de veranda af moeten schermen en zie in  mijn ooghoek het huisje. "Dat is toch een fantastische garage?!" schiet het me te binnen. De rust kan het schudden. Ik spring op en duik het manshoge gras in dat in het huisje staat. Rag het eruit en steek het in de fik. In een dik uur is de grond weer zichtbaar en een termietennest uitgeroeid. Geen halve maatregelen. Niks veranda pleisteren, allemaal luxe. De deur van het huisje uitbreken tot er een gat ter breedte van de jeep is. Ramen dichtmetselen en dak erop.
Het nummer van de metselaar krijg ik van Omar. Geheel Afrikaans - want nooit een pen in de buurt of wel, dan doet ie het niet - schrijf ik met houtskool het nummer op de betonnen vloer van de veranda.  "Hello Marena, how is it? Everybody fine? Your wife? The children?" Na de nodige plichtplegingen kom ik tot de kern. "Please can you come to finish the house?" Het is wel erg kort door de bocht, maar ik heb ook maar twee weken. Zou hij het redden? Om vijf uur klokslag staat hij aarzelend voor de deur van de Roundhut. Binnen is het een bende. Speelgoed en half-affe lattenbodems liggen in de 'palo'. "Coffee?" vraag ik. Het is het ultieme startsein voor een goed  gesprek met een werkman. Aan de poeder-capuccino vertel ik hem mijn plan. "Tomorrow I start at eight o'clock." Kijk daar kan je wat mee. Zijn kruiwagen en metselspullen neemt hij dan mee met de bushtaxi. Onzin, ik heb een jeep. En zo rijden we naar Berendeng, een dorp verderop, om de spullen op te halen. Dan hoeft hij de volgende ochtend om acht uur alleen maar cement op te halen. Zand en 'rock'  liggen hier op de compound. Dat lijk ik te mogen gebruiken van Omar ( ".. is there..").
Om zeven uur zijn Malang en ik weer terug met de rammelende kruiwagen achterin. Als een haas kook ik 'soepagetti' , Malangs versie van spaghetti . Ik flikker er een blikje sardientjes door en versier het met ketchup. Hier eten ze dat tussen brood, een soort stokbroodje. Extra lekker als je dat eerst met mayo insmeert. Blaadje sla ertussen voor de vitaminen en een eitje ernaast. Malang en ik zitten tegenover elkaar aan tafel. Hij ziet mij met twee handen eten waar dat hier absoluut 'not done' is. Hij probeert het te goed gevulde broodje op te pakken met een hand. Al gauw doet hij wat ik ook doe, met twee handen. Ik zeg er niks van. Hij weet heel goed dat hij het buiten de Roundhut niet moet proberen.   We lezen nog een boekje van Kikker en oefenen onderwijl de Nederlandse benamingen. Eend, Haas, Kikker en Varkentje. Hij zegt het in het Mandinka. Het is een slim mannetje, nu absorbeert hij alles wat ik zeg in het Nederlands, maar met zijn vriendjes hoor ik hem al opscheppen met de nieuw aangeleerde woordjes. Snel doe ik hem in bad en draag hem "au! wat ben je al zwaar!"  naar het grote bed. Ik zing het liedje voor hem dat ik sinds baby voor hem zing, het liedje uit mijn eigen kindertijd. "Malang heeft op zijn wiegegordijntje..allemaal bloemetjes, gro-hoot en klein.. "  Weg is ie.
Aan tafel met een borrel, de derde 'pas'  die dag, overdenk ik mijn werkzaamheden. De  verstuurde witte Auping Auronde prijkt in de slaapkamer. Met maar een lattenbodem. De andere moet vandaag maar. Op het halve bed probeer ik nog te lezen maar voel dat het gaat lukken vannacht. misschien in stapjes, maar slapen zal ik..
Inmiddels steekt de zon al ver boven de mangobomen uit. "Eet je brood op Malang en drink je thee.. amie!" zeg ik er voor de zekerheid bij in het Mandinka. Als een razende probeer ik dit stukje af te krijgen voor acht uur, dan komt de metselaar. Als Malang zijn brood bijna op heeft trek ik hem zijn voddige uniformpje aan. "Kom! naar school.."  Ik roep Sibou: "Sibou oooh!" Gelukkig, ze is er nog. Malang laat zich voort trekken aan mijn hand. Ik huppoel over het zandpad naar de tegenover ons gelegen compound van Sibou. Have a nice day everybody!
Dit stukje is tenminste af. De dag is begonnen.

woensdag 9 maart 2016

08 International Womens Day

Het mag dan gisteren International Womens Day zijn geweest, wij hier in Gambia lopen wat achter. Wij zijn de drie Malijka's. Als ik Wilma, een vriendin van Marijke meeneem naar de Roundhut wordt ze steevast Malijka genoemd. Tel mij daar voor het gemak mee op en we hebben er drie. Niet zo'n gek idee als je ziet wat een idiote lol we kunnen hebben gedrieën. Vanochtend hadden we  'Baileys maken' gepland. Dus om zeven uur opgestaan, pap, thee en koffie gemaakt en Malang naar school gebracht. Alle juffen en de kinderen - zes klassen - begroet in het Mandinka, Engels en Nederlands. I saama, good morning, goeie morgen. Dikke hug voor de teachers en weg! ben ik weer.
De stoelen in de jeep zijn een verademing. Logisch dat ik bijna een hernia had van de oude. Ik tuf op mijn gemakkie naar Sanyang en overdenk mijn leventje hier. Fantastisch! zo zonder husband. Geen stress, geen problemen ( heb je nou nog steeds de stoelen niet ingebouwd?!) en alleen met mezelf te maken. Top!
Bij Marijke gaan we eerst op zijn Hollands uitgebreid op de koffie en bespreken de komst van een heer die Wilma komt bezoeken. Zo'n gegeven is natuurlijk koren op onze molen. We willen zijn foto zien - wie komt er nou speciaal een week naar Gambia voor een 'penvriendin' ? - en beoordelen Wilma's uiterlijk. Haar laag uitgesneden romantische blouse vraagt om meer dan alleen een bezoekje. Wil je dat wel? We gieren het uit als het haar met geen mogelijkheid lukt om haar borsten wat meer binnen te houden omdat ze de knoop van de hals niet los krijgt. "Dan moet je het zelf maar weten!"gieren we als tieners. En dan moet het Baileys maken nog beginnen met al zijn voor proeverijen.
Marijke meet alles keurig af: slagroom ( toe maar!), veel whisky ( drie euro per fles hier en niet te zuipen puur), nescafe, chocoladesaus en gesuikerde melk syroop. Schudden maar en proeven! Mmmh! Na twee volle whiskyflessen zijn mijn ingrediënten op. Marijke blijkt te weinig whisky te hebben maar deinst er niet voor terug om het aan te vullen met wodka. Brr! nee dat is het niet echt wat mij betreft. Na een uurtje hebben we de drankvoorraad op peil en kunnen we nog wel even naar het strand gaan. Ik moet zo nodig nog dit verhaal tikken en dus draai ik er nu snel een punt aan.  
International Womens Day, die houden we erin!

dinsdag 8 maart 2016

07 yes we can can..


Het is donker. Pikkedonker. Met een biertje op de veranda - heerlijk windje - kijk ik naar de sterren hemel. Ik overdenk wat er allemaal hoognodig moet gebeuren. Au! zegt mijn bil. Klote! schreeuwt mijn been. Verdomme! joelt mijn enkel. Ok, duidelijk, het gesjouw door het zand op het strand heeft de situatie niet echt verbeterd. De autostoel! schiet het door me heen. Het is die fucking doorgezakte autostoel die me nekt. Omar bellen en vragen of hij ten minste de bestuurderskant wil vervangen. "When?"  Ik verzamel moed. " Tomorrow please.." Voel me nogal brutaal maar This Is Africa en dus geldt dat niet. "Eight oclock." antwoordt hij als ik hem vraag hoe laat het hem uitkomt. Ik begin onbeheerst te schateren. Aan de andere kant hoor ik Omar wat gniffelen. " Is really too too early Omar. Nine is possible." Hij gaat akkoord. Het is tien uur en ik heb mijn avondeten nog niet eens achter de kiezen. Wat heet.. de verse vis zwemt  sinds de beach tussen de ongetwijfeld twee kilo gesmolten ijsblokjes in de koelbox. Ik was wat sla en kook twee eieren. Open een potje pesto en meng het met wat halfzachte tomaten door elkaar. Hap brood, hap sla, hap brood, hap sdla. Zo, het avondeten zit erin. Badderen met het lauwe water uit de voorraad bak en naar bed. Na een halve bladzij lezen val ik in slaap. Shit! De poort staat nog open. In het donker schuifel ik over de compound met de WakaWaka in mijn hand. Het is de eerste keer alleen. Is het echt zo veilig als iedereen zegt? De roestige poort laat zich niet 123 sluiten. Ik sjor en ruk en maak vooral veel lawaai in de doodstille avond. Uiteindelijk lukt het me de schuiven erop te krijgen. Ik donder in slaap met een oxazepam.

Om zeven uur word ik wakker. Buiten schemert de hemel licht rose en pimpelpaars. Mijn lijf weigert om de bananenplanten water te geven. Ok, jij je zin, mopper ik hardop. Dan moeten ze maar wachten tot vanavond. Om kwart voor negen heb ik twee koppen koffie op met een half stokbroodje van gisteren. Soppen in de koffie scheelt ingewikkeld doen met beleg. Aan havermout koken moet ik even niet denken. Bijna zou ik de geoogste banaantjes vergeten. Nog net op tijd kan ik het kontje brood samen met het kleine dikke banaantje op peuzelen. Lekker, ze zijn bijna rijp.

Even voor negen rijd ik de compound van T. op. Daar hebben we een 'store' geregeld. Een hok waar in principe alleen wij in kunnen. Helaas is gebleken dat dat theoretisch is. Er ontbreekt van alles en niemand weet van iets. De met de container vervoerde autostoelen staan er nog wel. Maar godbetert zijn ze gebruikt. Ze zijn gebruikt als hondenmand en zitten onder het vuil. Ik vloek. ": Who has taken them outside to use as a chair?!" T. krijgt de schuld. Klootzak, ik word steeds blijer dat ik hem kwijt ben. Alles heeft hij verzaakt en verziekt, alles kwijt gemaakt of misschien wel verkocht. In het beste geval ergens opgeslagen. Maar niemand weet waar, en als ze het weten zeggen ze het niet. " Pick them up and put them in the car" zeg ik tegen Saynee, ooit het hulpje van T. Gedwee doet hij wat ik zeg. " And find out where he stored all the missing things!" kijf ik gevaarlijk.

Op Omars compound is het rustig. Hijzelf is nog niet eens aangekleed. Ik leer het ook nooit. Hij begint vrijwel direct de stoelen eruit te slopen. Even later sjokt hij op me af: "They do not fit."  Ik had het kunnen weten. "They do, but you have to adjust them." Op internet zoek ik binnen twee minuten het artikel op hoe je dat zou moeten doen. De foto's moeten Omar overtuigen dat hij de rail van de oude stoelen moet gebruiken en wat gaten aan moet passen. Na een uur  is hij nog steeds aan het rommelen. "We need to go to the welderman with it". Ok dan doen we dat. Hij kruipt in een bestelbusje en rommelt daar wat aan een waterpomp. Ik zie niet echt het verband maar vraag niet om opheldering.  Als hij uren later nog steeds in het  busje verdwenen lijkt ga ik binnen op zijn bank liggen met een diclofenac. In Nederland had je allang gevraagd wat de bedoeling is. Hier niet.
En dus loopt het inmiddels tegen tweeën en staan de stoelen er nog net zo bij als om negen uur. Alex Boogers nieuwste boek is al een eind opgeschoten. Nu dan maar wat schrijven. En als dit klaar is toch maar eens vragen hoe en wat. Zijn dochtertje is gezellig achterin de jeep gekropen en kijkt wat ik doe. "Tenaka!" roepen de kinderen die uit school komen. Ik ga moed verzamelen en vragen wanneer we met de stoelen verder gaan. Want hij kan dan auto rijden zonder stoelen, ik ben dat niet van plan. Zittend op een jerrycan, mooi niet!

Omar ligt onder het busje. Alleen zijn benen in gescheurde pijpen steken er onderuit.  " Shall we go on with the chairs?" vraag ik zo vriendelijk mogelijk. " You have to do this first?" " Ya ya, the shopkeeper buy a new waterpump and he has to know if it is the right one before he spend his money." Ik begrijp het volkomen. Hij ook gelukkig. "It will be allright. To day you can ride your car" poogt hij me gerust te stellen. Dat ben ik niet, want dat zitten op de jerrycan heb ik eerder moeten doen en dat beviel van geen kant. Hopen maar en doorgaan met eindeloos geduld hebben. "Beh!" roept de geit. Beh!! roep ik terug.
Buiten knalt de zon over de zanderige compound. Binnen in het huisje van Omar is het koel en donker. Verblind door het felle licht buiten struikel ik bijna over het zwarte gevaarte in de huiskamer. Zijn vrouw zit te bidden. De lunch zal zo wel komen dan. Fijn, want ik krijg trek. Honger mocht ik niet zeggen van mijn moeder. Het is hier geen Biaffra!

vrijdag 4 maart 2016

06 Hilarisch

De dag van gisteren mag niet onbeschreven blijven. Zoals die begon en hoe die eindigde. Hilarisch in de breedste zin van het woord. Na een heerlijke dag in en om de Roundhut dacht ik om vijf uur dat het misschien wel leuk was  - en lekker ook want een swimmingpool! - om Tien1 en haar vriendin even naar Project Lodge te brengen. "Ik kom eraan" riep ik niets vermoedend. Stopte de nieuwe zwembroek voor Malang in de tas en wat drijfbuizen. Hij was de hele middag na school bij mij in de weer geweest en dan is er niets leuker dan met de jeep ergens heen gaan waar water is. Mmh! heerlijk even zwemmen in het koele water. Nog even de autosleutels pakken. Huh? niet in de jeep? Verdorie, heeft Malang ermee gespeeld? Of de buurkinderen? Of heb ik het zelf weggemaakt? Tas drie keer omgekeerd. Niets. Ok. Misschien zijn ze gevallen in het droge gras. Dat had Omar juist vanochtend in hopen bij elkaar geharkt. In het ergste geval moest ik in die hopen gaan wroeten. Ik had een lumineus idee. Ik zou het met kleine beetjes tegelijk verbranden zodra de zon laag aan de hemel stond. Dan kwam ik ze misschien wel 'vanzelf'  tegen.

Toen ik tegen zessen nog steeds geen autosleutels had begon ik het plan uit te voeren. Met de buurkinderen erbij - vuurtje stoken is altijd top! - ging hoop na hoop in de fik. En het werd later en later. En ik moeier en moeier. Toen de zon achter de mangobomen verdween kwam de buurvrouw erbij. Nog steeds niks? Nee niks. Het was al ruim over zevenen vermoed ik. Omar gebeld, de grondeigenaar en tevens mecanic. Of ik de jeep ook zonder sleutel kon starten. Vraag naar de bekende weg natuurlijk. Dwars door het lawaai van de bushtaxi waar hij in zat probeerde hij me uit te leggen wat ik moest doen. Eerst het contactslot slopen, je weet wel waarmee je stuur op slot gaat.. Stop maar Omar! Dit ga ik niet doen, echt niet. "Ok , I am coming..". Nu was hij nog ver weg en hij zat bovendien in een langzaam busje, zei hij.
Pffht! Rust dus. Ga maar zitten op de veranda Tien en enjoy dat je hier eindelijk ouderwets weer buiten zit met de vogeltjes. En zo zat ik in het bijna-donker, want natuurlijk geen licht bij me en de maan zou pas veel later komen, sinaasappel na sinaasappel te pellen en leeg te zuigen. Sigaretje tussendoor en steeds laconieker worden, wat moet je anders! Tien1 en haar vriendin zouden allang uit het zwembad zijn en waarschijnlijk al aan hun avondeten zitten in de lodge. Ik nam nog maar een grapefruit om de honger te stillen. "Neem toch een taxi naar hier" riep Marijke door de telefoon. Ja, kan, maar de jeep hier open achterlaten? En morgen met de bushtaxi  - een wrak busje waar je met 24 man in zit - weer terug? Ik had er weinig zin in  en besloot toch echt maar op Omar te wachten. Dat wachten kon ook bij de buurvrouw Sibou, een schat trouwens. Doen we! riep ik optimistisch en wilde de deur afsluiten. Huh?!?!?! Wat hangt daar nou... twee bossen sleutels  voor 1 slot?! Ik had verstrooid de autosleutels in de deur gestoken en de deursleutels in het hangslot. "Ik heb ze !!" riep ik tegen Omar in het Hollands door de telefoon. Het lawaai van de motor en de kwebbelende lui om hem heen in het busje maakte dat hij me niet verstond. Ik riep zo hard als ik kon nog een keer: ik heb ze! "Please talk English", antwoordde hij en de lijn werd verbroken. Op hoop van zegen had hij me begrepen en ging hij straks niet te voet naar de Roundhut om de  draadjes aan elkaar te knopen zodat hij hem kon starten.

Malang had ik al eerder voor donker op zijn fietsje naar huis gestuurd. Zijn moeder gebeld dat ik de sleutels gevonden had. "Come to get some lemono bah!" Jaja, niet dus, ik ga nu niet meer langs om grapefruits bij haar op te halen. Ik vind in het donker rijden lastig en blijf dan ook liever op de asfaltweg in plaats van af te slaan het dorp in.
Met de speciaal aangeschafte bril van Specsavers op mijn neus (voor als ik in het donker auto  zou moeten rijden) begaf ik me op weg. Oei! Het was wel erg donker. Als ik de eerste hoek om sla zie ik vaag iets op de weg.. een pion? Inderdaad met twee agenten ernaast. Ik stop en doodse stilte is het gevolg.

De lichten van de jeep zijn gedoofd. Juist, het accuprobleem van gisteren. Wat had AduBoy er aan gedaan om hem weer aan de praat te krijgen? Dat had hij niet gezegd en moest een verrassing blijven. "Sorry, my engine stops" lach ik tegen de agenten. "Is it you, Fatou?" vraag ik de vrouwelijke agent. " "Yes is me, he will help you to push." Haar maat stapt achter de jeep , ik ernaast en stuur hem volleerd (???) de berm in. Volledige donkerte. Ik voel in het handschoenenkastje waar de handel zit en open de motorkap. Zien doe ik niets, maar voelen kan altijd. Ik voel aan de polen van de accu en ontwaar een los boutje. Geen gereedschap natuurlijk. Zou niets geholpen hebben want er was niks te zien. Ik kruip laconiek achter het stuur en Broemm! hij slaat weer aan. Ik roep achterom naar de agenten : "Can I go? " Jajaja, taataa taa!!
Dolgelukkig dat ik het toch allemaal maar voor mekaar krijg, stop ik nog even bij de kruising van Malangs compound. Die grapefruits neem ik dan ook maar even mee. Na een kwartier begeef ik me eindelijk weer op weg. De emmer met citrusvruchten onder de bijrijdersstoel. En nu dan maar op Marijkes huis aan in Sanyang, normaal gesproken een twintig minuutjes rijden. Maar omdat ik nauwelijks iets zie op de weg rijd ik hooguit vijftig kilometer per uur.

"Wat zie ik daar?" praat ik hardop tegen mezelf. Iets hoogs en breeds voor me. Een Bushtaxi die misschien stopt voor een politiepost?  Ik schakel terug om ernstig remmen te voorkomen. Dichterbij gekomen blijkt het een vrachtwagentje te zijn zonder achterlichten, vol met jongens in de laadbak. Hoe zit het trouwens met mijn eigen achterlichten? Die deden het toen hij stil stond, maar ik sta er niet voor in hoe dat nu is.  Ik passeer overstekende honden, oei! net op tijd naar de linkerkant van de weg gestuurd! en mannen op oude fietsen die de berm in schieten. Ik praat tegen mezelf. Ja goed zo, nu naar rechts, niet in de lichten kijken van tegemoetkomend verkeer! Oh waar zijn we nu in vredesnaam?! Dit lijkt wel het bruggetje van Tujering, ok, klopt, nu komt er zo nog zo'n hekwerk langs de weg. Klopt ook. Dan moet Sambuyang komen. En daarna hoop ik de rode lampjes van de zendmast in Sanyang te zien. Met een brede grijns over zoveel geluk - de jeep heeft nog twee keer stil gestaan in die tijd - kom ik tegen tienen bij Marijke aan.
Ze ziet mijn lachende gezicht uit het raampje. "Ging het een beetje?" vraagt ze bezorgd. "Top! ik heb alles uiteindelijk steeds weer voor mekaar gekregen en het was een TopDag!"
Ze schenkt me een Baileys in met ijs. Een groter cadeau kon ze me niet geven.
Maleika, mijn Maraboe :-)

woensdag 2 maart 2016

05 Verwikkelingen.

De zon staat laag en werpt lange schaduwen. Nog een half uurtje dan is ze onder en daarmee is ook deze dag weer tot een redelijk einde gekomen. Ik zit fris gedoucht buiten op de nog zonnige betegelde veranda. De waterbak van de vogels heb ik net gevuld. Hopelijk komen ze me direct gezelschap houden. Voor alsnog moet ik het met het vogelgeluid van de telefoon doen. Omdat die de hele dag zonder wifi heeft gezeten haalt die nu zijn schade in lijkt het wel. Om de haverklap fluit hij dat er een berichtje of een of andere melding is. Dat zal moeten wachten want ik wil nu eindelijk wel weer eens schrijven. Hoewel me dat op een of andere manier màar moeilijk lukt

De dagen zijn lang en meer dan gevuld. De nachten zijn nog langer. Na twee uur slaap heb ik het gehad en begin te piekeren over de dag die komen gaat. Ik moet een hoop uitzoeken, antwoorden op vragen vinden en last-but-not-least : spullen traceren. In welk huis, op welke compound,  bij welke 'vriend', in welk dorp misschien wel staat mijn nieuwe accu? Waar heeft T. al zijn - veelal door mij aangeschafte-  gereedschap gelaten?! Gisteren kreeg ik op een niet onbelangrijke vraag antwoord. Na anderhalve week her en der wroeten - no, no, we dont know nothing - stond ik gisteren dan toch oog-in-oog met de enorme zuurstoffles en de niet in gewicht onderdoende gasfles waarmee T. zijn laswerk uitvoerde. Ik kon niet anders dan knikken toen ik ze in het donker in een hoek zag staan. De man die uiteindelijk de kamer - een donker hok met een zandvloer - waar het stond geopend had, stond er beteuterd bij, alsof hij elk moment van de meester op zijn kop kon krijgen dat hij de boel verraden had. "En waar zijn de slangen? En de meters?" deed ik er nog een schepje bovenop. Aarzelend tilde hij een stuk karton van een oliedrum . Die bleek leeg, op de dubbele slangen en meters na die diep op de bodem lagen verstopt. "Pick it up please and bring it to the car". Ik stond verbaasd over mijn eigen reactie. Wat ging ik er in godsnaam mee doen?! Maakt niet uit, eerst maar 'in veiligheid' brengen.  Want zodra ik hier weg ben en ze door hebben dat T. echt niet terugkomt wordt de hele handel verkocht. Of iemand eigent het zich domweg toe.
Al heb ik drie jaar geleden zijn lasbedrijfje gefinancierd, toch voelde het heel illegaal om zijn spullen daar weg te halen. Ik dacht er dan ook niet over datzelfde met de basisapparatuur te doen, al was het maar omdat dat met twee man nauwelijks te tillen is. Totdat me in een gesprek met Marijke duidelijk werd dat het niet meer dan logisch was om alles weg te halen. Dus met lood in de schoenen, niet voordat er eerst een enorme huilbui uit kwam, vertrok ik naar de garageplek waar ik de gisteren nog beteuterde man aan hoopte te treffen. Hoe zou hij wel niet reageren als ik hem verzocht alsnog het hok te openen om de rest ook mee te nemen?
Tussen de kriskras geparkeerde wrakken  zat hij op zijn knieën een uitlaat te solderen. Een mij  vertrouwd beeld. Ik hoefde niet bang te zijn emotioneel te worden want de tranen waren inmiddels op. Dus schoof ik op een oud chassis wat ijzer aan de kant en posteerde me relaxed tegenover hem. Sigaretje erbij en kijken wat er gebeurt. En vooral rustig blijven. In Nederland zou je zeggen dat je de spullen komt halen en of hij misschien even tijd heeft om mee te komen. Hier zeg je niks, behalve het standaard uitgebreide begroetingsritueel.
" Sumulee, ibidjee,  korte nante , ta nante, soekoenoen kole, ibidje."Wonderwel keek de man na een twintig minuten op en probeerde iets van een glimlach. Toen stond hij op en wurmde zich tussen de halve auto's door op zoek naar zijn baas. Oh jee, ik begon hem te knijpen. Zijn baas was vroeger de baas van T. Na tien jaar gratis voor hem gewerkt te hebben - T.'s opleiding was daarmee meer dan afgerond; hij was inmiddels de beste lasser van het dorp -  kwam die toubab hem aanbieden om voor zichzelf te beginnen met haar hulp.  En daarmee was hij zijn gratis werkkracht kwijt. Dat heeft hij mij een tijd duidelijk kwalijk genomen. Ik werd niet meer begroet. Kan hij nu weigeren de apparatuur  van T. mee te geven  aan mij? Rustig blijven, in ieder geval niet laten zien van wat er in je omgaat. De baas keek omhoog naar mij alsof hij me keurde. Toen weer naar de man die zijn verhaal deed. Ook Saynee kwam erbij staan, het hulpje van T. Aan zijn gezicht te zien vond hij het minstens zo spannend als ik. Als de flessen, meters en branders eenmaal weg zijn, zag ik hem denken, dan kan ik mijn toekomst als zelfstandig lasser wel vergeten. De baas gooide zijn hoofd met een knik naar links ten teken dat hij maar moest gaan. En zo reed ik met de man naast mij en Saynee achter op de reserveband hangend naar het hok om alles op te halen. We moesten twee keer rijden vanwege het gewicht. Eenmaal alles in de Roundhut stelde ik ze gerust: "Now T.'s things are safe". Ik voelde me een valsspeler want dat ze bij mij safe zouden zijn is maar net de vraag.

Ik mag dan blij zijn dat een aantal dingen terecht zijn, een aantal is dat ook niet en ik betwijfel of dat binnen een week nog tevoorschijn komt. Op de deur van de Roundhut prijkt een spiksplinternieuw hangslot. Het is duidelijk dat met het vertrek van T. de Roundhut allerminst afgeschreven is. Ik ben deze twee weken begonnen een nieuwe start te maken. Het moet toch lukken dat de tijd ondertussen haar werk doet en de herinneringen enigszins afgevlakt zijn.
Morgen de bananenbomen snoeien met een kennis. Want de eerste kammen zijn er gisteren door hem afgehaald. Nota bene de eerste na twee jaar water geven en verzorgen. En ik heb er nauwelijks aandacht voor gehad. Ze liggen in een doos na te rijpen. Zij wel.