woensdag 26 oktober 2016

39 Dag allemaal!

In het vliegtuig, inmiddels boven Parijs. Van schrijven kwam het niet meer. Veertig emmers water tappen en rondsjouwen . Nog even snel wat onkruid rond de bananen uittrekken en het droge gras bij elkaar harken. Rond mijn verhitte hoofd - ondanks hoedje - fladderen honingzuigertjes en vinkjes in de mooiste kleuren af en aan. Een koppeltje is al dagen bezig een mooi plekje voor hun nest te vinden. Geestig hoe ze soms op de tralies van het keukenraam zitten en de palo in ogenschouw nemen. Met schokkerige beweginkjes draaien ze hun kopje van tegelvloer naar mattenplafond. Nee jongens, ga maar lekker buiten een nestje maken. De  een wat bruinig van kleur ( vrouwtje?) en de ander felrood ( mannetje?). Verder hebben we een enorme kikker in het hoekje van de veranda wonen en onlangs een slang in de garage. “A cobra?!”  vroeg ik angstig aan Omar, die me dat zojuist medegedeeld had. En dan te bedenken dat ik nietsvermoedend wel drie keer in de garage ben wezen rommelen op zoek naar iets.” I put chemicals, he cannot resist that.” Als ik even later sta te rillen in de garageopening verzekert hij me dat hij hem er persoonlijk uit heeft zien glijden. Dat en de chemicals kan ik niet met elkaar rijmen, maar goed. Ik  wil graag geloven dat hij weg is. En dan 's avonds Miauw! de buurpoes. Omdat we  nogal eens eten halen  krijgt hij restjes spaghetti en kip. En dan natuurlijk de kleine mugjes, de enorme kevers, de nachtvlinders en wat al niet. Genoeg om je nooit alleen te voelen.

Amsterdam, 24 uur na aankomst
Het wordt een kwestie van concentreren om de beelden van de laatste dagen vast te houden. De Albert Heijn met zijn honderd soorten yoghurt, kaas, brood en fruit is altijd weer een shock en verdringt de Gambiabeelden. Verdwaasd staar ik naar de schappen zonder te bedenken wat ik nodig zou kunnen hebben. Verder dan melk, kaas,  appels en peren kom ik niet. Of ik nou vier maanden weggeweest ben of twee weken, het lijkt geen verschil te maken. “Hier zijn je sleutels” zei Rob toen hij me van Schiphol in de vroege ochtend ophaalde. Verbaasd keek ik naar de bos totaal onherkenbare sleutels. “Van mij? Hoe bedoel je?” Een voor een bekeek ik ze en er ging maar geen bel rinkelen. “Van je huis!” probeerde Rob nog een keer. Heel langzaam, kwam mijn huis naar boven. Die had een voordeur, met de lift omhoog en dan weer twee deuren. Absurd zo traag als het boven kwam drijven en ik eindelijk een van de sleutels herkende als die van de voordeur.
De laatste dagen had ik me stoer voorgenomen niets verplicht te zijn qua bezoek of afscheid. Maar ik heb het nog niet bedacht of ik stap in de jeep op weg naar Wim in Soforol Lodge en Arrogi en de kids in Kartong. En daar kreeg ik geen spijt van. Bij Wim even rustig bijpraten en een sigaretje roken aan een flesje lurkend en de tuin bewonderen voor die straks weer helemaal dor is. En bij Arrogi de omhoog geschoten kids knuffelen en bijpraten.  En dan natuurlijk net als de vorige keer “Wie gaat ermee naar de zee??!”
Dat is niet tegen dovemans oren gezegd. Met een jeep vol juichende en zingende kinderen van 2-13 jaar passeerden we de militaire checkpoints in Kartong op weg naar het strand van de Senegalese vissers met hun lage hutjes om de netten te boeten. In ganzenpas langs het randje  van de kreek naar de open zee. Direct stortten de kids zich in het warme water, met Mama en mij als coastguards staand in zee. Ze hun knieën aan laten wijzen om duidelijk te maken hoe ver ze mogen is leuk bedoeld, maar als je voornamelijk liggend ronddweilt heeft dat totaal geen zin.  Spetterend en spartelend werd het een gigafeest in zee. Afgewisseld door ‘training’ onder leiding van sponsordochter Mama. Rennen over het hete zand en dan kijken wie het eerst over de streep is. Omar van twee vond de zee te groot en wist zeker dat hij door een krab gebeten zou worden. Met zijn armpjes kruislings over zijn buikje sloeg hij ons hoog op het strand gade en dat was hem meer dan genoeg. Nog even probeerde ik hem op mijn arm de zee in te dragen, maar een spartelend varkentje was er niets bij.
Moe en voldaan keerden we terug naar het militaire checkpoint. Bij het zien en horen van de vrolijke kids kon de soldaat zijn gezicht niet verder in de plooi houden. Hij liet zowaar zijn gun zakken en vertelde hoe blij ik hem had gemaakt met mijn conversatie op de heen weg.
Terug op de compound kwam vader Salieu terug van zijn landje dat hij aan het schoonmaken is. Trots vertelde hij dat hij in Casamance gewerkt had en dat hij gezegd had dat hij liever in natura betaald wilde worden: Land! En zo gebeurde. Op de compound waar ik drie jaargeleden alweer met deze familie woonde is het een en ander voor gevallen waardoor de familie genoodzaakt is te vertrekken. Waarheen? Arrogi zet grote ogen op en trekt een vragend gezicht. Voor hun huis je staan de zware crapauds op gestapeld om in het kleine huisje ruimte te maken voor het inmiddels flink uitgebreide gezin. Binnen is het dan ook een en al bed. “Zorg nou dat je niet weer zwanger wordt” waarschuw ik haar. Ze schudt haar borst op als teken dat ze op de borstvoeding vertrouwt. “Forget it!” fluister ik in haar oor, “is not safe!” Ze vertelt dat ze geen keus heeft. Er is geen geld voor ‘family planning’. De oudste loopt bovendien op blote voeten en is al een week niet naar school geweest omdat ze geweigerd wordt zonder schoenen. Het slotje gaat van mijn tas, schoenen moet ze hebben. Ik had al flink wat suiker voor Arrogi gekocht en haar wat briefjes in de hand gedrukt. Maar ik weet net zo goed dat het dweilen met de kraan open is. Ze gaan het redden, zoals altijd. Maar hoe is me een raadsel. “I need a coolingbox” zegt Arrogi alsof ze mijn gedachten kan lezen. Ze verkoopt ijs, Maar in de mayonaise emmer smelt dat natuurlijk. Waarschijnlijk heb ik een koelbox verstuurd en ik beloof hem haar. Tot half januari zal ze een andere oplossing moeten zoeken. Want eerder dan dat kom ik niet naar Gambia.  Ook hier is werk aan de winkel. De club Eritreeërs die ik les gegeven heb komt druppelsgewijs terug naar Amsterdam. Ze kijken al lange tijd uit naar het weer oppakken van de lessen.

Gambia zit er er weer even op. Het was fijn. Ik heb hard gewerkt en de boel redelijk netjes achter kunnen laten. Sponsordochter Mama heeft als bij toeval op het laatste moment een baantje gevonden in de lodge die we zondag bezochten. Carlijn van de Abca Creek Lodge is de reddende engel geweest. Al maanden zat Mama zonder werk omdat toeristen wegblijven tot na de verkiezingen in december.  En nu mag ze deze donderdag komen om direct vrijdag te laten zien wat ze kan als er een grote groep arriveert. Ik vertrouw op haar en haar ervaring en heb haar serieus zittend aan tafel nog even snel wat hoognodige regels ingeprent. Tot tien tellen als je boos wordt en desnoods tot twintig. En je geld altijd op de bank zetten. De Chipcard is aangevraagd en voor het eerst gaat ze ‘modern’ meedraaien in de Gambiaanse maatschappij.
Mijn mannetje Malang gaat naar school en schrijft en tekent elke dag alsof het zijn huiswerk is. Met zijn beer in de arm lopen we wel tien keer op het vliegveld heen en weer om te kijken of het sterk vertraagde vliegtuig er al aankomt. En dan plots is hij er. Kus kus kus lieve schat! Dag moeder Matou,knuffel voor Mama en Djanko die me weggebracht heeft. Allemaal tot over dik twee maanden!!! Ik denk aan jullie!
 AL Imbarra!! Zet hem op!

zondag 23 oktober 2016

38 Oleanders

38

De zon kruipt snel omhoog. Sinds half acht stamp ik op zware bergschoenen over de compound met hark en emmers. Werken kan tot hooguit elf uur. Daarna leg je het af. En ik wil de compound in orde hebben voor ik wegga.  De planten op de juiste plaats bijvoorbeeld. Toen ik de vorige keer in het wilde weg de sticks  uit Marijke's mooie tuin rond de veranda plantte, kon ik niet bevroeden wat een chaos dat zou kunnen worden. De sticks onder het keukenraam hadden zich ontpopt tot een enorme struik met zachtroze kelkbloemen die het hele keukenraam bedekten. Rond de veranda tierde het zo welig dat ik nauwelijks de mijn geliefde oleandersticks terug kon vinden. Een liefde die ik heb sinds mijn verblijf in Portugal 1985.
Ik bewaterde de oleander en werd door senor Rocha vriendelijk uitgelachen dat ik dat deed. Hij stond daar juist omdat hij zo goed zonder water kon! Eigenwijs als ik was ging ik stug door met iedere dag water geven en de struik bloeide op als waarschijnlijk nooit tevoren. Kleine hardroze kelkjes kwamen tevoorschijn en ik kon mijn geluk niet op toen ze vol in bloei stond. Niks geen kale struik, een wonder van een groen met roze natuurmonumentje!
En nu hadden die oleandersticks totaal geen kans gekregen door haar brothers en sisters! Aan het eind van de  zondagavond - ik was al te moe en had de dag erop zitten - stak ik toch nog 'even' de schop in de nu nog redelijk zachte grond en mieterde de groen muur voor mijn keukenraam eruit. De oleanders zouden hun eigen plaatsje krijgen. Maar wat  te doen met de inmiddels een flink kopje kleiner gemaakte struiken? Normaal kuil je zoiets even op tot de volgende dag. Maar als je hier een kuil graaft ben je een uur verder. De zon begon al hard te zakken  en het zou zo donker zijn. Snel! Eentje de grond in, de andere kon wel in een emmer water, hoopte ik tegen beter weten in. De wortels waren groot en dik  en met tegenzin liet hij zich uiteindelijk in de emmer proppen . Maar de twee oleanders had ik op hun plaats, dat was het belangrijkste.
Binnen plofte ik op de bank, nog te moe om mezelf naar de badkamer te slepen. Mijn keel zat dicht en deed zeer. Ik had te weinig gedronken zeker. De volgende ochtend wist ik dat het raak was: ik was ziek. Zware keelontsteking, tweede keer dit jaar. Gelukkig had ik  antibiotica mee genomen. Twee dagen heb ik totaal versuft in een soms droomloze slaap op bed gelegen. Ik had besloten dat het geen malaria kon zijn - ik slik pillen en slaap onder een net - en dat ik dus niet naar de kliniek voor een test hoefde. Na twee dagen begon de anti-biotica te werken en kwam ik voor het eerst weer op de veranda. Malang had ik terug naar zijn moeder gestuurd. Daar stond de reuzenstruik in zijn  veel te kleine emmer zielig tewezen. Met hangende bladeren en wat al niet. Na een kop thee voelde ik me redelijk en begon te rommelen. Van het een kwam het ander en aan het eind van de dag had ik de struik er weer in. Deze keer pront voor de opening van de veranda. In de hoop daarmee in de toekomst als de familie tegenover me komt wonen wat minder inkijk te hebben.

En zo hark, schep en veeg ik de ochtend door tot het zowaar op een net plaatsje gaat lijken omringd door wildernis. 's Avonds steek ik de fik in de met kleine hoeveelheden tegelijk  uit de enorme hoop met gevelde mintstruiken en metershoge grassen getrokken droog onkruid. Met een oververhitte rode kop verplaats ik de brandplek steeds een beetje om twee vliegen in een klap te slaan: het nieuw opkomende gras een kopje kleiner maken voor de komende maanden. De klus is te groot. De twee enorme bergen krijg ik waarschijnlijk niet weggewerkt voor ik vertrek. Het zij zo. "Als je straatje maar netjes is" .En dat is het!

37 Stille alias De Engerd


Roe-koe-koeeee..het is nog donker. Het zal zo'n zes uur zijn. Ik ben wakker geworden van een zacht gehuil. Malang! schiet me te binnen, gauw naar hem toe voor hij niet meer te kalmeren is. Slaapdronken wurm ik me onder het muskietennet uit en slof naar de andere slaapkamer. Daar ligt het mannetje poedelnaakt nog ver in dromenland. Ik probeer het laken dat als een dikke prop onder hem ligt los te trekken en dek hem toe. De ochtendkilte doet ook mij 's ochtends vroeg naar een laken ergens op bed grissen. Het gehuil is overgegaan in vals gezang. De muezzin. Als hij nu voor vandaag zijn preek even laat voor wat het is kan ik nog een uurtje verder slapen. Hoewel.. schrijven misschien? Als ik het nu niet doe weet ik niet wanneer wel. En dus zit ik met de WakaWaka onder het net en probeer me al wakker wordend te herinneren hoe ik gisteravond in gedachten dit stukje begon.

Die enge gek. Die idiote politieman in burger bij het laatste roadblock. De afgelopen dagen is het een vrolijk weerzien met al die mannen in zwart blauw uniform. Lachen en handen schudden. Welcome Mama! Welcome! We miss you! How are You? How is your family? Etc etc etc. En toen ik  die laatste zag was ik even helemaal vergeten dat ik die beslist op een afstand moest houden. Hij was de zogenaamde rechercheur bij de inbraken de vorige keer. En destijds verzekerde hij me al dat ik echt niet alleen in de Roundhut kon blijven. Dat hij er zou komen slapen. Toen leek het nog iets van een veiligheidsmaatregel te hebben hoewel ook al erg opdringerig. Maar dit alles vergat ik dus even en boog me lachend zoals altijd naar het geopende raampje en stak mijn arm uit om te begroeten. Ik vertelde hem - dom dom dom blondje- ook nog dat ik maandag zou vertrekken en in januari voor langere tijd terug zou komen. Good good, I have my plan with you! Huh?! Wat zegt ie nou? Ik buig me nog even extra naar buiten en vraag: Plan? Plan? You mean..?Op een of andere manier zag hij dit als een uitnodiging want hij trok de deur open en ging naast me zitten. Ik maakte een gebaar met mijn handen wat de bedoeling was, of hij misschien ergens heen moest. Autoritair wapperde hij wat naar voren en opzij. Alsnog aan de kant van de weg gaan staan? Wat had ik misdaan?Want al is hij in burger, hij blijft een politieman. Ik zette de jeep in de berm en hij ging er eens goed voor zitten. Zijn plan. Nou heel duidelijk. In januari kom ik bij je wonen.. yes yes.. you and me. Mijn ogen had ik niet groter op kunnen zetten, ze rolden zowat uit mijn kop. De engerd! Hij had een priveplan, niks politie gedoe. Dat ik protesteerde met Ik ben nog steeds getrouwd! leek hem geen zier te interesseren. Ik was echter te verbouwereerd om zijn uitleg van het plan nog verder te volgen. Had hij nou nog maar ergens een glimlachje of wat dan getoond, dan had ik het nog als een domme grap kunnen zien. Maar hij deed zijn plan nog eens dunnetjes uit de doeken en eindigde met een dreigend You still have my number yeah?!!  Ik moet geknikt hebben of wat dan ook, wat hem uiteindelijk deed besluiten weer uit te stappen. Totaal overdonderd en vol verbazing en ongeloof over zoveel autoritaire dommigheid startte ik de jeep onder een luid: Wat een enge man! Wat een creep! Wat een godvergeten klootzak om me onder het mom van zijn beroep zo te imponeren! De stilte werd verbroken door mijn gierende banden  en  het keihard opkomen van de motor om zo snel mogelijk thuis te zijn.
Bij het zijweggetje van Kawsu's lokale benzine'stationnetje' - hij loopt met jerrycans in en uit -  stond Malang op zijn te kleine roze meisjesfietje op me te wachten. Hij had geluk. Uit woede en frustratie bestelde ik bij Kawsus's vrouw een portie spaggetti met kip en slappe koude patatjes, geflankeerd door veel ketchup en mayonaise. Het moest maar. Thuis verdeelde ik de hele handel over twee halve tapalapa's  (stokbroodjes) en we peuzelden de bijna onhandelbare  hap met twee handen op. Is goed hoor! knikte ik, eet maar lekker met je handen! Buiten zat de poes al om het restje te miauwen.
Als even later Malang met een volle buik en fris gewassen koppie al op een oor ligt ben ik er allerminst gerust op omdat de poort niet dicht kan. Zo direct staat die gek voor mijn neus. Van lekker buiten zitten kwam het niet. Ik wilde ramen en deuren dicht en uiteindelijk bleef er niet veel anders over dan binnen nog even een boek in het donker te lezen. Met een lampje plat op de bladzijden. Pfht! Dat ik me toch door zo'n kerel zo van de leg laat halen. In gedachten zag ik hem al rond het huis sluipen en door het open slaapkamerraam gluren hoe ik straks  naakt onder het muskiettennet zou kruipen.
Eenmaal daaronder viel ik bijna boven De Stamhouder in slaap. Een schitterend boek   dat me al avonden wakker gehouden heeft. Maar derze keer viel ik in een diepe slaap. De Waka Waka kon ik ternauwernood uitdoen en opzij schuiven.

zaterdag 15 oktober 2016

36 BatWoman

Het is donker. In een half uur heeft de zon plaats gemaakt voor de maan, die overigens vol over de compound schijnt. Tevreden constateer ik dat ik weer door de banana garden kan kijken. Tot gisteren was dat een soort dichte  groene muur. Vol met metershoge slingerplanten die de bananenbomen bijna met elkaar verbonden. Het citroen gras dat ik in pollen als afzetting had gebruikt waren zo hoog opgegroeid dat ze niet eens meer als zodanig herkenbaar waren. Het was een ondoordringbare woestenij van wilde planten die om voorrang leken te vechten. Eergisteren was ik begonnen met hakken en knippen. Om meteen al bevangen van de hitte neer te storten. Dat betekende dus in het vervolg om zes uur op om de hitte voor te zijn. Nog geen achtste had ik er na een vroege ochtend van zes tot negen op zitten. Dus om vijf uur in de namiddag wederom aan de slag met de snoeischaar en blote handen. Dom. De ene na de andere plant bleek taaier en  sterker dan mijn huid en  al bloedend probeerde ik het karwei te klaren.  Onzin, realiseerde ik me opeens. Als ik niet met een kapmes overweg kan moet ik niet met een snoeischaar de wildernis proberen te beheersen, maar iemand bellen die dat wel kan.
Intermezzo.
Malang zit te tekenen en ik aan tafel te tikken. Opeens staat hij naast  me en wijst met grote ogen naar de mat op de grond. Wat er is. Ik sta op en schijn met de WakaWaka op de tegelvloer. Ik zie een onduidelijke hoop zwart waar ik waarschijnlijk niet op zit te wachten. Maar ik ben Malangs oma en Oma's durven in ieder geval meer dan hun kleinkind. Ik haal diep adem en bekijk het nader. Een enorme 'bat', een vleermuis. Wat te doen? Ik flikker er een handdoek op en kreukel de boel zachtjes bij elkaar. Het zo ver mogelijk van me afhoudend slof ik door het donker naarbuiten en deponeer  het ergens in de planten voor de veranda. Was Malang daarvoor nog zeer zwijgzaam vanwege de hele dag onderweg van hot naar her, nu is hij opeens aan het zingen en praten. Alsof hij opgelucht is dat de situatie weer onder controle is. Hij komt kijken bij me en ik vertel dat ik opschrijf wat er gebeurd is. Dat ik trots ben dat ik het durfde. I am a BatWoman. Ik heb een kikker gevangen, zegt hij met een grote grijns.  Dan mag je ook trots zijn! zeg ik, FrogBoy!
Terug naar vanochtend vroeg. Om half zeven stond Omar Giba  zoals afgesproken voor mijn neus. Ik troonde hem mee naar het oerwoud dat ooit mijn babanagarden was. Oh, just a smal job. En Hop! Met het kapmes kapte hij letterlijk de metershoge mintplanten om. Ondertussen was de zon opgekomen en voor het eerst viel er weer licht door de garden. Het rapen van de enorme bossen had hij mij toebedeeld En zo lag tegen negenen het hele oerbos op haar kant  en waren mijn armen knalrood van de soms jeukende planten.
Wie denkt dat je dan wel verder mag relaxen die dag heeft het mis. Eeen van mijn jonge hondjes, inmiddels alweer twee jaar, was weer zwanger. De eerste keer kreeg ze elf mormels die geen van allen overleefden. Mijn man was destijds zo lief geweest om het geld voor de sterilisatie in zijn zak te steken. Ik besprak het met de dierenarts die vond dat ik haar meteen moest brengen. Saynee, haar huidige baasje, vond dat niet echt fijn. Nooit meer babies krijgen? Nee, nooit meer. Ik nodigde hem uit mee te gaan zodat hij er toch nog een beetje bij betrokken zou zijn. Gezellig met zijn allen in de jeep, Malang en Mama gingen ook mee, togen we naar 60 km verderop. Naar de dierenarts. Geen punt als je gewoon over de hoofdweg met af en toe een kuil kan racen. Helaas. De weg werd gerepareerd en of we maar even via Ghanatown wilden rijden. 'We' betreft niet alleen jeeps en personenauto's, maar ook enorme hoog opgeladen zandtrucks. Ga die door een ' dorp' leiden dat alleen uit zandpaden bestaat. Plus dat de straten zo smal zijn dat je slechts een voor een er door kan. En niemand geeft natuurlijk voorrang. Allemaal rijden ze tegelijk op en daar staan ze dan op een kluitje naar elkaar te vloeken en te tieren. Met de 4wheel drive aan zeilden we  van links naar rechts  en back again uiteindelijk via een verborgen omweg weer op de hoofdweg af. Hond afgeleverd en nu de tijd tot vier uur zoet brengen om hem weer op te halen. Naar het strand dan maar. Ik hou er niet van om in een zee te springen op een plek die ik niet ken, maar het was gewoon te heet en ik was er echt aantoe. Enorme hoge golven knalden op het strand af. Als je je er op mee wilde laten zeilen verzoop je bijna vanwege adem tekort. Plus een waanzinnige stroming. Dat er dan nog altijd mensen zijn die het gevaar er niet van inzien blijft me een raadsel.  Malang pootje badend  in een heuse zwembroek, Mama in haar ondergoed zittend in het ondiepe en ik topless omdat ik mijn bovenstukje laatst op het strand had laten liggen, we waren een raar stel in de ogen van de Engelse breiende dames die keurig op bedjes in de schaduw  met hun kopjes thee zaten.
Eenmaal weer droog werd het tijd om snel even lokaal te lunchen bij KaddyKaddy met een bord rijst en om  daarna de verstuurde bananendoos op te halen in Serekunda. Op vrijdag middag door de hitte tussen de auto's door laveren, het lijkt bijna een hobby. Mama ligt regelmatig in een deuk omdat ik de bij de roadblocks de agenten met een smile te woord sta in  mijn zeer beperkte Mandinka, waarbij ik hun vraag ook nog eens totaal verkeerd begrijp gezien mijn antwoord.
Agent:Waar ik vandaan kom.
ik: Ja hoor, dit is mijn dochter.
Agent: Waar ik naar toe ga
Ik: we zijn naar de dierenarts geweest
etc etc
De jeep  met voorop een stevige bullbar is zo lelijk dat een blind paard er geen kwaad mee kan doen. Hagelwitte glanzende  personenwagens kijken dus wel uit om met mij in botsing te komen. Altijd weer dikke pret.
Iets minder pret is het feit dat er twee jongens mijn huis in geslopen zijn toen ik in de tuin werkte.  Elf briefjes van vijftig waren gereduceerd tot vijf.. In een klap driehonderd euro armer. Ik dacht even dat ik gek werd. Totaal verslagen over weer zoveel dreiging, want opeens voel ik me niet meer veilig. Van narigheid moest ik om vier uur 's ochtends het raam dan toch maar sluiten omdat ik  er totaal op gefixeerd was. Hier zijn dan weliswaar geen leeuwen en beren op de weg, maar een paar boys doen er qua veiligheidsgevoel niet voor onder. Gadverdamme. Uiteindelijk ging ik met een sigaret aan de borrel in de hoop mijn angsten onder controle te krijgen. Dat kost gewoon tijd, en niet eens zo lang. Want nu zit ik alweer in de palo met de deur naar de veranda open.  Met een gevoel alsof ik ze rauw lust. Helaas continue met een sleutelbos om mijn nek want die deur gaat bij elke meter die ik van huis ben op slot. Lekker handig allemaal.
Internet is er bijna niet meer. Marijke heeft het nog wel en dus poist ik dit morgen hopelijk bij haar. Whatsapp en messenger zijn voorbije zaken.  Op een of andere manier heeft het met de verkiezingen te maken. Mogen de mensen geen informatie krijgen misschien?  Er hangt in ieder geval wel iets raars in de lucht met zoveel militairen op straat en om de vijftig meter een of andere controle. Ben blij dat ik eruit zie als een vrolijk dom blondje. Niets is wat het lijkt hahaha..

woensdag 12 oktober 2016

35 een leuk begin

Groen groen groen. En hoog hoog hoog het gras. Niet het gras wat wij bedoelen, maar metershoge mintplanten. Je ruikt het overal. Het brede zandpad naar de Roundhut is  gereduceerd tot een smal karrespoor, nog net niet geitenpaadje en omgetoverd tot een groene tunnel. We knallen met de jeep van links naar rechts in slakkentempo.  De kuilen en gleuven zijn onvoorstelbaar diep, soms nog gevuld met modderwater.  Onherkenbaar na drie maanden afwezigheid. Uiteindelijk bereiken we de compound. Twee van de drie scharnieren van de oude ijzeren deuren zijn afgebroken. Dat wordt tillen. Niet echt iets waar ik op zit te wachten. Tot mijn grote schrik zie ik  de ramen van de palo openstaan. Achter de ruitjes in de toegangsdeur glinstert wat vaag licht. Een kaars, een zaklamp? Wie is er binnen? Ik verwacht een dicht en leeg huis.

"Sibou I think"  zegt Omar zacht. De buurvrouw. Ok, we zullen het zien, maar het geeft me een ongerust gevoel. De week voorafgaand in Nederland was direct al vol stress. Mama, die op mijn huis paste de afgelopen maanden, was door Omar van de compound gestuurd omdat ze een jongen toegelaten had en bovendien zelf naar de stad was gegaan om boodschappen te doen. Omar raakte buiten zichzelf, stuurde me een bericht dat hij de huissleutels van de jongen afgepakt had en de poppen waren aan het dansen. De politie zou erbij komen en ze mocht nooit meer een stap op de compound zetten. "Laat je niet verlokken tot ruzie Tien"  was mijn eerste gedachte en probeerde in een simpel berichtje terug hem duidelijk te maken dat ik 'peace no war'  wilde. En dat hij gewoon de sleutel aan de buurvrouw kon geven. Dan kon Mama haar spullen weghalen. Om wat betreft Omar, de grondeigenaar en daarmee de 'all-over-boss' , nooit meer terug te komen. Leuk begin. Wat Rutten en Poetin doen kan ik ook. Diplomatie, niet schreeuwen of huilen of wat dan ook dat alleen maar tot hysterie bij Omar kan leiden. En dus bleef ik aan de buitenkant rustig en stapte de Roundhut in. Daar lag Mama in de palo te slapen op het bedje. Dit gaat fout dacht ik al meteen. En ja hoor. Omar zei geen woord meer, ik bleef het over koetjes en kalfjes hebben en Mama zweeg als het graf. Na een half uur denk denk denk hoe het verder moest zei ik Mama dat ze haar excuus kon aanbieden. Een kwartier later deed ze dat uiteindelijk. Vervolgens was wat gemompel het antwoord van Omar. Wat hij nou toch zei.. "Not accepted". Duidelijk, de oorlog kon wat hem betreft beginnen. Mama vroeg nog even keurig het woord en maakte ons duidelijk dat ze hier alleen maar gewoond had om het huis te beschermen en mij te helpen. Dat ze totaal geen interesse had om de Roundhut toe te eigenen in de toekomst. En tot overmaat van ramp besloot ze met een " I did nothing wrong".

Omar stond op van zijn stoel en liep op haar af. Of ze maar meteen de compound wou verlaten. Twee uur in de donkere nacht. Niets zeggen Tien, wacht af wat hij gaat doen. Ook Mama reageerde niet. Hij herhaalde dreigend etc etc. En besloot , machteloos en woedend, dat hij nu de politie erbij ging halen. Nog steeds zeiden we niets. Het is moeilijk ruzie maken dan voor hem. En dus stapte hij op hoge poten de compound af en verdween in het donker. Ongetwijfeld naar de politie, minstens een half uur lopen verderop. Ik ging vertwijfeld op de veranda zitten. Mama binnen achterlatend en zei verder niets meer. Na ruim een uur wachten buiten besloot ik dat het genoeg geweest was. Me zo laten ringeloren door hem. Mijn nachtrust af te laten pakken na een afmattende reis met nog eens twee uur tijdsverschil.

Ik was no g geen minuut binnen of ik hoorde geschuifel bij de voordeur. Ok, hij had tenminste het fatsoen om niet zomaar binnen te komen. Ik was ook allerminst van plan hem binnen te laten en liep naar hem toe op de veranda. Een plotselinge ingeving deed me het roer totaal omgooien. Ik legde een arm om hem heen en fluisterde "Omar Omar, this is not good. Does this make you happy?" Het voelde alsof ik zijn moeder was, dat zou ook makkelijk kunnen qua leeftijd, en aaide hem zachtjes over zijn rug. Van politie was trouwens geen spoor. Hij mompelde iets van "i give you three days". Nu had ik me voorgenomen  thuis al dat ik een hoop dingen domweg niet zou begrijpen of desnoods niet zou horen, om oorlog uit de weg te gaan. De favoriet in Afrika. En dus fluisterde ik dat ik ik hem niet snapte. Weer een hoop gemompel. Uiteindelijk begreep ik dat hij naar de politie was gegaan om zijn verhaal te doen om zo ' violence' te vermijden. Pffht. Gewoon doorgaan met hem als een domme zoon te behandelen besloot ik. Het werkte. Ik voelde hem zacht worden. Het gemompel werd gepiep en uiteindelijk kwamen we tot een soort oplossing. Stap 1 Mama eruit. Stap 2 wij praten en stap 3 wat mij betreft Mama er weer in laten. Wanneer het gesprek plaats moest vinden was nog even een klein probleem want op de dreiging van "i give you three days" weigerde ik in te gaan. Ik had het er gewoon niet over. Inmiddels was het half vier geworden. Ik bood hem mijn jeep aan om naar huis te rijden. De dag erop kon hij terug komen en dan konden we stap 2 uitvoeren. Ik zou zorgen dat Mama weg was. Mijn houding werkte geweldig. De auto hoefde hij niet, hij ging wel lopen. Plus dat hij eindelijk dank je wel kon zeggen voor de spullen die ik voor hem en zijn kinderen gekocht had. Met een plastic tasje aan zijn  arm bungelend sjokte hij de compound af.

Zucht, wat een vreselijk welkom. Maar trots op mezelf dat ik de situatie beheerst had ging ik naakt op mijn bed liggen., Bloedje heet en zeiknat. Met een whisky achter de kiezen viel ik vrijwel direct in slaap. Mama in de palo achterlatend op haar bedje. Morgen gaan we verder. Alsof de duvel ermee speelt is het dan ook nog eens moslim Nieuwjaar.

Het is nu de tweede  ochtend hier. Om zes uur opgestaan om koffie te zetten en Malang staks naar school te helpen. Het gesprek met Omar is niet doorgegaan. Olijk belde ik hem op om Gelukkig Nieuwjaar te wensen. Even zo vrolijk reageerde hij en we besloten dat dat gesprek nog wel zou komen. "No problem" hoorde ik hem zeggen. Of de cadeautjes en de nieuwe veiligheidsschoenen daar aan mee gewerkt hebben.. ongetwijfeld. Mama is gistermiddag weggegaan om bij een vriendin verder te gaan wonen. Net zo onbegrijpelijk. En Malang diende zich direct al aan in de middag. Voor hem was het buiten kijf: hij zou de komende veertien dagen niet van mijn zijde wijken.  Zijn moeder zocht zijn  kleren bij elkaar toen ik daar was, gaf me een jerrycan drinkwater mee en daarmee waren we weer terug op de situatie toen ik het hier drie maanden geleden verliet. We gingen kip met spaghetti halen op de hoek en aten het gezellig aan tafel op. Nog even een bad voor hem, koppen water over zijn stoffige lijfje en naar bed. Met de nieuwe beer naast zich lag hij stilletjes naar het verhaaltje te luisteren. Nog even zijn liedje zingen  en dan zou hij eigenlijk al weggedommeld zijn. En zo geb eurde.

Vierentwintig uur na aankomst leek ik de boel weer redelijk onder controle te hebben enkon ik op de veranda een borrel nemen en me verwonderen over het maanlicht en de  omhoog geschoten planten en bloemen op de compound. Met alleen maar het geluid van krekels om me heen en een zacht vals gezang in de verte.    

woensdag 28 september 2016

34 Scheepsrecht

Drie keer is Scheepsrecht

Als alles mee zit wordt het de derde keer dit jaar dat ik op het vliegtuig richting Gambia stap. Wachten tot januari is me te lang. En  om nu al voor een langere tijd te gaan is me te vroeg.
Vakantie houden - lees: rust-  is niet mijn sterkste punt. Maar gedurende twee weken kan ik die dicipline wel opbrengen denk ik. Bovendien zou ik me niet zo 123 grote werkzaamheden voor de geest kunnen halen.
Als ik Malangs schorre stemmetje via Whatsapp hoor wil ik het liefst drect naar hem toe. "Mama I miss you.."  Zijn moeder verduidelijkt: "Malang zegt dat hij bij jou altijd spagghetti krijgt . En kip. "
Klopt, en pap 's ochtends en thee. Hij wordt verwend, ook dat klopt. Ik ben niet voor niets zijn oma 'Mama Tin'.
En daar is sponsordochter Mama ( Mariama). Totaal ongepland hebben we besloten dat ze in de Roundhut gaat wonen als ik er niet ben. Via Whatsapp sturen we elkaar voice messages en zodoende ben ik van haar wel en wee als zelfstandig wonende jonge vrouw op de hoogte. Het is namelijk nogal ongewoon om als ongetrouwde meid zonder relatie in je eentje op een grote compound te gaan zitten. De adviezen dat vooral niet toe te staan gooide ik na 'rijp beraad'  in de warme wind. Vertrouwen werkt zo is al eerder gebleken. Ze doet het goed en is er gelukkig. Geen inbrekers of verkrachters, alles loopt normaal. Natuurlijk krijgt ze geld om van te leven van mij, want ze is ondertussen een soort 'watch woman' geworden. En die betaal je.
Ondertussen kijkt zowel zij als ik rond voor een baantje. Ik heb contact gelegd voor haar met een Engelse die een huishoudelijke hulp zoekt.  Mooi dat ik er straks ben om persoonlijk eventueel kennis te maken.
Het aftellen is begonnen. De tiende van de tiende maand vertrekt Tien.

vrijdag 24 juni 2016

33 Weg!

Alles gedaan om mn kinderen goed achter te laten: emmer na emmer, kruiwagen na kruiwagen vol met water.. zakken vol koeienpoep.. Omar de bananen fluisteraar neemt het stokje over tot de regen komt. Aan de wolken zal het niet liggen.. Kanaale Kanaale..het komt  Insjallah!
Daaaag!!!! I am leaving The Gambia!! Leaving my family.. leaving my friends ..