dinsdag 23 februari 2016

02 Knal! Pats! Boemm!

Geronk van zware zandtrucks in de verte en tere vogelgeluidjes dichtbij. Een zwaarlijvige duif zit in de boom met dunne takken en fijne lentegroene blaadjes, zachtgele bloesem  en lange groene peulen. Hij laat een dansende tak achter  als hij is gaan verzitten met zijn bolle lijf. Het pastelblauw van de lucht  en de -tig soorten groen van het paradijsje beneden mij staat in schril contrast met de betonnen dakrand waar ik overheen kijk.
Ik zit op het grote platte dak van Marijkes huis. Van oost naar west, van zuid naar noord, alle kanten kun je opkijken. Uiteindelijk besluit ik het tafeltje aan de zuidkant te zetten zodat ik uitzicht heb op haar binnentuin. Het is half acht en ik had me al tien keer omgedraaid en in het dunne dekentje gewikkeld. 's Ochtends tegen half vier word je er wakker van, de frisse ochtendkou. De muren van de kamer zijn weer koel en kunnen straks weer opwarmen in de zon die zich nu nog even niet laat zien vanwege de sluierbewolking.
Een nieuwe dag, met  - heel cliché - nieuwe kansen.

Niet meer dan twee klussen per dag doen had ik me voorgenomen. Als die klussen maar groot genoeg zijn kom je daar heus wel kapot moe uit. Gisteren me aan taak-01 gezet: de auto te checken. Op het eerste  gezicht -  en gehoor vooral ook -  was dat al een compleet drama. Knal! Bonk! Siss! Schrr..! welk geluid maakte hij niet toen ik ermee naar de bandenman reed? De stuurstang leek volledig vastgeroest. Zou ik het stuur zo meteen los in mijn handen houden? Hij had nog het meest weg van een trekker die vijf jaar op stal geparkeerd had gestaan, niet voordat hij eerst flink door de roodbruine Afrikaanse kleimodder was gereden.  Begon ik eerst nog met een emmertje de ramen te wassen , je begint ergens, tien minuten later rolde ik de vijftig meter slang uit en sloot de kraan aan. Die zou het eerste uur de boel flink onder handen nemen, te beginnen bij het binnenste. Want de onderkant van de jeep dorst ik nog maar even niet te overzien. Een blind paard kon er geen kwaad doen, dus spoot ik de hele auto uit, met stoelen en al. Zo. Dan de buitenkant. En dan onontkoombaar de onderkant. Dikke kluiten leem ontnamen mij het zicht op wat er eigenlijk hoorde te zitten, de assen etc. Met deze kleibekleding leek hij nog het meest op de Moskee in Djenné in Mali.  Op de stijve knieën met de spuit onder mijn arm zette ik eerst de boel in de week. Later maar meer.

Ondertussen had ik als tweede klus het inspecteren van de 'store' in Gunjur gepland. Iets waar ik vreselijk tegenop zie omdat Marijke al had gezien voor ik kwam hoe het erbij stond. Alle dozen open en een vreselijke tering bende. Toen Pap me dan ook zei dat hij er niet was omdat hij een drumgedoe moest filmen, was ik niet teleurgesteld. Of ik niet even mee wou. Het uur van de waarheid was aangebroken. Zou deze schone jeep misschien ook nog kunnen rijden vandaag?  Toen ik het sleuteltje in het contactslot stak was er zelfs geen tikje te horen. De accu was al vrijwel leeg toen Omar de jeep - eergisteren alweer - bracht. En nu had ik bij de inspectie van de lampen die ook maar voor het gemak niet uit gedaan. Met behulp van Marijkes jongens kon ik een half uur later toch nog de poort  uit hobbelen om de motor tot de volgende stop beslist niet meer uit te doen. En zo kwam ik met de kabels van Marijke achterin nog voor donker weer thuis.

1 opmerking: