zondag 29 mei 2016

22 poespoespoes

De zon laat zichzelf als een lichte vlek aan de hemel zien. Ze is nog niet sterk genoeg om door de bewolking heen te komen. Het is acht uur  in de ochtend. Tegen tienen zal ze het winnen en gaat er op los branden. Op de veranda zucht een koel windje. Een haan kraait bij de buren. "DjoeDjoe" doet de vogel in de mangoboom. Binnen is het stil. Alleen het poesje krabbelt wat in de rondte, tussen hark en bezem, emmers en scheppen. Er is altijd wel ergens een touwtje dat loshangt of een leeg blikje dat hij over de tegelvloer kan rollen. Zijn kleine buikje is rond. Zoveel dikker dan toen ik hem bijna overreed op de hoofdweg. Toen was het een en al bot.

Ik maak me zorgen hoe het moet met kleine Robbie - want zo hebben we hem genoemd, al reageert hij slechts op poes-poes-poes  - als ik over vier weken wegga. De mail van de vliegmaatschappij liet weinig te raden over. Hij moest drie maanden oud zijn, inentingen, paspoort etc etc etc. Dat wordt dus niks. Ik ben aan hem gehecht geraakt en hij aan mij. Kruipt als een baby op mijn schoot en vindt het het fijnst als ik mijn hand stevig om zijn kleine lpoezenlijfje leg. Dan stopt hij eindelijk met spelen en soest hij weg in een diepe slaap. Zal ik hem een pilletje geven en in mijn tshirt rollen als ik op het vliegtuig stap? Ik ben er gek genoeg voor. In Amsterdam hoef je zoiets niet te proberen met die bodyscans. Maar hier geloven ze je op je blauwe ogen. Alleen de tassen worden gescand. Ik heb n og even de tijd om te kijken of hier iemand hem wil nemen. Gambianen zijn niet aan de orde. Die zijn bang voor poezen. De kinderen zullen hem stenigen. Komt tijd komt raad, daar vertrouw ik dan maar op.

Voor schrijven kan ik al tijden de rust niet meer vinden. Teveel heisa hier en problemen die opgelost moeten worden. Van grote tot kleine. Met een diepe zucht zet ik me er aan en hoop op even rust, wetend dat het niet voor lang zal zijn. Desondanks heb ik geloof dat ik op een bepaald moment alles onder controle heb en in eigen hand. Ondertussen pak ik mijn verlies en probeer  tegen de klippen op het verleden achter me te laten. "Rasta! Rasta!" wordt er regelmatig naar de jeep geroepen, de bijnaam van T.  Stoicijns rij ik door en wuif vrolijk naar de mede weggebruikers die me niet lastigvallen met zijn naam. Ooit ben ik alles vergeten, als ik maar geduld heb...

maandag 16 mei 2016

21 dood en begraven

Het is zo stil dat het niet te beschrijven valt. Net even geblaf van een hond in de verte, de ijzeren deur die heen en weer klappert in de wind. Zelfs het ruisen van de bomen is afwezig. Het is tien uur in de avond, laat voor mijn doen. Meestal lig ik dan al schoon geboend  - je wordt hier vreselijk vies altijd - in bed. Vandaag echter was een volle dag.  Na het naar binnen rijden van de jeep  - met 1 cm speling aan weerszijden op straffe van de hele poort in elkaar jensen - eerst alle ramen van sloten ontdaan en wijd tegen elkaar opengezet.  De Roundhut mag dan dikke muren hebben, toch wordt het warm binnen als alles gesloten is.  Met een WakaWaka in mijn hand doorkruis ik de kamers en stap natuurlijk op het nog piepkleine katje. Hij blijft achter me aan rennen en voor de voeten lopen tot hij eten krijgt. Bij gebrek aan een waslijn drapeer ik de door Marijke gewassen lakens en handdoeken over de stoelen binnen. Reuze gezellig. Maar het kan me niet deren. Aanmaak limonade met een reuzenscheut Southern Comfort vertroebelt de blik en maakt in een klap alles aangenaam. Het is zelfs voor het eerst dat ik sinds de inbraken vorige week rustig met de deur open zit. Nu scheelt het wel dat er wat maan is. De compound is daarmee meteen een stuk overzichtelijker in de avond cq nacht.
De veranda is bijna afgepleisterd. Bijna , want vanwege een dode in het naburige dorp  moest Marena er vanochtend na een paar uur weer mee ophouden.  Een dode wordt door alle mannen van het dorp begeleid naar de begraafplaats. De vrouwen blijven thuis met sjaals over het hoofd geknoopt. "He climb in a  mangotree"  legt hij me in zijn beste Engels uit en kijkt veelbetekenend. Als hij daarna dood was zal hij er wel uit gevallen zijn, denk ik.  Ik vertel het onderweg naar de garage aan mijn medepassagier. "He was hungry"  was zijn enige reactie. Je hebt honger,  valt uit een boom en om  twee uur ben je begraven. Sommige dingen gaan snel hier.


Ik heb de jeep naar Sukuta, 10 politieposten verder - gereden, waar Omar tegenwoordig garage houdt. Een enorme mangoboom domineert de vele kapotte busjes en auto's die eronder in het stoffige vuile zand geparkeerd staan. Ik wring mijn autootje ertussen zodat Omar de hoogst persoonlijk ingevlogen onderdelen kan monteren. Zonder 4wheel drive rijden gaat steeds slechter als ik naar zee wil en dus moet het gerepareerd. De enorme zandtrucks hebben de wegen kapot gereden. Kletter ik niet over een bruinrood 'wasbord' dan zeil ik wel als een schip links en rechts  op de electriciteitspalen af. Tot nu toe ontwijk ik ze rakelings, maar een hobby zal dit niet van me worden. Tegen zessen lijkt de klus geklaard. Het '4WD' lampje brandt. Als ik een half uur later het bij Marijke voor in het mulle zand ga uitproberen hoor ik een hoop gekletter en gebonk. Gadverdamme, allerminst geklaard dus. Bovendien krijg ik hem niet meer terug in 2WD. Bellen met Omar levert niet veel meer op dan dat hij morgenochtend even langs komt. Nu moet ik maar in de 4wheel drive naar huis rijden. Niet erg als die het doet. Maar het stuur lijkt wel vast geroest en ik heb moeite om met twee handen de jeep recht op de weg te houden.  Bijna thuis probeer ik nog eenmaal of hij er niet uit te trekken valt. Ja hoor, geen enkel probleem. Rustig zoevend bereik ik de gate van de compound  en friemel hem er met  slechts tien keer voor- en achteruit rijden recht door de poort naarbinnen. Zucht.  Die borrel heb ik verdiend!  

donderdag 12 mei 2016

20 alweer donderdag..

Gevecht met stroom om mijn telefoon, tablet en toetsenbord aan de gang te houden. Gelukkig is daar de zon die de WakaWaka-lampen laadt.Nog 22 % nu, dus even een snelle start maken.
In de verte kukelt een haan er op los. Op de veranda hoor ik Marena de metselaar schep na schep cement tegen de pilaren kwakken  Het is half twaalf en al een flinke werkdag achter de rug. Water halen doe ik als er een kerel in de buurt is. Vandaag was Lamin de klos. Rijden naar de hoofdweg en daar acht enorme jerrycans vullen, alsmede 12 flessen en en vier melk containers van de AH. Jaja, meegenomen uit Holland want handig om water te halen als ik alleen ben. Het is een gegoochel om alles voor elkaar te krijgen maar het lukt.  Zou ik hem kunnen vragen of hij naar de pater wil gaan om bier te halen voor vanavond ? En meteen een ijsblok voor de cooler? Waarom ook niet, hij is op de fiets. Even later fiets hij met de cooler onder een rubber weg. Aan zijn gezicht kan ik nooit zien of hij het vervelend vindt of juist niet. Dus denk ik maar: this is Africa, ze zijn van jongsaf aan gewend om voor kleine boodschapjes gestuurd te worden. 'To sent somebody'  heet het.  De moeder  zendt de oudste broer voor iets weg,  die het vervolgens weer delegeert naar zijn jongere  broer of zus. Ik pas me dus aan en stuur regelmatig iemand voor een brood, sigaretten, lucifers en vandaag dus voor bier en een ijsblok.
Gisteren stuurde Pap een 'brother' naar me toe met vis. Een enorme barracuda grijnsde me aan. Zijn tanden in de spitse bek ontbloot. Zonder veel omhaal sneed ik de kop los en trok de ongewanden naarbuiten. Dat ik vroeger nog niet eens een vis aan durfde te raken lijkt lang geleden. Het verwondert me iedere keer weer dat er in een mum van tijd een hond of kat zich over de visresten ontfermt. En dat terwijl  op de compound ogenschijnlijk  geen beest te bekennen is. Ik snijdt het lijf in drieeen. Een voor de avond en twee voor morgen. Voorzienige blik, want Marena is vandaag hier de hele dag aan het werk. Ik zal hem dus te eten moeten geven.
Als de dag aangebroken is ben ik direct de onrust gedurende de nacht kwijt. De tralies mogen dan gelast zijn, de ramen kunnen nog steeds niet dicht omdat de dief de handels afgebroken heeft. En die kunnen alleen electrisch gelast worden omdat met autogeen lassen - zuurstof- en gasfles -  het glas geheid springt.  Dat dat nog wel eens heel lang kan gaan duren ben ik op voorbereid. Na het debakel van de ene na de andere generator  die niet krachtig genoeg bleek om het lasapparaat van dienst te zijn, heb ik besloten het te accepteren.. Echter, vannacht kon ik angstgevoelens  niet echt onderdrukken. Eerst hing ik kerstverlichting aan het raam om duidelijk te maken dat ik aanwezig was. Toen ik nog de slaap niet kon vatten omdat ik steeds rare geluiden hoorde, heb ik uiteindelijk mijn boek gepakt en heb tot drie uur gelezen. Uiteindelijk de kerstverlichting uit gedaan en daarmee tegen mezelf gezegd: niks aan de hand, slapen nu! Met de telefoon in de aanslag mocht er iets gebeuren. De rechercheur die onderzoek kwam doen had mij zijn twee nummers gegeven. Ik mocht dag en nacht bellen. Hij wilde ook wel komen slapen hier. Waaaaat?! Ik dacht even dat ik het niet goed verstaan had. Maar toen hij nog geen twee uur na zijn bezoek me alweer belde met de vraag hoe het nu met me ging, vreesde ik dat ik hier weer met een dood ordinaire behoeftige Gambiaan te maken had. Toch hou ik hem in gedachten voor als ik besluit iemand in het huis te laten wonen als ik in Nederland ben. Want nog een keer dit gezeik heb ik geen zin in.


Tot mijn grote verbazing is het alweer donderdag. Morgen ga ik met Marijke gekleurde tegels zoeken voor op de veranda. Want het moet een vrolijke boel worden hier!! Komt het niet van mij, dan maar van de tegels op de verandavloer;-)

zaterdag 7 mei 2016

19 lichtgrijs en groen

Lichtgrijs en groen. De zon komt net boven de bomen uit en lijkt op een maan, zo wit. Laaghangende sluierbewolking verhindert de normaal feloranje bol om tevoorschijn te komen.Elf minuten over zeven. Ik heb geen wekker nodig om wakker te worden. Om half tien slapen na een dood vermoeiende dag en een gebroken nacht zijn genoeg. Buiten steek ik de vuilnis van de vorige dag aan. De zwerfhonden hebben  de rijst en visresten die ik apart in een kuiltje gegooid heb al ruimschoots opgegeten. Schichtig sluipen ze nog wat rond op zoek naar meer. Als ze mij zien schieten ze weg. Was ik eerst nog bang dat de etensresten ratten aan zou trekken, no problem.anymore. TikTiktik! tikt het eerste vogeltje alweer tegen het glas van het keukenraam, tiktiktik..
De vrijdag zit er weer op, vandaag een nieuwe dag met hopelijk nieuwe kansen. Op een of andere manier is op de vrijdag mij geen geluk beschoren. Het herinnert me altijd aan betere tijden. Het is een dag om mooi gekleed vrienden te ontmoeten, voor de moslims na het middaggebed in de moskee. Voor mij nu - zonder moslim in de buurt - een gewone werkdag. Lasser Yaya stond in keurig goed om negen uur voor mijn neus. Met electrisch lasapparaat. Waar de generator was. Eerlijk gezegd geen idee, antwoord ik. Omar zou het regelen. Bellen. Ik krijg omstandig te horen dat een oude man overleden is etc etc etc en dat de begrafenis om elf uur is. Ik weet dat hij hier dus niet voor twaalf uur zal zijn met de generator, als hij die al heeft. Yaya heeft er alle begrip voor. Een begrafenis gaat voor alles en besluit vast de nodige voorbereidingen te treffen: tralies afmeten en ogen maken voor de toekomstige hangsloten. Tussendoor drinken we koffie en praten over van alles. Ik probeer het onderwerp Tapha - zijn beste vriend -  te vermijden. Dat lukt redelijk.
Inderdaad staat Omar tegen twaalven op de compound, in nette gestreken pantalon en overhemd. Zonder generator. Ik verbaas me nergens meer over. Ik probeer nog even of ik zelf iets kan regelen via Marijke, maar helaas, zij heeft er ook geen een.. Via via belanden we dan toch uiteindelijk op een compound verderop. Daar zou iemand zo'n ding verhuren. Bij de poort staat een mannetje van Nawec - de electriciteits maatschappij -  met een stapel formulieren. Is dit de man die ons gaat helpen? Ik wacht het af en heb het allang opgegeven om direct de conversatie te volgen. Nawec.. hoe staat het eigenlijk met de meter die ik vijf weken terug op het hoofdkantoor over heb laten schrijven op mijn naam? denk ik opeens. Als de mannen even niets doen waag ik het erop erover te beginnen. tegen Omar. Hij buigt zijn hoofd diep, duidelijk om mij niet in de ogen te hoeven kijken. "There is a problem" begint hij. Het zal niet waar zijn, denk ik. "..The law you know.." Nee ! Ik wil van geen wet meer weten na het gezeik met de politie een paar dagen geleden.  "The law says it cannot be done. Tapha has to give permission to transfer the electricity meter tot he Roundhut." Woede en verdriet maken zich direct van mij meester. Godverdomme. "Hoe kan een vent toestemming geven als hij als illegaal in Duitsland zit?!" vraag ik met een kop die niet mis te verstaan is. Omar haalt zijn schouders op. De Nawec man vraagt wat er aan de hand is. Ondertussen stromen de eerste tranen over mijn wangen. "Dont cry.." zegt Yaya "please Tineke, please!" Als ze ergens niet tegen kunnen is het tegen janken. Maar mij kan het even helemaal niets schelen. Misschien is het juist wel goed dat hij eens ziet wat zijn vriend me aangedaan heeft ' to run away'  en wat voor eindeloze gevolgen dit  heeft. Hij is duidelijk onder de indruk. "I feel it" zegt hij met een bedrukt gezicht. Overigens zijn deze woorden ongeveer het hoogst haalbare aan te tonen emoties. Mooi, hij voelt het. "Als je Tapha spreekt moet je hem dit maar een fijntjes uit gaan leggen!" sis ik.
Omar heeft ondertussen geheimzinnig staan overleggen met de man. Van de generator waar we voor gingen ondertussen nog geen spoor. Er is wat heen en weer gebeld, meer niet. Als Omar mijn tranen ziet probeert hij me gerust te stellen. Dito woorden, niet huilen, stop! Als ik papieren kan overleggen kan dit mannetje het alsnog regelen, belooft hij. Ik geloof het direct. In een corrupt land als dit hoef je van hogerhand dus niks te verwachten is mijn conclusie. De kleine man kan het daarentegen voor elkaar rommelen tegen een kleine vergoeding.

"Lets go!" zegt Omar opeens. Waar naartoe? ik vraag het niet. Zoek het allemaal maar uit met je generator en neem bokkig plaats op de passagiersstoel. Laat hij maar rijden. Ik jank in het zijraampje mijn laatste tranen. Want ik weet dat ik door moet. Zigzaggend door het dorp  houdt de jeep stil voor een winkeltje waar mannen op een bankje zitten. "Tineke Two!" roept eentje even zo vrolijk. Geen idee wie het is maar ik groet maar gewoon terug. Ja alles gaat goed, antwoord ik desgevraagd. Met de familie ook? Welke familie ?! denk ik boos, denkend aan mijn 'familie' in Holland, ouders die overleden zijn  en een nog levende broer die besloten heeft dat hij me niet meer wil zien. Fok! Zo kan ie wel weer. Met een voddig kleenexje droog ik mijn gezicht af. Omar verschijnt aan het zijraam van de jeep. Of ik driehonderd dalasis wil geven voor een kapot onderdeel van de generator. Dan maken ze hem en komen hem morgenochtend met een kruiwagen brengen. Zien is geloven. Ik geef het geld en hoop er het beste van. "Maar niet ook nog eens huur betalen" waarschuw ik. Nee nee nee, zo komt het goed.
En nu is het de volgende dag. Naast me zie ik Malang voor het eerst bidden op de kleurige Afrikaanse mat die altijd was om op te spelen. Hij buigt en staat op, prevelt en buigt en staat op. Soms kijkt hij even opzij naar mij. Zich duidelijk bewust dat hij dat voor het eerst doet in mijn aanwezigheid. Ik knipoog tegen hem, goed hoor schatje! Ik heb een moslim kleinzoon, toch nog familie.  

update 15:00 uur Twee niet werkende generators verder zijn we terug bij af. De klus is uitgesteld tot een nader te bepalen dag..

donderdag 5 mei 2016

18 never a dull moment

Met een gevoel van triomf passeren we het ene na het andere checkpoint op weg naar Marijke in Sanyang, vier dorpen verderop.. Nee heren politie, hier is niets te halen. "Tiliburoo benjadi! Goeiemiddag!" En door maar weer met een dikke smile.  Mama giert het bij elke politiepost uit van het lachen. Met name om de Mandinka conversatie van mij met de agenten. We drinken bij Marijke gezellig - een nederlands woord dat nog vaak langs zal komen als het goed is -  een ijskoud biertje, mijn eerste, en limonade en houden het kort. Haar dochter en kleindochter vertrekken en ze moeten op tijd op het vliegveld zijn. Hoe we er zo opgekomen zijn weet ik niet meer, maar feit is dat Marijke me voor een heel klein prijsje vijf dozen vloertegels geeft. Het plan om de veranda van 'broken tiles' te voorzien komt nu wel heel dichtbij. Nog een paar dozen kleurtjes erbij kopen en da ga ik de metselaar werk geven. Maar zoals altijd, first comes first. De ongezellige klus van ramen en tralies rapareren.
Als ik niet weet hoe ik iets op moet starten komt er vaak vanzelf een oplossing. Zo ook gisteren. Pap kwam langs, de oom van Tapha die ons altijd van vis voorziet. Het leek me goed het probleem eerst maar eens met hem te bespreken. Zuchtend en hoofdschuddend neemt hij de schade op. "Ik moet een lasser zoeken. Moet ik Yaya vragen?"  Zelf heb ik daar nogal wat moeite mee om dat hij de beste vriend van Tapha is. Maar Pap wuift dat weg, niks mee te maken . En kordaat belt hij Yaya, die notabene ook nog zijn broer is. Het moet maar denk ik. Discipline, daar zal het op aan komen. Want ik wil perse niet over Tapha praten. Op elke vraag die ik zou stellen zal ik resoluut een "..I don't know.." krijgen. Het is de standaard leugen die ze hier gebruiken om elkaar te dekken en is alleen maar pijnlijk voor mij. Kort en krachtig deelt hij me mee dat Yaya de volgende ochtend om acht uur voor mijn neus zal staan.
Terug naar gisteren, toen we terug naar huis reden. De zon staat laag en ik moet moeite doen om door de stoffige voorruit iets te zien. Toch zie ik op het asfalt voor me iets wits liggen. Een overreden kip? In mijn ooghoek zie ik een groep wit gesluierde schoolmeisjes  naar het ding wijzen. Hun gezichten staan verschrikt. Ik kijk naar het witte ding en zie het bewegen, gooi soepel het stuur om (dat gaat heel goed met een biertje op ;-) -  en scheur er rakelings langs. Dan zie ik dat het een poesje is. Hoe het mogelijk is dat dit alles zich in een fractie van een seconde afspeelt is een wonder. Ik zet de auto aan de kant en kijk in de achteruitkijkspiegel wat de meisjes ermee gaan doen. Oh... ze rennen met het scharminkel naar de auto.  Even overleggen met Malang. Wil je een kat? Het gaat hem duidelijk te snel. De meisjes duwen het vieze magere mormel door het zijraam naar binnen. Nu hebben we een kat, zeg ik verbaasd tegen Malang.. Ik probeer snel te overzien of dit een goed idee is. Ik blijf twee maanden. Dan kan hij in ieder geval goed opgroeien. Ik start de jeep, zet het poesje bij de volledig verbouwereerde Malang op schoot. Losjes wiebelt het op zijn knieen. Dan moet hij ook maar een naam hebben. Welk geslacht het diertje heeft weet ik niet. Ik roep wat namen en bij Robbie! knikt Malang stilletjes ja. Ok, Robbie. "Robbie!Robbie!Robbie!" zing ik vrolijk en moet denken aan de dames van de Living Jukebox op de Noordermarkt. We geven het beestje wat snel in elkaar gedraaide broodpap. Hij is uitgehongerd. Zijn botjes steken bijna door zijn ooit witte vachtje. De familie wordt wel steeds completer, denk ik. Mama maakt een heerlijke omelet en gedrieen zitten we even later aan tafel  de broodjes op te peuzelen. Malang is dan al in bad geweest en kan na het eten direct naar bed. Mama laat zich ophalen door  mijn ex vriend Djanko die nu taxichauffeur is  en de rust is weergekeerd.
De volgende dag, vanochtend dus, staat Yaya voor mijn neus. Met lasapparaat. Ik steek afstandelijk mijn hand naar hem uit om hem formeel te begroeten maar het weerhoudt hem niet om me over mijn blote rug te aaien. Ay! Precies waar ik bang voor was. Hij had me bij Taphas verdwijnen al te kennen gegeven dat ik een husband nodig had. Of ten minste een boyfriend. Nee! Nooit niet! maakte ik hem duidelijk. Nu dat nog even in de praktijk brengen. "Please dont touch me, is not necesary" hoor ik mezelf zomaar zeggen. Het is eruit voor ik het weet. Hij lacht en zegt dat dat wel moet. Maar mijn gezicht spreekt gelukkig boekdelen en we gaan over tot het bespreken van de klus. Morgen krijgt dit alles een vervolg. Insjallah. Pfht.

woensdag 4 mei 2016

17 Een nieuwe eerste dag

In de omlijsting van het wc-raampje zit de Senegalese koekoek stilletjes op een tak. Niet dat hij koekoekt, maar het is een van de weinige namen van vogels die ik ken. De zon staat nog laag en op de hoofdweg in de verte hoor ik de eerste autos brommen. Dit wordt mijn eerste dag heb ik besloten. Want die van gisteren was zo onaangenaam -lees:vreselijk - dat die maar het best zo snel mogelijk vergeten kan worden. De aankondiging vasn ellende begon al 's nachts toen Omar me van het vliegveld ophaalde. Of ik zijn tekst message niet gelezen had. Of de voice message? Mmm.. mijn hart ging direct harder kloppen. Was de Roundhut afgebrand?  De jeep gestolen?  Vertel!! Er was ingebroken. Alle ramen stuk en een tering bende van opengebroken kisten . Hij liet me de foto's zien. Ik werd er niet blij van. De politie was erebij geweest en had errapport van opgemaakt. Thuis moest ik gaan controleren wat er miste. 
Aangekomen bij de Roundhut was ik op alles voorbereid, behalve op een zaklamp. Waar had ik in godsnaam de vier WakaWaka's gelaten? Anders de hoofdlamp misschien. De laatste vond ik zowaar snel en begon in het donker batterijen erin te priegelen. Licht! Een keurig opgeruimde  Roundhut. Kamer a kamer hat mijn sponsordochter Mama opgeruimd en schoon gemaakt. De opengebroken kisten had ze zo goed mogelijk weer ingeruimd. Opgelucht haalde ik adem.  Wat zou het volgende zijn?! Gelukkig bleef Mama slapen want een en ander voelde toch unheimisch. Er leek niets gestolen. Waarschijnlijk waren ze op zoek geweest naar geld. Overigens is het formaat van de dief een raadsel. Toen hij de raamsluitingen opengebroken had was de tralies aan de beurt. Gezien de barsten in het beton heeft hij geprobeerd die eruit te rammen. Tevergeefs. Dus was hij door de tralies gekropen. Nu is het grootste gat in het traliewerk zo klein dat er net een kinderhoofd doorheen kan.  Om het maar niet over de rest van het lijf te hebben. Was het een kind geweest? Gezien het feit dat de spiksplinternieuwe omvormer onaangeroerd tussen de spullen lag, denken we van wel. "Koddo, koddo, koddo!" moet hij gedacht hebben. Geld,geld, geld van die rijke toubab! Doodmoe viel ik als een blok naast Mama in slaap.
De volgende dag bij daglicht. De bananenplanten hadden veel droge bladeren die treurig naar beneden hingen. Was Omar G. niet gekomen om ze te bewateren? Laat het niet zo zijn want ik heb hem ervoor betaald. Niet dat het geld belangrijk is, maar het zegt wel iets over of je iemand kunt vertrouwen of niet. Ik zette koffie met de spressopot. Nescafe bleek niet aan de irde want de twee achter gelaten nieuwe potten waren verdwenen. Kut.  Maar lang treuren deed ik nbiet. Gewoon geen koffie meer voor bezoekers of werkers. Korte metten. Ze kunnen thee van de citroengrasplant buiten krijgen. Klaar!  Mama keek me meelijwekkend aan. "Really?!"  vraagt ze ongelovig. "Ja natuurlijk! Als ze mijn koffie jatten ga ik echt geen nieuwe kopen!"  We eten tevreden onze opaasbroodjes met roomboter op die in de meegenomen koelbox zaten en dronken tevreden onze koffie.
En dan direct maar even van alles regelen dat belangrijk is. Water, Roadtax ( wegenbelasting) betalen, en zorgen dat de meegenomen band op het wiel van de auto geplaatst wordt.
Kawsu is blij als hij me ziet. Hij runt het lokale benzine winkeltje en  is de 'chef'  van de waterpomp aan de overkant. Met overslaande stem uit hij zijn verontwaardiging als hij hoort dat er ingebroken is. Wij vullen de 6 jerrycans met water en hij gooit 10 liter benzine in mijn auto. Nog even het wiel afleveren bij de bandenman en dan gaan we naar Brikama om de roadtax te betalen.
In Sifou laten ze ons zowaar doorrijden bij het checkpoint maar in Brikama is het raak. Auto parkeren en lopend verder gaan. De agent kijkt naar mijn verschrikte gezicht en vraagt tot mijn verbazing hoe ik dat zie. Hoe ik dat zie?! Heel anders! Ik ga met de jeep naar de instanties en betaal. Maar zo eenvoudig was dat niet. Overleg met de tweede agent. Dan naar een derde. Dan wachten op een vierde en uiteindelijk stapt de eerste naast mij  in de jeep. Ok, geen probleem, als hij zijn tijd wil verdoen met mij, denk ik dan nog lakoniek. Bij het politiestation wordt de sfeer direct een stuk grimmiger. Autosleutels inleveren en betalen. Geen probleem, daar kom ik voor. Nee niet de roadtax, boete! 5000 dalasis. Een dikke honderd euro. Dat gaan we niet doen, denk ik en zeg dat ik Omar ga bellen. De veel te dikke kleine Officer of Police lacht. Hij lacht me eigenlijk uit. Of ik niet weet 'law is law'.. Ja dat weet ik geef ik hem van repliek, maar dit is alleen omdat ik wit ben! Dan gaan de poppen pas echt dansen. Vervolgens ben ik nog zo stom om een foto te willen maken van het gestempelde opschrift boven zijn rommelige kamertje en het is raak. Mobiel inleveren!  Ik wordt gek! En hoop ondertussen dat de foto niet genomen is. Klopt, ik was vergeten hoe dit toestel werkte. Mazzel.  Ik bel Omar die eveneens met overslaande stem roept dat dat helemaal niet kan. Dat ik niets moet doen, alleen even bellen met een hem bevriende Hoge Piet bij de politie. Komt in orde stelt de bewuste man me gerust. Niets doen, alleen wachten. "I speak with my collegue and try to reduce the 5000, give him!"  En zo begint het urenlange wachten en roken en wachten en roken tot ik er hoofdpijn van heb..Het is al tegen lunchtijd als ik binnen geroepen wordt. Ze zijn me zowaar nog niet vergeten. Omstandig gaat de dikke Officer  me uitleggen hoe de wet in elkaar zit. Ik knik slechts op alles, vastbesloten geen bek meer open te doen. Autoritair wijst hij me op alles wat ik tot dan toe fout gedaan heb en begint weer de weet uit te leggen. Nu ook voor te lezen van een vaag beduimeld vodje. Ik blijf knikken. Dan geeft hij het op . &:Go with this man!& beveelt hij me. Ik verhuis naar een hokje verder waar een agent lachend achter zijn bureau zit. "You still don't talk?" lacht hij geniepig. "You are angry?" Halsstarrig knik ik van nee, niet van plan hem de lol van ellende te gunnen. 5000 dalasis zegt hij nog maar eens en houdt een vieze plastic zak om hoog. Of ik denk dat ik mijn autosleutels herken. Dat lijkt me wel, antwoord ik kort. Vervolgens schudt hij de zak van grote hoogte leeg. De bossen sleutels kletteren op zijn bureau. Ik pik mijn sleutels eruit. Lachend schuift hij me de autopapieren toe. Begrijp ik dit goed? Kan ik vertrekken zonder de boete te betalen?! Ik geloof mijn ogen niet. De man zit nog steeds te lkachen achter zijn bureau. Ik ontdooi en houdt mijn vuist voor hem. Box?? "That is nice! You show me respect!" roept hij uit.  Ja dat doe ik, I show respect to the Police of the Gambia, denk ik, echt  niet!
Buiten wordt ik verblind door het schelle zonlicht. Ik bel de Hoge Piet  om hem te bedanken. Ik moest vooral nog eens bellen en hij zou me zeker komen bezoeken etc etc etc. Zucht, die ziet al een vierde echtgenoot voor zich vrees ik. Het is nog even een punt om de jeep tussen de geparkeerde auto's op de politie binnenplaats uit te krijgen. Pesterig wordt mij medegedeeld dat de eigenaar van de auto achter mij pas vanavond terugkomt.  Ik lust iedereen rauw en zet de jeep in zijn achteruit. Dan stormt er een man op de geparkeerde auto af. Als hij zijn motor start rij ik rakelings met mijn oude bak langs zijn chique gelakte wagen. "Joke he? " lach ik vals tegen hem. Ik zal ze krijgen!

We barsten van de honger en gaan lucnchen in een nieuw restaurantje aan de hoofdweg. Mama is er trots op als was het haar eigen business. De Chicken Jassa bestaat uit een bord rijst met een uitgedroogde kippenpoot en wat snippers ui. Het kan me niet verdommen. Ik ben hier toch om af te slanken. Een dag water drinken en een bord rijst. Afrika. Ik ben er weer :-)
Getik tegen het keukenraam. Een klein  vogeltje zit driftig ten het spiegelglas te tikken en lijkt erin te praten. Geelborstje tikt tegen het raam, tiktiktik.. Een nieuwe eerste dag, in vrede en stilte op de compound. Met een zacht zonnetje. Rust. Malang is al naar school op zijn nieuwe schoenen. Dat hij weer bij mij kwam wonen was evident gezien de grote zak met kleren die zijn broertje hem na bracht. Gezellig. Gewoon weer om zeven uur opstaan, pap en koffie maken en hem naar school helpen. En 's avonds een feestje in bad met warm water , eten en een boekje lezen. Ik heb er naar uit gezien!

maandag 2 mei 2016

16 Vertrek naar Gambia

Amsterdam. Klaar om om kwart over vijf naar Gambia te vliegen. Alles staat gepakt. Dat wil zeggen, het reservewiel, de tas met kinderkleding en schoentjes, mijn eigen tas, de (nog niet gevulde) koelbox en mijn rugzak. En eigenlijk wil ik de dweilemmer nog in een tas mikken. Want iedere keer als ik er eentje in Gambia koop, zakt die door zijn hoeven na een keer de mop erin uit wringen. Chinese troep.
Ik tik dit stukje even via mijn tablet, op het kleine keybordje. Check check. Doet alles het nog? Of voor de zekerheid toch maar mijn kleine laptopje ook meenemen?  Twee maanden  is iets anders dan twee weken dus zekerheid voor alles. Wat ik er ga doen vraagt menigeen. Doen? Ik ga proberen eens even niets te doen. Dat zal niet lukken want in mijn achterhoofd heb ik al gepland om de veranda te gaan betegelen. Werk voor de metselaar! En dat betekent voor mij alles organiseren qua koffie, thee, lunch, cement etc etc. En niet in de laatste plaats  'erbij blijven'. Want er niet bij zijn betekent niet werken of alles anders interpreteren. Verder hoop ik dat Malang weer gezellig bij me komt wonen. Dat geeft structuur. Naar school gaan, wassen, eten, slapen, boekjes lezen en tekenen. Hij bleek laatst reuze in zijn nopjes toen hij bij Marijke aan de slag mocht met krijtjes. Dus zit er in de tas allerhande tekenmateriaal. Van verf met kwasten tot pastelkrijt en tekenboeken.
Wat er verder voor mijn voeten komt hoef ik nu nog niet te weten. Het dient zich vanzelf aan. Deze heeft kiespijn en moet naar de tandarts, die is zwanger en heeft geen geld voor medicijnen, etc etc.
De timing is prima. 'Mijn mannen' zijn allemaal onder de pannen. De laatste leerlingen heb ik samen met Marco naar Gilze begeleid. Dit weekend kwam er nog gauw even eentje over uit Limburg om het  Eritrese paasfeest in Amsterdam te vieren. Met als gevolg dat ik zaterdagavond opeens tussen honderden opeen gepakte Eritreeërs in de kerk zat. Geschokt om zoveel onbekendheid. De vrouwen in witte doeken tot ver over hun hoofd en een vals gejengel (sorry maar er was geen melodie in het bidden terug te vinden). Veel gebuig van een beetje tot diep gebogen om de vloer te kussen.En ik zat daar weer als enige Hollandse opvallend te wezen met mijn witte haren en jas met bontkraag. Mehari was meer dan blij dat hij het jaarlijkse Paasfeest kon meemaken na een maand vasten. De dag erop zijn laptop geïnstalleerd en gevuld met Nederlandse lesjes etc.  Mijn huisgenoot Daniele bracht hem naar het Centraal station omdat ik inmiddels geen poot meer kon verzetten na de dag ervoor met hem rondgereden te hebben op de fiets (hij dus achterop).

Wanneer zeg je nou eens "Nee!"  roept Marijke op Skype. "Nooit!"  roep ik terug. "Tot morgen! ik heb paasbroodjes bij me en roomboter!"  Onder andere uiteraard, maar dat laat ik aan een ieders fantasie over ;-)
Ik groet jullie en hoop jullie te zien op Facebook waar ik -insjallah-  mijn stukjes ga linken. 

Dahag!!! groetjes Tien